donderdag, mei 27, 2010

Pijnpunten om te kunnen leven met een toekomstperspectief.



De San Marcos regio in Guatemala, specifiek de inheemse bevolking van de Mam Maya’s in San Miguel Ixtahuacàn en de Sipakapenses in Sipakapa.



















Gent, november 2009.
Een beknopt overzicht van feiten, gegevens en bezorgdheden,
ontstaan uit solidariteit en vriendschap,
voor Eric en zijn Mam Maya mensen.
Dit overzicht is bedoeld voor beleidsmakers
en iedereen die iets wil doen voor mensen,
waar ook ter wereld.
Met speciale dank aan Daan Janssens.

Een vriendengroep rond Eric Gruloos:
Nera Redant.
Tom Vermeir
Nina Vandenbroeck
Marnix Gruloos
Ignace Rogiers



Pijnpunten om te kunnen leven met een toekomstperspectief.
De San Marcos regio in Guatemala, specifiek de inheemse bevolking van de Mam Maya’s in San Miguel Ixtahuacàn en de Sipakapenses in Sipakapa.

Inleiding en verantwoording:

Met dit overzicht proberen wij te schetsen wat een lezer allemaal onder ogen krijgt wanneer hij zich een beeld tracht te vormen van wat er gebeurt, of pijnlijk ontbreekt, in het zuidwesten van Guatemala, waar een Canadese mijnbouwmultinational een dagbouwmijn (open pit mining) exploiteert sedert 2004.

De impact van deze mijnbouw is zeer groot gebleken voor mens en omgeving. Boeren verliezen hun gronden, inspraak van de lokale bevolking is onbestaande, de aangewende technologie voor goud-en zilverwinning vormt een bedreiging voor het milieu de volksgezondheid.
Mensen worden letterlijk ziek van de mijn, en ondanks het steeds feller verzet van de lokale bevolking wordt hun stem niet gehoord door degenen die beslissen.
Beslissingen die hun leven nu en ook hun toekomst bedreigen
Wij, als vriendengroep van de Belgische priester Eric Gruloos die ter plaatse woont en mee ‘onder vuur’ ligt, willen dat iedereen die er voor open staat, de verschillende invloedsfactoren op een overzichtelijke en beknopte wijze te lezen krijgt. Bronvermelding en gebruikte afkortingen staan op het einde van het overzicht.

1- Nationale politieke aspecten:
• Na de vredesakkoorden van 1996 komen er hervormingen in het land waardoor volgende zaken zich ontwikkelen of in de wetten van het land zijn opgenomen:
• Het ratificeren van de ILO conventie C169. (5 juni 1996), waarin de rechten van de inheemse bevolking worden beschreven bij het toekennen van nieuwe exploratie- en exploitatievergunningen.
• Het decreet 12 – 2002, dat de consultatie van de bevolking voor dit soort activiteiten heeft opgenomen in de wet.
• Gemeentelijke codes: artikel 15, 63, 65 en 66 over raadpleging van de burgers.
• Artikel 66 van de nationale wet over bescherming van Etnische groepen in het land.

Pijnpunten
Onder andere door het niet opnemen van de Internationale conventie C169 in de mijnbouwwetgeving (zie hieronder) heeft de overheid zich nooit verplicht gevoeld een consultatieronde met de inheemse bevolking, als essentieel onderdeel van een toekenning tot mijnbouw, in te bouwen in de concessie, exploratie- of exploitatievergunning.
Tot vandaag blijft dit een groot twistpunt, waarbij het mijnbedrijf ook nog duidelijk op oneerlijkheid kan gewezen worden bij het zogenaamd
“geïnformeerd zijn” van de inheemse bevolking. We komen hier nog op terug in het hoofdstuk “Mijnbouw in San Marcos”.

• Het ratificeren van het internationaal verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (17febr. 1983).
• Het goedkeuren van een mijnbouwwet (mining Law) in 1997, om een gunstig klimaat te scheppen om buitenlandse mijnbedrijven aan te trekken.

Pijnpunten:
Pas in 2003 zagen NGO’s en burgerrechtengroeperingen in hoe slecht deze wetgeving was voor de lokale bevolking, hun rechten, milieu en toekomstige economische ontwikkeling op maat van mens en natuur. Vanaf dan tot nu is getracht deze wet te laten herzien en aanpassen om daaraan tegemoet te komen. Tot op vandaag is dat niet gelukt.

