donderdag, september 06, 2007

Handelsakkoorden EU-Centraal-Amerika: waar gaan we voor?


Met dank aan CLAT Nederland

CCT lobby en standpunten

met betrekking tot het associatieverdrag tussen Midden Amerika

en de EU

Invloed uitoefenen

De koepel van CLAT-organisaties in Midden-Amerika, de CCT, wil invloed op de onderhandelingen en de akkoorden, want de sociale dimensie moet niet ondergesneeuwd worden onder de handel. Hun devies is de onderhandelingen te gebruiken om zo de werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden in Midden Amerika te verbeteren en eerlijke handel te bevorderen. Dat zoiets kan bleek eind 2005 toen de regering van el Salvador onder druk van de Europese Unie vier belangrijke conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie ILO ondertekende over het recht op vakbondsorganisatie en CAO.

Alleen tegen de verdragen zijn heeft volgens Carlos Molina, de uitvoerend secretaris van de CCT geen zin: “de keuze is: verzet of invloed. Wij menen dat je de verdragen niet kunt tegenhouden en daarom moet je zoveel mogelijk invloed proberen uit te oefenen.”

Carlos Molina is naast uitvoerend secretaris van de Middenamerikaanse vakbondskoepel CCT ook voorzitter van het Consultatief Comité van de SICA. Die laatste is het adviesorgaan in Midden Amerika van vakbeweging, maatschappelijke en sociale organisaties bij de onderhandelingen met de Europese Unie. Molina zegt over de verdragen:

“Met Europa is het anders dan met de VS. Met de Europese Unie gaat het niet alleen om vrijhandelsakkoord, maar ook om ontwikkelingsamenwerking en politieke dialoog. Het feit dat de vakbeweging en het maatschappelijk middenveld nadrukkelijk kunnen meepraten in de onderhandelingen, toont dat het hier om meer dan de commercie alleen gaat. Het is voor ons belangrijk inhoud te geven aan de sociale aspecten van de akkoorden met de Europese Unie. Daarbij gaat het om arbeidsrechten, om eerlijke markten, maar ook om bestrijding van armoede en sociale ongelijkheid. De akkoorden met Europa zullen er komen, je weet alleen niet hoelang het zal duren. Als maatschappelijke organisaties en vakbeweging kunnen we die akkoorden niet tegenhouden. Dat is wel gebleken bij de akkoorden met de VS. Daarom vind ik het niet verstandig ons alleen maar te verzetten tegen de akkoorden, zoals sommige niet gouvernementele organisaties (NGO’S) doen. Dan voer je een verloren strijd. Wij kiezen niet voor de weg van verzet, maar voor de weg van invloed uitoefenen. Wij willen als vakbeweging samen met maatschappelijke organisaties maximale invloed uitoefenen. Samen een sociale agenda toevoegen aan de akkoorden met de Europese Unie.”

“De vakbeweging alleen kan dat niet. Het is belangrijk dat we steun zoeken bij NGO’s voor onze lobby. De samenwerking met een aantal NGO’s gaat moeizaam. Sommigen beschouwen de CC - SICA als een half regeringsorgaan en ons wordt conservatisme verweten. De CC SICA is inderdaad een officiële instantie, maar wij vertegenwoordigen niet het regeringsbeleid. Wij vertegenwoordigen de verschillende sociale sectoren, dat is heel wat anders. Het is belangrijk dit imago te veranderen. We moeten bondgenoten worden met NGO’s en een gezamenlijke agenda opstellen. De CC SICA kán natuurlijk niet iedereen vertegenwoordigen maar we zijn wel het kanaal voor maatschappelijke organisaties om hun stem via ons te laten horen. Laten we de dialoog aangaan. “

CCT (Confederación Centroamericana de trabajadores)

De CCT is de Midden-Amerikaanse vakbondskoepel die bij CLAT is aangesloten. De CCT voert sinds 1968 de coördinatie over de nationale arbeidersorganisaties die bij CLAT zijn aangesloten. Aangesloten organisaties zijn de: CATS (El Salvador), CGT (Honduras), CGTG (Guatemala), CGTP (Panama), CMTC (Costa Rica), COR (Mexico), CNT (Mexico) en CTN (Nicaragua). De algemeen secretaris van de CCT is Jose Pinzon.

