Beste Wereldburger,
Voor we de Belgische zomer en vakantie induiken sturen wij u graag de nieuwsbrief van Wereldsolidariteit Leuven, juni 2012.
Veel leesplezier!
In deze editie kom je meer te weten over:
- Twee compañeros uit Guatemala (klik hier)
- Cubanamiddag, een succes! Lees de samenvatting van de namiddag. (klik hier)
- Zwarte dag op IAO-conferentie (klik hier)
- Actie: Domestic workers - 12 by 12 (klik hier)
- Actie 12 by 12: ook in België? (klik hier)
- Actie: Wereldsolidariteit, Jong ACW en ACV jongeren voor Schone Kleren (klik hier)
Stuur deze brief gerust naar andere geïnteresseerden. Wil je opgenomen worden in de mailinglijst of wil je de nieuwsbrief liever niet meer ontvangen, laat dit weten via maarten.milloen@acw.be.
donderdag, juni 28, 2012
Twee compañeros uit Guatemala
Maria Magdalena Tzul, uit de koffieplantage via het armoedige maïsveld in het vliegtuig gestapt: bestemming Brussel. Goedlachse spraakwaterval, gedreven vertegenwoordiger van haar volk. Van haar komt de bevestiging van de ons bekende verhalen over onderdrukking, onrecht en de harde, soms uitzichtloze strijd van de plattelandsbevolking, strijd voor een menselijk bestaan voor henzelf en vooral voor hun kinderen.
Verbaasd kijkend naar onze sociale verworvenheden na een eeuw sociale strijd, aandachtig voor de uitdagingen die ons wachten in een eeuw waar de “markten“ aan het roer staan; dankbaar om te kunnen kijken en luisteren naar onze manier van leven.
Zij brengt ons de verhalen van haar volk, verhalen over kwetsbaarheid, over vallen en opstaan, hoop- en wanhoop, corruptie en geweld, over vernedering en uitbuiting, maar toch met het rotsvaste geloof op een betere toekomst .
Felix Reyes, als vakbondsafgevaardigde uit het fruitsap van Kerns gestapt, nauwelijks enig verschil met werknemers van gelijkaardige Belgische of Europese bedrijven. Dank zij een sterke vakbondswerking (95% aangesloten werknemers !!) hoog opgeklommen op de sociale ladder ,met alle verworvenheden waartoe een sterke vakbondswerking ook ons heeft gebracht :correct loon, betaalde vakantie, ziekteverzekering, pensioenrechten enz.
Felix Reyes , geen spraakwaterval maar even beminnelijk, gedragen door de grote liefde voor zijn familie en zijn volk, zich bewust van de grote uitdagingen en zijn bevoorrechte positie dank zij o.a. de vakbondswerking van de CGTG binnen het bedrijf.
Samen in de wagen op weg van Ter Duinen (Nieuwpoort )naar Leuven. Moe maar tevreden.
En dan klinkt vanaf de voorbank een (h)eerlijke stem , die de tederheid en de pracht van Guatemala bezingt ,Felix valt naadloos in en een wagen gevuld met emotie en ontroering rolt naar Leuven ; voor ons kan de reis niet lang genoeg duren .
En dan … declameert Maria Helena haar eigen poëzie, met een overtuiging en gedrevenheid die ons sprakeloos laat.
GEKWELDE TZUL (*)
Gekwelde Tzul ,
Bij je geboorte vormden zich landschappen op de maan,
Ontsprongen meren in het luchtruim
Het volk, geknield om erbarmen smekend zonder enig gehoor
Marimba van de klanken
Marimba van de Tun
Marimba van bergketens en rivieren
Marimba van de landschappen
Met de nadruk op het collectieve wordt uw naam in mijn poëzie herboren
En richt zich tot zij die het volk onderdrukken .
Volk , dat in plaats van brood enkel ellende kauwt .