• 57% van de landeigendommen zijn in handen van minder dan 2% van de degenen die commercieel produceren. Beloofde landhervormingen via een staatsagentschap (FRONTIERRAS) komen niet van de grond.
• De politieke families die aan de macht zijn, hebben weinig of geen voeling of echte betrokkenheid met het leven van de inheemse bevolking in San Marcos. “lipservice” niet te na gesproken van mensen zoals de nieuwe president Colom (begin 2008).

Pijnpunten:
Belangrijke oppervlakten aan gronden voor mijnbouw worden systematisch zonder voorafgaande, geïnformeerde en vrije consultatie aan mijnbouwbedrijven in concessie gegeven.

• Paramilitaire milities ontwikkelden zich heel sterk na de vredesakkoorden van 1996 en zijn nog steeds zeer actief. Zij ondersteunen steeds degenen die aan de macht zijn, of degenen die rijk en invloedrijk zijn.
• Ex-militairen zitten genesteld in de huidige machtsstructuren, de uitvoerende macht, het congres en het justitieapparaat.
• De aanwezigheid van de Verenigde Naties via een internationale commissie ter bestrijding van de straffeloosheid (CICIG, CICIACS, 2006-2008).
• De rechten van vakbonden, erkend door de officiële instanties van het land, worden vaak niet in feiten nageleefd, en hetzelfde kan gezegd worden van de rechten van de vrouw.

Pijnpunten:
Democratische processen worden steeds in de kiem gesmoord. Systematische intimidatie, zowel fysiek als via lastercampagnes, aanklachten en gerechtelijke vervolgingen zijn dagelijkse praktijk, met verlies van mensenlevens als “normale” uitloper.
Specifiek worden de mensenrechtenbeweging en ecologische bewegingen die zich inzetten voor een meer verantwoorde en rechtvaardige mijnbouw ‘gecriminaliseerd’.

2- Mijnbouw in San Marcos: De “Marlinmijn”.
In 2003 krijgt “Montana Exploradora” (dochterbedrijf van het Canadese Goldcorp) een exploitatievergunning voor een combinatie van dagmijnbouw (open pit mining) en ondergrondse mijnbouw over een oppervlakte van circa 5 km2 (met uitbreiding mogelijk tot 25 km²). Sedert 2005 is de mijn operationeel, met een geschatte productietijd tot circa 2015. Het project zou volgens het MER impact kunnen hebben op 32 dorpen.

• De Marlin mijn kreeg in 2006 van de “International Finance Corporation/ Wereldbank” een krediet van 45 miljoen US$ omdat het zogenaamd een “ontwikkelingsproject ” was voor de streek.
• Het bedrijf betaalde oorspronkelijk (in 2005) geen taksen, vanaf 2006 betalen ze 1% taks aan de overheid. Aanpassingen van dit percentage zijn onderwerp van overleg door de voortdurende stijging van de goudprijs.
• Een Milieu Effecten Rapport (MER) was onderdeel van de exploitatievergunning.

Pijnpunten:
Ernstige studies hebben aangetoond dat, indien er een betere mijnbouwwet was geweest, en men vanuit Amerika en Europa beter had “meegekeken” deze MER vandaag nooit zou geleid hebben tot het verlenen van Wereldbankkredieten en goedkeuring van dit MER., en zou ook nooit zijn aanvaard als basis voor een toelating in de geïndustrialiseerde landen.
• Het is overduidelijk dat de overheid en machthebbers van Guatemala enkel hebben aangestuurd op het gemakkelijk binnenhalen van een mijnbouwbedrijf voor de “snelle winsten” in plaats van een grondig afwegen van argumenten met het algemeen en toekomstgericht welzijn van de lokale bevolking als uitgangspunt.

• Reeds in februari 2004 zijn boerengemeenschappen in het verzet gegaan tegen mijnbouwconcessies en de mogelijke exploitatie. Dit verzet is in de loop der jaren steeds verder uitgedeind
Op verschillende plaatsen en momenten zijn er overtuigende en geregistreerde stellingnames geweest van de dorpsgemeenschappen met een “neen aan de mijn”, maar met de eis om inspraak te krijgen hoe een duurzaam ontwikkelingsprogramma kan opgesteld worden.