De CCT heeft de volgende doelstellingen:

Ø Promoten van de organisatie van werknemers in Midden Amerika

Ø Vertegenwoordigen van de organisaties die aangesloten zijn bij de CCT bij Midden Amerikaans instellingen.

Dienstverlening in heel Midden-Amerika en samenwerking met instellingen die technische ondersteuning kunnen bieden aan de organisaties van de CCT om zo in de hele regio hun doelstellingen te kunnen behalen.

De lobby van de CCT

Voor de vakbeweging in Midden-Amerika is het van belang dat het bij de associatieverdragen gaat om meer dan louter handelsverdragen. De politieke dialoog en de ontwikkelingssamenwerking moeten een duidelijke plaats krijgen en evenveel gewicht krijgen als het vrijhandelsakkoord. De akkoorden moeten garanties bieden voor waardige arbeid en een menselijk bestaan. In een associatieverdrag tussen Midden Amerika en de Europese Unie moet plaats zijn voor afspraken op sociaal gebied, op arbeid en arbeidsrechten en op het gebied van het milieu. Wanneer in de verdragen ook goede afspraken gemaakt worden over arbeid en vakbondsrechten en over eerlijke handel, dan kunnen de verdragen bijdragen aan het ontwikkelen van Midden Amerika en het bestrijden van de armoede is de visie van de CCT.

De CCT wil dat er regiobreed afspraken worden gemaakt over arbeidsrelaties, werknemersrechten en arbeidsomstandigheden, het respecteren en functioneren van vakbeweging en het respecteren van internationale normen. Deze afspraken moeten gebaseerd zijn op internationale instrumenten zoals de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie ILO.

Conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie ILO moeten worden geratificeerd en geen dode letter op papier zijn zoals nu, maar ze moeten nageleefd worden. Ook door werkgevers en ook door regeringen. Bovendien moet dit niet vrijblijvend zijn, maar moeten eventuele sancties ook zijn vastgelegd. Daarnaast moeten de werknemers in de Midden-Amerikaanse landen niet het slachtoffer worden van oneerlijke markten.

In het verdrag moet een apart hoofdstuk gewijd worden aan arbeidsrelaties en dit moet veel verder gaan dan dat er binnen CAFTA is afgesproken op dit gebied. Er moet uniforme wetgeving komen voor midden Amerika en met betere sanctiemethoden tegen bedrijven die niet voldoen aan de normen. De EU moet voorwaarden stellen en druk uitoefenen opdat de afspraken worden nagekomen.

De vakbeweging vindt verder dat er rekening moet worden gehouden met de economische ongelijkheid tussen Midden Amerika en de EU. Het associatieverdrag tussen de beide regio's moet daarom een ontwikkeling centraal stellen die duurzaam is en bijdraagt aan het uitroeien van de armoede.

De CCT vindt dat er steun moet komen voor Midden Amerikaanse bedrijven, die de bedrijven in staat stelt op de internationale markt te concurreren. Dit beleid moet vooral gericht zijn op de kleine boeren en de kleine landbouwindustrie.

De eisen die Europese consumenten stellen aan de omstandigheden waaronder producten tot stand komen moeten ook in Midden Amerika gelden. Er moeten certificaten komen voor bedrijven die eerlijke producten vervaardigen.

Enkele belangrijke punten van de lobby van CCT

Ø Internationale Arbeidsconventies moeten worden geratificeerd.

Ø Gezonde en veilige werkomgeving voor iedereen. Alle werknemers hebben recht op goede sanitaire voorzieningen en toegang tot water.

Ø Afschaffing kinderarbeid en dwangarbeid.

Ø Respect van de rechten van inheemse volkeren.

Ø Gelijkheid van mannen en vrouwen. Geen discriminatie op de werkvloer.

Ø Geen tijdelijke contracten en werk via koppelbazen

Ø Maximale werkweek van 48 uur.

Ø Iedereen heeft het recht zich te organiseren in een vakbond.

Ø Recht op CAO onderhandelingen moet worden gerespecteerd

Ø Recht op staking moet worden gerespecteerd.

