dinsdag, november 04, 2008

AJEL een Guatemalteeks dorpje in de Altiplano op enkele tientallen kilometers van Mexico


AJEL een Guatemalteeks dorpje in de Altiplano op enkele tientallen kilometers van Mexico

Een lieflijke omgeving in de bergen, te vergelijken met de Ardennen maar dan honderden meters hoger en steiler.

Maar….. Ook een Canadese Mijnbouwfirma heeft haar dochterorganisatie naar deze lieflijke omgeving gestuurd om een open goud- en zilvermijn te ontginnen.

Wat is een open mijn? Bergen worden afgegraven en waar de ondergrond te hard is wordt die tot ontploffing gebracht met alle gevolgen voor de omgeving en milieu. Daarna worden de ertsen gewassen met heel veel water dat verstuifd wordt om de cyanide, een ernstig giftig middel, niet te ver te laten wegwaaien. Ze bouwen ook een dam om meer water te kunnen stockeren en te kunnen gebruiken.


De mijnbouwers hadden 4 km² nodig en wilden die natuurlijk zo goedkoop mogelijk in handen krijgen.

Hoe? Door voor de inwoners een feest te geven met vlees en veel drank en door ze op dat moment mondeling te beloven dat ze een verharde straat zouden krijgen, verharde patio’s,voortuinen, waar ze hun koffiebonen kunnen te drogen leggen. Een schooltje in hun dorp. Ze gingen zelfs stenen woningen bouwen, sterker dan de meestal houten huisjes die ze momenteel betrekken.

Ijzer smeden als het heet is, dachten ze en terwijl ze de inwoners het hoofd op hol brachten met zogezegde mooie sommen geld werden de eerste schriftelijke contracten opgesteld.


Sommigen lieten hun grond voor 4000 Q (quetzales plaatselijke munt) per 400 m² (hun oppervlakte-eenheid over aan de mijnbouwers. Dit bedrag is relatief laag, ongeveer 400 € voor 400 m². Op zich is dat veel geld maar dan kan je geen ander onderkomen of terrein voor kopen.


Anderen kregen 10 maal meer voor hun gronden. De sociale gevolgen bleven niet uit.

Degenen die met hun grond ook hun huis verkochten moesten de dag na ondertekening onverbiddelijk uit hun woning. Velen besteedden hun geld aan drank en verwaarloosden hun gezin tot ze ontdekten dat het geld opraakte en ze geen ander onderkomen hadden gevonden.

Geen huis, geen werk, geen geld, geen gezin meer, miserie troef.


Maar…eens de mijn in actie krijgen de bewoners die overbleven in AJEL het nog harder te verduren. De paar stenen woningen krijgen barsten in hun huis, de waterlopen raakten vergiftigd door de cyanide. Waterputten met de levensnoodzakelijke voorrraad water raken leeg.

Kleine kinderen krijgen onverklaarbare huiduitslag met vreselijke jeuk en wonden tot gevolg.

De gewassen krijgen niet meer het volume van voorheen bij gebrek aan water.


Ze probeerden door te praten overeenkomsten te sluiten met de mijneigenaars om hun rechten te vrijwaren. Ze werden niet getolereerd en kwamen in actie door de wegen naar de mijn te blokkeren.

Gevolg: op een morgen om 5.00u komen 300 politieagenten een dorpsverantwoordelijke uit zijn houten huisje met hangslot sleuren. Hij toont me het verwrongen slot dat hij als bewijs bij houdt. Hij wordt met enkele anderen opgesloten, vernederd en geslagen. Na een week naakt in de gevangenis te hebben verbleven zonder het hem voorgehouden formulier te tekenen waarmee hij zou bekennen dat hij een rebel is of deel uitmaakt van een rebellengroep, worden hij en de anderen vrij gelaten. Leden van een vereniging, Copae, hebben ondertussen advocaten aangesteld en betaald om ze vrij te pleiten, maar na een jaar waren ze nog niet vrijgepleit van schuld. Dit wil zeggen dat ze ten allen tijde nog zonder reden opgepakt kunnen worden voor ondervraging.

Dit alles gebeurt terwijl de hoofdschuldigen, veel geld verdienen op de kap en de gezondheid van de Indígenas.


In die streek rond San Marcos tracht bisschop Rammazzini de mensen zoveel mogelijk te helpen en te ondersteunen, op gevaar van eigen leven. Hij werd al verschillende keren bedreigd.


Adri Daniëls december 2007