Pijnpunten:
Tegenover dit verzet vanuit de basis toont het mijnbedrijf enkel een negatieve houding van lastercampagnes, het zaaien van verdeeldheid onder de bevolking
(de voor de mijn werkende tegenover de niet voor de mijn werkende), misleidende charmeoffensieven, tot zelfs fysieke intimidatie door bewakingsagenten.
Dit heeft allemaal dermate verstrekkende gevolgen voor het sociale klimaat in de dorpen en gemeenschappen, dat het nodig is vanwege de overheid om met veel meer aandacht te onderzoeken hoe het mijnbouwbedrijf,onder het mom van lokale ontwikkeling, hele families en groepen onderling verdeeld doet raken, meestal door het materiële voordeel dat hen aangeboden wordt.
De achterliggende strategie van het mijnbouwbedrijf moet duidelijk gemaakt worden.
De overheid steunt kritiekloos het mijnbedrijf door ieder initiatief van de basisgemeenschappen als “niet rechtsgeldig” te verklaren, of niet representatief, en zelfs de mensen te vervolgen die geweldloze en legale initiatieven nemen tegen de mijn.

• De mijn gebruikt 160 tot 250 m3 proceswater per uur (een deel hiervan is gerecycleerd water). In 2008 werd er effectief 43,2 m3/hr vers water uit de grond gepompt .
• Afvalwater wordt opgevangen in grote open beklede reservoirs, waaruit giftige stoffen moeten kunnen verdampen (bezinkingsbekken).
• Dagmijnbouw (open pit mining) verplaatst per jaar 1.845.000 ton rots, wat overeenkomt met 670 Olympische zwembaden. Dit gaat gepaard met veel opwaaien van stof, en explosies met bijbehorende grondtrillingen.
• Het gebruik van Cyanide om het goud te scheiden van het erts (“leeching” proces) maakt het goudwinningproces extra complex en potentieel gevaarlijk ten aanzien van omgevingsbelasting (lekkage naar waterlopen, bodem en grondwater).
• Het is algemeen erkend dat dagmijnbouw of “open pit mining” een van de meest vervuilende vormen van mijnbouw is voor de omgeving en het milieu.

Pijnpunten (zie ook ecologie, milieu en gezondheid), :
Door de mijnbouw zijn volgende schadelijke gevolgen als meest negatieve vastgesteld door de omwonenden van de regio :
- Erosie en onherstelbaar beschadigen van het natuurlijk landschap, andere cases leren dat mijnbouwbedrijven weinig doen aan herstel van de omgeving na het beëindigen van de productie.
- Luchtverontreiniging door stof en verdampen van schadelijke stoffen in afvalwaterbassins, zoals waterstofcyanide.
- Schade aan woningen en gebouwen door explosies om rotsen te splijten, waarbij het mijnbedrijf alle verantwoordelijkheid blijft afwijzen, ondanks rapporten van externe onderzoeksteams (zie rapport Unitarian Universalist Service Committee, Cambridge USA).
- Watertekort door opdrogen van bronnen en rivieren in een streek waar mens en landbouw veel inspanningen moeten doen om een zekere watertoevoer mogelijk te maken.
- De gemeten verontreiniging van waterlopen door zware metalen en de gewijzigde minerale samenstelling .
De vastgestelde invloed op de gezondheid van omwonenden is een grote zorg voor iedereen die begaan is met de lokale gemeenschappen (zie verder). Daarbij komt ook de vrees voor toekomstig mogelijke lekkages van de afvalwaterbassins en nog meer verontreiniging van grondwater en waterlopen. Een wetenschappelijk onderzoek van de hydrogeologie, alsook onafhankelijke metingen van waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater en grondwaterhuishouding in de gehele regio zijn onontbeerlijke korte termijn acties van alle verantwoordelijke instanties. (zie ook hoofdstuk gezondheid).

3- Ecologie en milieu:
• De ecologische economie bestrijdt het idee dat arme mensen niet milieubewust kunnen zijn, omdat zij er ofwel niet de ontvankelijkheid/gevoeligheid voor hebben, of niet het geld om erin te investeren. Zorg dragen voor het milieu is geen voorrecht/luxe voor de rijke, maar een noodzaak voor de arme, resulterend in een vaak niet herkend milieuactivisme van de arme. (Martinez-Alier).
• Voor inheemse gemeenschappen is de toegang tot grond in de volle betekenis van het woord, zuiver water, schone lucht.... meer waard dan goud, want het is essentieel om te kunnen leven. Niet alleen het fysieke aspect telt, ook het uitdrukking kunnen geven aan een spirituele relatie met de aarde en de natuur maakt deel uit van hun identiteit en wereldbeeld (cosmovisión).
• De lokale gemeenschappen en inheemse bevolking zijn degenen die strijden tegen de mijnbedrijven, de overheid en internationale (financiële) groepen om hun rechten te laten gelden voor een veilig en gezonde levensomgeving. Deze beweging is een zeer oorspronkelijke basisbeweging, van onder naar boven, spontaan en informeel.
• Als de inheemse bevolking hun eigen ontwikkelingsplan wil uitwerken, is dat niet hetzelfde als tegen ontwikkeling zijn, zoals overheid en bedrijf wil laten geloven.
• De mijnbouw is een verdelingsconflict, waarbij het positieve effect (het bekomen van goud en winst) vooral naar het bedrijf en de elite van Guatemala gaat, en de bevolking rond de mijn de externe kosten of passiva draagt van verloren grond, gezondheidsproblemen, verlies van lokale economie, degradatie van de natuur en natuurlijke evenwichten ....
Deze lasten blijven lang nadat de zeer tijdelijke minimale voordelen van b.v. tewerkstelling en plaatselijke handel zijn verdwenen.