Ø Sociale zekerheid en gezondheidszorg toegankelijk en betaalbaar voor iedereen.

Toelichting belangrijke lobbypunten

  1. Scholing en integratie achtergestelde groepen

In het verdrag moet breed aandacht besteed worden aan thema’s als kinderarbeid, werknemersrechten, gendergelijkheid en scholing en integratie van gehandicapten.

Werknemers moeten bijgeschoold worden en voldoende uitgerust worden om de nieuwe uitdagingen van het akkoord het hoofd te kunnen bieden. Het is belangrijk om voordat er gesproken wordt over economische integratie er sprake is van integratie in de maatschappij van achtergestelde groepen.

  1. Kinderarbeid

Kinderarbeid is zonder meer een van de meest problematische en complexe sociaalpolitieke thema’s. Vooral als je in beschouwing neemt dat de meerderheid van de Midden-Amerikaanse bevolking in armoede leeft waardoor kinderen genoodzaakt zijn met hun school te stoppen om hun familie financieel bij te staan.

In het vrijhandelsverdrag met Europa moet een hoofdstuk worden opgenomen waarin alle landen die ondertekenen zich verplichten maatregelen te nemen tegen kinderarbeid in hun eigen land. Daarnaast moet er een gemeenschappelijke agenda komen met als doel de uitroeiing van kinderarbeid en een keurmerk komen dat producten uit midden Amerika tot stand zijn gekomen zonder kinderarbeid. Het is belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de achterliggende oorzaken van kinderarbeid. Daarom is het van belang dat:

- de internationale conventies , declaraties, wetten etc over bescherming van de rechten van het kind worden nageleefd

- de ondertekenaars van het verdrag worden zich verplichten een programma uit te voeren om kinderarbeid ut te roeien. Een percentage van de exportinkomsten zou hiervoor ter beschikking gesteld kunnen worden.

- Verbieden om kinderen onder de 18 jaar te laten werken met economische en vrijheidssancties voor werkgevers die zich hier niet aan houden.

- Definiëren van specifieke concrete acties in samenwerking met de civil society.

  1. Gedwongen arbeid.

Met name boeren, inheemse groepen en mensen uit verafgelegen gebieden krijgen te maken met dwangarbeid.

Het minimum aan maatregelen dat genomen moet worden is;

- alle wetgeving in de verschillende Midden-Amerikaanse landen moeten normen bevatten die garanderen dat geen enkele persoon ten prooi mag vallen aan dwangarbeid of enige andere vorm van uitbuiting.

- Schending van deze wetten moet worden bestraft met gevangenisstraf, sluiting van de betreffende bedrijven en een permanent verbod op export van producten van deze bedrijven.

  1. Inheemse volkeren

In alle landen van Midden Amerika leven grote groepen inheemse volkeren of indianen. Gezien het grote belang van deze groepen voor de multi-etnische maatschappij is het van belang dat er in welk akkoord dan ook rekening wordt gehouden met hun situatie en dat voorkomen wordt dat deze groepen nog meer in een achterstandspositie komen want traditioneel worden deze groepen dor de respectievelijke regeringen vergeten.De inheemse groepen zijn als sector georganiseerd, maar ook in vakbonden, met name in Guatemala.

Een van de problemen die commerciële akkoorden veroorzaken is dat sommige ondernemingen de gewassen privatiseren, waardoor een nieuwe vorm van afhankelijkheid ontstaat.

De CCT stelt voor:

- er moeten multidisciplinaire teams komen die het regionale beleid vaststellen met als uitgangspunt de humane integrale ontwikkeling van deze groeperingen. Scholing en vorming, genereren van werk, respect voor de natuurlijke hulpbronnen en culturele identiteit zijn daarbij van belang. De volkeren moeten actief betrokken worden bij de totstandkoming van het beleid. Om dit te bereiken is internationale steun van essentieel belang.

  1. Gendergelijkheid

Geweld tegen vrouwen bestaat in vele vormen en op vele terreinen. Vrouwen zijn het slachtoffer van discriminatie en ongelijke behandeling. Een voorbeeld is de maquila sector waar vrouwen die zwanger zijn worden ontslagen of dagen moeten maken van 15 uur.