(*)Inheems voor marimba
Maria en Felix, het was een geschenk om jullie bij ons te hebben.
Door Roland Van Criekingen
Op de foto: Maria, Felix en Roland
Verbaasd kijkend naar onze sociale verworvenheden na een eeuw sociale strijd, aandachtig voor de uitdagingen die ons wachten in een eeuw waar de “markten“ aan het roer staan; dankbaar om te kunnen kijken en luisteren naar onze manier van leven.
Zij brengt ons de verhalen van haar volk, verhalen over kwetsbaarheid, over vallen en opstaan, hoop- en wanhoop, corruptie en geweld, over vernedering en uitbuiting, maar toch met het rotsvaste geloof op een betere toekomst .
Felix Reyes, als vakbondsafgevaardigde uit het fruitsap van Kerns gestapt, nauwelijks enig verschil met werknemers van gelijkaardige Belgische of Europese bedrijven. Dank zij een sterke vakbondswerking (95% aangesloten werknemers !!) hoog opgeklommen op de sociale ladder ,met alle verworvenheden waartoe een sterke vakbondswerking ook ons heeft gebracht :correct loon, betaalde vakantie, ziekteverzekering, pensioenrechten enz.
Felix Reyes , geen spraakwaterval maar even beminnelijk, gedragen door de grote liefde voor zijn familie en zijn volk, zich bewust van de grote uitdagingen en zijn bevoorrechte positie dank zij o.a. de vakbondswerking van de CGTG binnen het bedrijf.
Samen in de wagen op weg van Ter Duinen (Nieuwpoort )naar Leuven. Moe maar tevreden.
En dan klinkt vanaf de voorbank een (h)eerlijke stem , die de tederheid en de pracht van Guatemala bezingt ,Felix valt naadloos in en een wagen gevuld met emotie en ontroering rolt naar Leuven ; voor ons kan de reis niet lang genoeg duren .
En dan … declameert Maria Helena haar eigen poëzie, met een overtuiging en gedrevenheid die ons sprakeloos laat.
GEKWELDE TZUL (*)
Gekwelde Tzul ,
Bij je geboorte vormden zich landschappen op de maan,
Ontsprongen meren in het luchtruim
Het volk, geknield om erbarmen smekend zonder enig gehoor
Marimba van de klanken
Marimba van de Tun
Marimba van bergketens en rivieren
Marimba van de landschappen
Met de nadruk op het collectieve wordt uw naam in mijn poëzie herboren
En richt zich tot zij die het volk onderdrukken .
Volk , dat in plaats van brood enkel ellende kauwt .
(*)Inheems voor marimba
Maria en Felix, het was een geschenk om jullie bij ons te hebben.
Door Roland Van Criekingen
Op de foto: Maria, Felix en Roland
Actie: Domestic workers - 12 by 12
Join our campaign for rights and protection for domestic workers
The End of Modern-day Slavery: There are over 100 million workers employed to do work in someone else’s house all over world. These domestic workers clean, cook, do laundry, provide care to children and the elderly and lots more. Their work is undervalued, underpaid, invisible, not recognised, and not respected. The majority of domestic workers are women (82%) – many are migrants or children. (...)
In many countries domestic workers are excluded from labour legislation and social protection schemes. Many are denied the right, either in law or in practice, to form or join a trade union. As a result, mistreatment, exploitation, violence, and physical and sexual abuse are frequent and often go unpunished.
In June 2011 the UN body that deals with labour issues, the International Labour Organisation (ILO), adopted Convention 189 (C189) and Recommendation 201 (R201) on Domestic Workers.
Convention 189 recognises the right of domestic workers to join and form trade unions, which is still forbidden in many countries. It also protects the right to minimum wage in countries where it exists, and protects monthly payments and access to social security including in the case of maternity. The Convention gives domestic workers one day off per week and regulates their working hours.
In essence, the Convention guarantees that domestic workers are treated as any other worker under labour legislation. This Convention will enter into force once two countries have ratified it.