Pijnpunten:- Wie heeft de macht om te beslissen waar en welk soort ontwikkeling zal plaatsvinden?
Het mijnbedrijf heeft de steun van de overheid, als grootste belastingbetaler van Guatemala, en omdat het bijdraagt aan de macro-economie van het land. Neem daarbij de financiële steun van de IFC/Wereldbank en men begrijpt dat de lokale gemeenschappen zeer zwak staan tegenover overheid en deze transnationale mijnbedrijven. Qua lokale ontwikkeling durven we zeer sterk te betwijfelen over er economisch ook een vooruitgang is.
- In de Mayacultuur en beleving maakt men geen onderscheid tussen het land in eigendom en de ondergrond met al zijn rijkdommen en voorraden, maar voor de overheid is de ondergrond altijd eigendom van de staat, die in de praktijk heel “vrij” beslist over de aanwending.
- Vooral steunend op de ILO169 conventie spreken de inheemse gemeenschappen zich uit tegen de huidige mijn en mijnpolitiek van de overheid, maar ervaren pijnlijk hoe corruptie, de instelling van de “upper class” van het land, die overal ingebed zijn in de overheidsinstellingen, hun terechte vraag naar inspraak negeren en dwarsbomen.
- Voor de inheemse bevolking is het ondenkbaar te onderhandelen over leven en gezondheid van mensen, en dit tegenover een “geldwaarde” en economisch profijt, dat hoofdzakelijk naar derden afvloeit.
- Blijft de vraag: Wie heeft de macht om het lokale ontwikkelingsmodel te beoordelen en te beslissen. Op dit ogenblik zeker niet de inheemse lokale bevolking!
- Ook dient nagedacht te worden over de herstelmaatregelen voor natuur, landschap en gronden, naast het voorkomen van verdere degradatie door het vrijkomen van schadelijke producten uit mijnafval in vaste of vloeibare vorm.

4- Gezondheid:
• Met de werkzaamheden in en rond de goudmijn komen heel wat schadelijke stoffen aan de oppervlakte of worden ze gebruikt in het proces.
Deze zware metalen en andere mineralen zaten vroeger ingekapseld in de rotsmassa’s. Daarenboven blijven gebruikte chemische stoffen na gebruik achter in het milieu.
• Een aantal metingen zijn nog niet voldoende objectief wetenschappelijk beschikbaar of gecontroleerd, maar een verhoogde aanwezigheid van bepaalde zware metalen (o.a. arsenicum) in het water zijn duidelijk waargenomen, en het feit dat ze opduiken in elk goudmijnrapport in om het even welk ontginningsgebied, om het even waar ter wereld, doet meer dan vermoeden dat er heel wat aan de hand is.
• Een kort overzicht van de meest gevaarlijke stoffen:
• Cyanide: Gebruikt als spoelmiddel bij deze goudwinning bij dagmijnbouw (open pit mining).
Zeer giftig voor mens en dier, bij het rechtstreeks contact met cyaanpoeder, bij het inademen van cyaandampen of opdrinken door vermenging met grondwater.
• Arsenicum: Komt vrij vanuit de diepe grondlagen wanneer water wordt opgepompt. Dit komt terecht in de oppervlaktewateren en de drinkwaterputten. Miskramen, allerlei soorten kankers, huidaandoeningen zijn hiervan het gevolg.
• Verder is er de ‘diefstal’ van het kostbare water door het grote waterverbruik van de mijn en kunnen de inwoners niet enkel niet meer drinken van hun grondwater; ze kunnen ook niet meer eten van de vis die in dat water gevangen wordt. Op deze manier wordt de hele biologische keten getroffen.
• Huidziekten zoals zweren, schurft, die vroeger nooit werden waargenomen, wijzen in de richting van arseenvergiftiging.
• Eens in het water, zijn deze stoffen enkel via hoogtechnologische waterzuiveringtechnieken effectief verwijderbaar, zodat het water terug kan voldoen aan drinkwaternormen. Dit is een vrijwel onmogelijke opdracht voor de lokale gemeenschappen.