De volgende maatregelen moeten genomen worden:

- In de Midden-Amerikaanse wetgeving moet de het concept van de achtergestelde positie van vrouwen op de werkvloer worden opgenomen, zoals gedefinieerd door de VN in artikel 1 over de uitroeiing van discriminatie tegen vrouwen.

- Aanpassen van de wetgeving zodat discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt en binnen kan worden bestraft evenals seksueel misbruik en fysieke of morele onderdrukking.

- Garanderen van bescherming van de misbruikte persoon door maatregelen te nemen die een einde maken aan het misbruik en het kenbaar maken van het misbruik bij de betreffende instanties.

- Regeringen moeten voorlichtingscampagnes ontwikkelen en werkgevers moeten actief de rechten van de vrouw promoten in hun bedrijven.

- Elk land moet een publieke instantie hebben die maatschappelijke hulp kan bieden aan slachtoffers van geweld en discriminatie op de werkvloer.

  1. Arbeidscontracten

Uitgangspunt moet zijn een vast arbeidscontract. In veel landen in Midden Amerika is een tijdelijk contract of stukwerk echter meer regel dan uitzondering, ondanks dat in de meeste wetgeving staat dat dergelijke contracten juist uitzondering moeten zijn. Er bestaan vaak geen afspraken over hoe vaak een tijdelijk contract mag worden verlengd of de maximale duur van een tijdelijk contract. Het ministerie van arbeidszaken noch justitie doen iets tegen de tijdelijke contracten, waardoor regels alleen op papier bestaan maar in de praktijk geen enkele waarde hebben. Met tijdelijke contracten hoeven de werkgevers geen sociale lasten te betalen.

Daarom stelt de CCT voor:

- Unificatie van de Midden-Amerikaanse arbeidswetgeving waarin wordt opgenomen dat tijdelijke contracten uitzondering zijn en waarbij een controle mechanisme in het leven wordt geroepen zodat er sancties kunnen worden genomen tegen werkgevers die de regels overtreden.

- Er moeten voorschriften komen voor contracten van professionele diensten

- Werknemers hebben het recht op betaling van sociale zekerheid

  1. Werkdag

In ILO conventie nummer 1 staat dat een werkdag maximaal 8 uur per dag beslaat en een werkweek maximaal 48 uur. De wetgevingen in alle Midden-Amerikaanse landen respecteren deze ILO conventie, maar in de praktijk worden met name in de manufacturenbedrijven deze maximale uren fors overschreden en maken werknemers dagen van meer dan 12 uur, dagen achter elkaar.

Voorstel van de CCT:

- Verbod op werkdagen van meer dan 8 uur / werkweek meer dan 48 uur

- Het nemen van maatregelen door de betreffende overheden tegen bedrijven die hun werknemers meer dan de door de ILO internationaal vastgestelde uren laten werken. Door ze hoge boetes op te leggen of hun bedrijven tijdelijk of voorgoed te sluiten.

  1. Vakbondsvrijheid

Vakbondsvrijheid is een van de grondvoorwaarden voor het functioneren van een democratie. Regeringen zijn verplicht om de vrijheid van vakbeweging te waar borgen. In geen enkel Midden-Amerikaans land bestaat een wet die sancties oplegt aan bedrijven die werknemersrechten schenden. De klachten van de Midden-Amerikaanse vakbeweging hebben vooral te maken met het niet respecteren van fundamentele rechten en dan met name de veiligheid van personen, de vrijheid van vereniging, de vrijheid van meningsuiting, de bescherming van eigendommen van de vakbeweging. De schending van vakbondsrechten komen ook tot uiting in wetten die het individuele belang boven het collectieve belang stellen, waardoor de vakbeweging verzwakt wordt. Daarnaast bestaan er zwarte lijsten, die vaak zelfs bekend zijn bij het ministerie van arbeid. Op deze zwarte lijsten staat wie lid is van een vakbond, mensen die op deze zwarte lijst staan kunnen geen baan krijgen bij een reeks van bedrijven.