Pijnpunten:
- Totaal gebrek aan openheid en eerlijkheid van het mijnbedrijf om samen met burgerorganisaties (o.a. Copae) samen te werken aan het objectief monitoren en analyseren van de waterkwaliteiten en water kwantiteiten, zowel binnen als buiten de mijn (Hydrageologisch onderzoek).
- Ook iedere verantwoordelijkheid voor aangegeven verontreiniging van water of omgeving wordt stelselmatig door het mijnbedrijf ontkend.
- CATAPA is hard aan het werk om het idee van een Internationale monitoringscommisie gestalte te geven. Hierdoor kan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze aan watermonitoring worden gedaan, los van tegen- of medewerking van het bedrijf en/of de overheid. Dit kan dan ook dienen als basis voor mogelijke toekomstig vastgestelde wijzigingen.
- Het lange termijn effect van de inname van zware metalen via water en het lokaal geproduceerd voedsel dient ook nog verder onderzocht.

5- Burgerrechtenorganisaties / basisgroepen / NGO’s / steunorganisaties

Hierna willen we in een korte lijst vermelden, wie de voornaamste organisaties of actoren zijn die duidelijk de kant van de inheemse en lokale gemeenschappen gekozen hebben en met hen samenwerken:

Lokaal en nationaal:
• De Kerk: De katholieke Kerk, via lokale priesters en bisdom (o.a. Eric Gruloos en bisschop Alvaro Rammazzini), speelt een belangrijke rol in het verzet tegen de negatieve gevolgen van de mijnbouw en mensenrechtenschendingen. Ze riepen meermaals op tot het stopzetten van het willekeurig verlenen van concessies aan mijnbedrijven, tot open en eerlijke consultaties met de betrokken gemeenschappen, tot inclusie van de inheemse volkeren in het beleidsproces, tot een revaluatie en herschrijven van de mijnbouwwetgeving en het mijnbeleid van Guatemala en als laatste tot de implementatie van conventie 169.
• Adismi: Dit is een organisatie in San Miguel die infosessies voor de mensen organiseert over de impact van mijnbouw en over de rechten van de inheemse volkeren zoals conventie 169 van de IAO.
• Copae: Copae zetelt in San Marcos en is een sociale en pastorale organisatie die handelt rond vrede en ecologie. Zij ondersteunen gemeenschappen in hun verzet tegen megaprojecten en zorgen voor de band tussen het lokale en het nationale / internationale niveau.
• Colectivo Madre Selva: Dit is een organisatie die werkt rond de bescherming van natuurgebieden in Guatemala. De groep maakt mensen bewust van ecologische problemen om op die manier te trachten investeringen die de natuur schaden te voorkomen.
• Nationaal Front tegen chemische open dagbouw: In deze organisatie ontmoeten gemeenschapsorganisaties, inheemse, religieuze en ecologische
organisaties elkaar in hun strijd tegen onverantwoorde mijnbouw.

Internationaal (inclusief België –Vlaanderen):
Naast het bestaan van lokale en nationale actoren is het belangrijk dat deze bezorgdheden worden vertaald naar een internationaal netwerk dat een veel grotere stem kan geven en op die manier meer druk kan zetten bij de internationale actoren.
• Rights Action: Deze Canadees-Amerikaanse vzw heeft zijn hoofdzetel in Guatemala en werkt rond mensenrechten en ontwikkeling in een aantal landen in Latijns Amerika. Ook hebben ze al diverse studies gemaakt waarbij ze hun gegevens steeds ter plaatse gingen verzamelen. Zij trachten ook overheden en aandeelhouders van de mijnbedrijven te sensibiliseren.
• Solidaridad: Solidaridad is een Nederlandse organisatie en steunt sinds 2006 de mijnbouwcommissie van het bisdom van San Marcos. Daarnaast financiert Solidaridad de uitzending van een Nederlandse ontwikkelingswerker die
het team van Copae versterkt.
• CATAPA: Dit is een recent opgerichte Belgische organisatie die werkt rond mijnbouw, globalisering en duurzame ontwikkeling. Zij willen een internationaal netwerk uitbouwen om de cases waar ze op focussen (waaronder de Marlin Mijn in Guatemala) in de belangstelling en op de politieke agenda’s te brengen. Ze focussen op het capaciteren van hun partnerorganisaties om dialoog i.f.v. conflictpreventie en conflictbemiddeling mogelijk te maken.
CATAPA werkt ook samen met heel wat partners uit het middenveld in Vlaanderen en België, alsook met kennisinstellingen in Noord en Zuid zoals de Universiteit van Antwerpen, Universiteit Gent, KULeuven, UTO (Bolivia), UPCP (Peru) en FLACSO (Guatemala).
In augustus 2009 organiseerde CATAPA in Antigua te Guatemala een internationale conferentie rond de mijnproblematiek.
Daarnaast biedt CATAPA ook technische en juridische ondersteuning aan NGO’s in Latijns-Amerika en stimuleert CATAPA multidisciplinair onderzoek naar conflictpreventie, economische alternatieven en verantwoorde mijnbouw.
• Steungroep voor rechtvaardigheid en vrede Guatemala: De Steungroep vindt zijn reden van bestaan in de solidariteit met het lot en de strijd van het volk van Guatemala. Concreet betekent dat solidair zijn met de achteruitgestelde, deze die onrechtvaardig behandeld wordt, gediscrimineerd. Historisch gezien met bijzondere aandacht voor kerkelijke kringen die het volk begeleid hebben in hun strijd tot ontvoogding en bevrijding.
• The Center for Civil & Human Rights (University of Notre Dame Indiana. U.S)
Op vraag van de aartsbisschop van Guatemala doen zij een “human rights impact assessment of gold mining operations in San Marcos Marlin mine” onder leiding van Prof. Doug Cassel en een internationale groep experten. Het rapport wordt verwacht eind 2009.

Pijnpunten:- Lokale organisaties werken niet altijd optimaal samen, waardoor vaak inspanningen niet het vooropgestelde resultaat opleveren. Hierbij dient opgemerkt dat hert mijnbedrijf haar best doet om verdeeldheid in de gemeenschappen te zaaien. De Kerk, en ook organisaties zoals Copae en CATAPA zijn zich echter terdege bewust van de noodzaak om aan goede netwerking en krachtenbundeling te doen.
- Pas in 2003-2004 zijn NGO’s en bevolkingsgroepen zich bewust geworden van de moeite die het zou kosten om iets ten goede te veranderen.
- Vraag is ook of er genoeg bundeling is van de krachten op lokaal en nationaal vlak?
- Voor de basisgroepen en ook de nationale ondersteunende NGO’s zoals Copae kan ook de vraag gesteld worden of er genoeg getracht wordt om contacten en “geestelijk” verwantschap te stimuleren met politieke allianties in het parlement of de regering. Hoe hier nieuwe wegen zoeken met behoud van het “ongeschonden gezicht”?
- Waar blijft de druk van nationale en internationale organisaties via instellingen die b.v. vanuit Europa invloed kunnen uitoefenen op de Wereldbank en andere beslissingsorganen die mijnbedrijven en/of regeringen ten goede kunnen beïnvloeden om verantwoorde en rechtvaardige mijnbouw mogelijk te maken.
- Om de conventie 169 als politiek drukkingmiddel te kunnen gebruiken moet er nog veel lobbywerk gebeuren, nationaal, maar ook internationaal, en moet de mijnbouw-problematiek wereldkundig gemaakt worden.






6 - Green Gold !?
• Mijnbouw is met de toegepaste technologieën niet houdbaar, het is altijd vervuilend, maar kan het verantwoord gedaan worden?
• Organisaties zoals Oxfam America en Earthworks hebben “gouden regels” opgesteld, een serie minimum criteria voor meer verantwoorde mijnbouw.
Vertaald naar Guatemala zou dit ondermeer betekenen:
o Betere landeigendomwetten en regels, ongelijke verdeling van eigendommen wegnemen zou tot minder conflicten leiden.
o Het ministerie van milieu en natuurlijke rijkdommen moet goede wetten opstellen en toepassen om het milieu goed te beschermen en de middelen ter beschikking krijgen om de naleving te controleren en ze afdwingbaar te maken.(effectief controleren en sanctioneren).
o Hogere belastingen voor mijnbouwbedrijven en de opbrengsten beter gebruiken voor ALLE lagen van de bevolking.
o Volledige inclusie van de inheemse bevolking in het hele proces van beoordeling tot toelaten van ontginning.
• Zijn er goede praktijkvoorbeelden inzake mijnbouw?
In Colombia wordt aan goudwinning gedaan in nauwe samenwerking met de lokale bevolking, met naleving van certificeringscriteria voor “green gold” (sinds begin 2009 erkend door de FLO), teneinde geen toxische materialen te gebruiken voor het extractieproces en de limiet voor natuurlijk herstel niet te overschrijden.
• Er bestaan reeds ontginningstechnieken die een lager impact hebben op mens en milieu, maar die worden zelden toegepast omdat ze meer arbeid vragen, en dus duurder zijn.
• Een studie naar de haalbaarheid van het winnen van goud met respect voor de “green gold” regels (Universiteit Gent Bio-ingenieurswetenschappen, academiejaar 2008-2009) geeft aan dat, indien de regels en kwaliteitsgaranties duidelijk zijn, ook inzake milieu, Belgische burgers ( de verschillende stakeholders) bereid zouden zijn de meerprijs voor het goud te betalen