Voorstellen CCT:

- acties tegen vakbondsvrijheid en gedragingen tegen werknemersrechten moeten als delict worden aangemerkt en bestraft worden om zo straffeloosheid tegen te gaan. Er moet direct op zeer korte termijn door overheden juridische actie ondernomen worden en sancties worden opgelegd, met name als het gaat om mishandeling van vakbondsleiders. Daarnaast moeten er regelgeving komen tegen de arrestatie en willekeurige opsluiting van vakbondsleiders .

- Met betrekking tot mishandeling en marteling moeten vakbondsleiders net al ieder ander persoon genieten van de garanties die de declaratie van de universele rechten van de mens biedt.

- De huidige regelgeving moet aangepast worden zodat de vrijheid van vereniging van werknemers en het aansluiten bij een vakbond wordt gerespecteerd. En gegarandeerd evenals de uitvoering van vakbondsactiviteiten en de autonomie van vakbonden.

Hat gaat ons niet alleen om de regelgeving maar ook om de uitleg hiervan in de praktijk en de gerechtigheid. Guatemala is het op een na gevaarlijkste land in Latijns Amerika als het gaat om vakbondsvrijheid, na Colombia. Dit terwijl het tegelijkertijd een van de landen is die de meeste ILO conventies heeft geratificeerd.

  1. CAO

Het recht op CAO wordt in veel landen niet gerespecteerd. De onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers gaan moeizaam en komen amper van de grond, met name door wantrouwen vanuit de werkgevers en een vakbeweging die maar een klein deel van de werknemers vertegenwoordigd.

- Er moeten gezamenlijke samenwerkingsprogramma’s komen die de regelgeving moet aanpassen maar ook iets doet tegen de manier waarop regels in de praktijk worden gebracht door werkgevers, sommige werkgevers rekken het CAO onderhandelingsproces dusdanig dat bij afronding van de onderhandelingen al met nieuwe onderhandelingen moet worden begonnen.

- Alle ondertekenaars van de akkoordenmoeten de ILO conventies met betrekking tot het recht op CAO ratificeren

- Werknemers moeten betrokken worden bij de besluitvorming in hun bedrijf.

  1. Stakingsrecht

Het stakingsrecht wordt op papier door de regeringen erkend, maar in de praktijk worden stakingen hardhandig neergeslagen.

- Er moeten programma’s komen die een alternatief bieden om tot oplossingen te komen voor arbeidsconflicten.

- De wetgeving moet aangepast worden zodat iedere werknemer in welke sector dan ook stakingsrecht heeft. Nu is het zo dat in een aantal landen in Midden Amerika werknemers in de publieke sector geen recht hebben op staking.

- Reduceren van de eisen zodat een staking niet als illegaal wordt beschouwd, wat tot nu toe meestal het geval is.

  1. Sociale zekerheid:

Sociale zekerheid moet mensen de bescherming geven zodat ze gedurende hun leven in hun behoeften kunnen voorzien, hier ligt een gezamenlijke taak voor de regering en de maatschappij. Het systeem van sociale zekerheid moet verder gaan dan risicodekking maar moet instaan voor het welzijn van de bevolking. In Midden Amerika voldoet het sociale zekerheidssysteem niet aan waar het voor bedoeld is., veelal worden ze geprivatiseerd waardoor grote groepen geen toegang hebben tot sociale zekerheid.

Voorstel CCT:

- Alle regeringen moeten programma’s ontwikkelen zodat er eenduidige diensten ontstaan waar alle burgers toegang tot hebben.

- Hervorming van de inspectiesystemen en financiering van sociale zekerheid zodat de lasten van het systeem met name betaald worden door de grote en middelgrote bedrijven en niet door de arbeidersklasse.

- Ontwikkelen van programma’s voor waardige arbeid om zo informele arbeid en werkloosheid tegen te gaan.

Om de bovenstaande voorstellen en doelen te verwezenlijken doet de CCT de volgende voorstellen:

- oprichting van een entiteit die toezicht houdt op de arbeidsrelaties in Midden Amerika met vertegenwoordigers van de overheid, de werkgevers en de werknemers van alle Midden Amerikaanse landen en tenminste 1 vert6egenwoordiger van ieder europees land. Met als doel de inspectie van de arbeidsrelaties en het voldoen aan internationale eisen.