Pijnpunten:
Het blijft een moeilijk vraagstuk in hoeverre de exploitatie van een goudmijn samen kan vallen met de cosmovisie en de gerechtvaardigde eisen van de Maya indianen in verband met hun ontwikkelingsmodellen.



7- Besluit:

Vanuit onze betrokkenheid en persoonlijke relatie met mensen zoals Eric Gruloos, die reeds meer dan 20 jaar in Guatemala werkzaam is tussen de Mam Maya indianen, maar ook vanuit de kennis die wij opgedaan hebben via de samenwerking met mensen en organisaties zoals CATAPA, Copae, Rechtvaardigheid en Vrede in Guatemala en andere, is het onze plicht, op te komen voor deze Maya-gemeenschappen, die nog steeds geen stem hebben in hun eigen land, alhoewel zij de historische eigenaars zijn van de gebieden waar zij wonen.
De Europese geschiedenis en specifiek de geschiedenis van onze eigen regio, met name de acties van Priester Daens in de negentiende eeuw en zoveel anderen, heeft ons geleerd dat het mogelijk is, met vallen en opstaan, en mede door een sterke regulerende overheid en een bewust gemaakte bevolking, een industrie op te bouwen die respect heeft voor de betrokken mensen en voor de duurzaamheid van de omgeving waarin die industrie haar activiteiten ontplooit. Dit mag geen voorrecht blijven van de zogenaamde ontwikkelde wereld.

Wij geloven dat de politieke en sociale actoren van ons land, maar ook van andere landen in Europa, een beslissende invloed kunnen uitoefenen op de beleidsmakers van Guatemala als het gaat om het verantwoord omgaan met mijnbouw in gebieden waar natuur en mens zo nauw met elkaar verbonden zijn.
De hefbomen om dit te realiseren zijn genoeg aan de orde gekomen in dit overzicht. Wij rekenen op steun en actie.

De vriendengroep van Eric Gruloos:
Nera Redant.
Tom Vermeir
Nina Vandenbroeck
Marnix Gruloos
Ignace Rogiers

8- bronvermelding:
Om dit beknopt overzicht mogelijk te maken heb ik hoofdzakelijk gebruik gemaakt van volgende aanwezige literatuur en de informatie die te vinden is op een aantal websites, waarbij wij uitdrukkelijk willen vermelden dat CATAPA, Copea en Eric Gruloos ons heel veel materiaal hebben aangereikt, waarvoor onze dank.

- Environmental and Socio-Economic impacts of mining in Guatemala: The role of local communities and the ecological justice movement. Thesis from the VUB author: Esther Vandenbroucke – Gent, august 2008.

- Verantwoorde en Rechtvaardige Mijnbouw in Ontwikkelingslanden. Master in de Milieu wetenschap – Academiejaar 2008-2009. Breemersch Koen, François Nick, Van der Hoeven Julia, Verhaert Vera. Afsluiting Masterproef Juni 2009; Universiteit Antwerpen, Instituut voor Milieu en Duurzame Ontwikkeling.

- Zilver- en goudmijnen in Zuid-Amerika: ecologisch verantwoord?
Lieselot Hernalsteen, Daan Temmerman, Pepijn T’Hooft, Thomas Vercaigne. Universiteit Gent, faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen. Academiejaar 2008-2009.

- Guatemala Politiek Dossier: een dossier samengesteld naar aanleiding van het bezoek van een officiële delegatie van 8 vakbondsvertegenwoordigers uit Guatemala
November 2008: CATAPA, Wereldsolidariteit, Steungroep voor vrede en rechtvaardigheid in Guatemala.