- Proces van internationale certificatie van voldoen aan de regels van arbeidsrelaties. Bedrijven moeten voldoen aan de minimale eisen die internationaal worden gesteld aan kwaliteit, respect voor mensenrechten en een adequaat productiesysteem, minimale voorwaarden voor waardige arbeid dit is belangrijk in het kader van een vrijhandelsverdrag. Europese consumenten stellen eisen aan de condities waaronder een product tot stand is gekomen, hierdoor wordt druk op uit geoefend op bedrijven om op een andere manier te produceren. Er moet een standaard verificatiesysteem komen dat de werknemersrechten garandeert met op zijn minst regels over kinderarbeid, dwangarbeid, gezondheid en veiligheid op de werkvloer, vrijheid van vereniging, recht op CAO onderhandelingen, geen discriminatie, duur van de werkdag etc.

- Verplichting van de ondertekenaars om een groot aantal ILO conventies te ratificeren, zodat er een uniforme arbeidswetgeving komt in Midden Amerika.

- Opzetten van een Midden Amerikaans instituut voor werk, dat als belangrijke taak heeft de arbeidsrelaties in de regio in kaart te brengen, problemen te identificeren en oplossingen aan te dragen.

- Publiekscampagne in Midden Amerika om werkgevers en de bevolking bewust te maken van sociaal ondernemersschap.

- Stimulering van burgerparticipatie in het productieproces

- Oprichting van een Latijnsamerikaanse bank ter bestrijding van de armoede. Een regionale entiteit zonder winstoogmerk. Kredietverlening aan kleine en middelgrote ondernemers.

- Hervorming onderwijssysteem invoering van een onderwijssysteem voor het leven.

- Opzetten van een juridisch adviessysteem via internet

Conclusie:

Het probleem in Midden Amerika met betrekking tot arbeidsrelaties is niet zozeer de regelgeving, maar meer de uitvoering hiervan in de praktijk. Daarom is het nodig de wetgeving te standaardiseren, met als uitgangspunt het respecteren en effectief uitvoeren van de ILO conventies. De samenwerking en economische steun van de EU en de uitwisseling van kennis tussen beide regio’s is van essentieel belang om voorstellen op het gebied van werknemersrechten succesvol uit te voeren. Het associatieverdrag en het vrijhandelsakkoord moeten mechanisme bevatten die de werknemersrechten garanderen en die behalve instrumenten voor economische groei een middel moeten zijn voor duurzame humane ontwikkeling. De participatie van alle maatschappelijke sectoren bij de totstandkoming van een associatieverdrag en het vrijhandelsverdrag is van essentieel belang.

Samenwerking drie Midden Amerikaanse vakbondskoepels

Drie Midden Amerikaanse vakbondskoepels, de CCT, de CSACC en de PSCC werken samen rond de verdragen. Op 2 maart zijn vertegenwoordigers van het Europees Vakverbond EVV en de 3 Midden-Amerikaanse vakbondskoepels in Panama City bij elkaar geweest om te spreken over de onderhandelingen tussen Midden Amerika en de EU. In een gezamenlijke verklaring stellen zij samen een sociaal voorstel voor de onderhandelingen uit te werken. Dat voorstel gaat over werkgelegenheid en arbeids- en sociale rechten, die een onderdeel van de akkoorden met de EU zouden moeten vormen.

In mei zijn vertegenwoordigers van de drie stromingen weer bij elkaar geweest en is een coördinatieteam gevormd dat de standpuntbepaling rondom een aantal thema’s gaat uitwerken o.a. over arbeidsrechten, werkgelegenheid, handel gericht op menselijke ontwikkeling, samenwerking en regionale integratie. Eind juni is besloten dat tussen half juli en half september de verschillende vakbondsorganisaties hun basis consulteren en het document ter goedkeuring voorleggen. Half oktober vindt er een bijeenkomst plaats met vertegenwoordigers van de drie stromingen en is het de bedoeling dat het document officieel wordt goedgekeurd. Op de agenda van die bijeenkomst staat ook het vaststellen van een lobby agenda. Begin november vindt er een regionale conferentie plaats.

CC-SICA

De SICA (Systeem voor Integratie Midden Amerika) is de instelling van de Midden-Amerikaanse landen die de onderhandelingen met de Europese Unie voert. Vakbonden, werkgeversorganisaties en maatschappelijke organisaties in Midden Amerika kunnen invloed uitoefenen via het zogeheten Consultatief Comité van de SICA. De vakbeweging in Midden Amerika heeft een sterke positie in dat Consultatief Comité, want Carlos Molina van de CCT heeft het voorzitterschap van dit Consultatief Comité. De CC-SICA is een officiële instantie, maar vertegenwoordigt niet het regeringsbeleid, zij vertegenwoordigt de verschillende sociale sectoren. Het consultatieve comité van de SICA bestaat uit vertegenwoordigers van 26 verschillende maatschappelijke sectoren. De organisaties moeten aan een aantal eisen voldoen, het moeten regionale organisaties zijn die minimaal in 4 van de Midden-Amerikaanse landen actief zijn. Het moeten representatieve organisaties zijn met een nationale sociale basis in de verschillende landen. Er worden drie sectoren onderscheidden, de werknemers, werkgevers en overigen. Het gaat om zeer uiteenlopende organisaties waaronder 3 vakbondskoepels, de werkgeverssector met o.a. verschillende kamers van koophandel, de universiteiten, vrouwenorganisaties, boeren, kleine producenten etc.

De CC-SICA gaat in de verschillende landen de dialoog aan met de civil society in de verschillende landen, ook met organisaties die geen regionale structuur hebben en NGO’s die niet vertegenwoordigd zijn in de CC-SICA. Doel is om een brede nationale en regionale lobby agenda op te stellen.

Samenwerking CESE

De CC-SICA werkt samen het Europees Sociaal Economisch Comité, CESE. Beide organisaties kunnen gezien worden als counterpartorganisaties en hebben als doel dat in de akkoorden een sociale dimensie komt. Tussen beide organisaties is in 2006 een samenwerkingsovereenkomst gesloten en is een gezamenlijke agenda opgesteld omtrent de lobby en standpuntbepaling. Via de CC-SICA en de CESE wordt ook gewerkt aan een dialoog tussen de Europese en Midden Amerikaanse civil society, op die manier komt een breed spectrum aan onderwerpen en voorstellen voor het voetlicht.

In juli 2007 heeft het Europese Sociaal en Economisch Comité een verklaring aangenomen over de relaties tussen de EU en Midden-Amerika. Het comité stelt vast dat de relaties tussen beide regio’s al verschillende jaren veel verder gaan dan alleen handelsrelaties, maar dat het gaat om een gezamenlijke inspanning om te komen tot een maatschappij gebaseerd op de rechtstaat, de democratie, het respect voor de mensenrechten, de vrede en de solidariteit tussen de volkeren. Het comité hoopt dat de onderhandelingen over een associatieverdrag bijdragen aan de versterking van de civil society in Midden-Amerika.

In het associatieverdrag moeten sociale clausules worden opgenomen,vindt het comité, zodat het verdrag ten goede komt aan de gehele maatschappij en een beslissende factor wordt voor de consolidatie van de democratie, de strijd tegen de armoede, de sociale uitsluiting en de werkloosheid. Ook moet het verdrag bijdragen aan een economisch model dat niet bijdraagt aan de vergroting of verdieping van de ongelijkheid. Bijzondere aandacht, aldus het comité, moet worden gegeven aan de Internationale Normen van de Internationale Arbeidsorganisatie ILO. Tijdens de onderhandelingen en daarna, moet er op worden toegezien dat de regeringen in de landen deze normen volledig respecteren.

CESE en CC- SICA stellen voor een gezamenlijk consultatief comité te vormen voor het toekomstige associatieverdrag dat de civil society uit beide regio’s vertegenwoordigt om zo de sociale en economische dialoog met de civil society te waarborgen. Tevens willen ze een gezamenlijk monitoringscomité in het leven roepen die het onderhandelingsproces op de voet volgt. Beide comités moeten geïnstitutionaliseerd worden binnen het kader van het toekomst associatieverdrag.

Websites:

www.clat.nl

www.cct-clat.org

www.ccsica.org