- Rights Action Photo essay: Health harms in San Miguel Ixtahuacàn where Goldcorp Inc. Operates an open-pit, Cyanide leeching Gold mine. Febr. 2009

- Segundo informe anual del monitoreo y análisis de la calidad del agua, Comision pastoral paz y ecologia COPAE, Diocesis de San Marcos. Julio 2009.

Websites van:
- COPAE : Comision pastoral paz y ecologia http://resistance-mining.org/english
- CATAPA : Comité Académico Técnico de Asesoramiento a Problemas Ambientales, letterlijk vertaald : Technisch Academisch Comité voor Bijstand bij Milieuproblemen. http://www.catapa.be/nl/catapa
- Informatie via e-mail verkeer hoofdzakelijk komende van Copae nieuwslijn en CATAPA Guatemala werkgroep.

Gebruikte afkortingen:
- ILO : International Labor organisation.
- COPAE : Comision pastoral paz y ecologia
- CATAPA : Comité Académico Técnico de Asesoramiento a Problemas Ambientales.
- EIA: Environmental Impact Assessment.

Nieuwsbrief mei 2010

Mijnbouw in San Marcos, pijnpunten voor mens en milieu

Tijdens de Guatemala-reis van 2005 stond ook San Marcos op het programma. Door hevig noodweer was deze regio echter onbereikbaar. Jammer, want dan hadden we met eigen ogen kunnen zien wat de open mijnbouw in die regio aanricht. Dan hadden we ook zelf rechtstreeks contact kunnen hebben met de Mam Maya’s die proberen tegenmacht te organiseren tegen multinationals die zonder schroom mensen en milieu uitbuiten.

Voor een recent verslag (nov. 2009) over de situatie in San Marcos klik hier


CGTG slaat alarm rond toenemend geweld tegen vakbondsmensen in Guatemala

Samen met enkele andere werknemersbewegingen verenigd in de Guatemalan Labour, Indigenous and Campesino Movement klaagt CGTG het onophoudend en zelfs stijgend aantal geweldplegingen tegen vakbondsmensen aan. Op 2 februari 2010 presenteerden zij een rapport met een overzicht van de aanslagen tussen 2005 en januari 2010.

Meer info klik hier
Voor het dossier klik hier


Amper twee weken na de aanklacht tegen het geweld wordt het Altiplano Campesino Committee (CCDA) bedreigd

Op 16 februari 2010 wordt ‘Café Justicia’ in het centrum van Santiago Atitlán overvallen en worden leden van de CCDA voor 182 quintals bestolen. Er werden dreigbrieven achter gelaten aan het adres van CCDA.

Meer info klik hier


Guatemala: politiek dossier
Naar aanleiding van een bezoek van 8 vakbondsleiders in 2008 werd een politiek dossier opgesteld door drie organisaties, nl. Wereldsolidariteit, CATAPA en Werkgroep voor Rechtvaardigheid en Vrede in Guatemala. Informatie van enkele jaren terug maar nog steeds even actueel.

Voor het dossier klik hier




Kort nieuws (bron CLAT-schrift)

Nieuwe relatie Europa – Latijns Amerika?

Spanje is per 1 januari 2010 de tijdelijk voorzitter van de Europese Unie. Spanje zet zich in om in juni zowel de onderhandelingen over het associatieakkoord tussen Europa en Midden-Amerika als de bilaterale vrijhandelsakkoorden met Colombia en Peru af te ronden. Ook wordt getracht de dialoog over handel met MERCOSUR (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay) opnieuw op te starten. In 2004 leidden verschillen tussen beide regio’s tot het opschorten van de onderhandelingen.
Een ander aandachtspunt van Spanje is het Europese gemeenschappelijk standpunt inzake Cuba. Vanaf 1996 was de relatie van de EU met Cuba gekoppeld aan vorderingen op het gebied van mensenrechten en democratie. Spanje tracht al sinds enkele jaren dit standpunt te vervangen door een bilateraal akkoord van samenwerking. Hierover bestaat echter nog geen overeenstemming onder de 27 lidstaten.

Europese Unie : Associatieverdrag met Midden-Amerika

De EU nodigt de Midden-Amerikaanse landen uit voor hervatting van de onderhandelingen in het kader van het Associatieverdrag, op 22 februari in Brussel. De onderhandelingen werden stopgezet na de staatsgreep in Honduras in juni 2009. Onduidelijk is nog of Honduras wordt uitgenodigd. De EU heeft de verkiezingsuitslag van november 2009 niet officieel erkend, maar wel gekwalificeerd als “een belangrijke stap voorwaarts”, ondanks de “abnormale omstandigheden. “