12 by 12 campaign
In December 2011, the International Trade Union Confederation (ITUC) launched the “12 x 12” worldwide campaign on getting 12 countries to ratify ILO Convention No 189 by the end of 2012. The campaign has already mobilised 12 by 12 coalitions in 73 countries, demanding the ratification of Convention No 189 and better national laws. The 12 by 12 coalitions take various actions to get the attention of decision makers, organise public events to promote ILO Convention No 189 and reach out to groups and organisations supportive of domestic workers rights.
Keep up the pressure and call for the ratification of ILO Convention No189!
What can you do?
Check the 12 by 12 websites at http://www.ituc-csi.org/travailleurs-euses-domestiques,513.html and http://www.idwn.info/
Put the 12 by 12 logo on your website and join us on Facebook where hundreds of activists
Connect and share information and updates on the ’12 by 12’ campaign: http://www.facebook. com/groups/174009729373613/#!/groups/231305920281513/
Take actions and organise events with domestic workers, trade unions and supportive organisations as part of the ’12 by 12’ campaign. Invite the media, take pictures and post them on the web!
Promote the 12 by 12 campaign and raise the importance of ILO Convention No 189 at all fora, meetings and events in which you take part.
Write letters, articles, tweets on the 12 by 12 campaign.
Sign up to the ’12 by 12’ newsletter (equality@ituc-csi.org) .
Speak up in defence of domestic workers rights!
Much more
Join our campaign to support the rights of domestic workers in your country!
More information on: www.ituc-csi.org
The 12 by 12 Campaign is an initiative of the International Trade Union Confederation (ITUC) in partnership with the International Domestic Workers Network (IDWN), the European Trade Union Confederation (ETUC) , Public Service International (PSI), The International Union of Food, Agricultural, Hotel, Restaurant, Catering, Tobacco and Allied Workers’ Associations (IUF), Human Right Watch, Anti-Slavery International, Solidar, Migrant Forum Asia (MFA), World Solidarity and Caritas.
bron: http://www.ituc-csi.org/
The End of Modern-day Slavery: There are over 100 million workers employed to do work in someone else’s house all over world. These domestic workers clean, cook, do laundry, provide care to children and the elderly and lots more. Their work is undervalued, underpaid, invisible, not recognised, and not respected. The majority of domestic workers are women (82%) – many are migrants or children. (...)
In many countries domestic workers are excluded from labour legislation and social protection schemes. Many are denied the right, either in law or in practice, to form or join a trade union. As a result, mistreatment, exploitation, violence, and physical and sexual abuse are frequent and often go unpunished.
In June 2011 the UN body that deals with labour issues, the International Labour Organisation (ILO), adopted Convention 189 (C189) and Recommendation 201 (R201) on Domestic Workers.
Convention 189 recognises the right of domestic workers to join and form trade unions, which is still forbidden in many countries. It also protects the right to minimum wage in countries where it exists, and protects monthly payments and access to social security including in the case of maternity. The Convention gives domestic workers one day off per week and regulates their working hours.
In essence, the Convention guarantees that domestic workers are treated as any other worker under labour legislation. This Convention will enter into force once two countries have ratified it.
12 by 12 campaign
In December 2011, the International Trade Union Confederation (ITUC) launched the “12 x 12” worldwide campaign on getting 12 countries to ratify ILO Convention No 189 by the end of 2012. The campaign has already mobilised 12 by 12 coalitions in 73 countries, demanding the ratification of Convention No 189 and better national laws. The 12 by 12 coalitions take various actions to get the attention of decision makers, organise public events to promote ILO Convention No 189 and reach out to groups and organisations supportive of domestic workers rights.
Keep up the pressure and call for the ratification of ILO Convention No189!
What can you do?
Check the 12 by 12 websites at http://www.ituc-csi.org/travailleurs-euses-domestiques,513.html and http://www.idwn.info/
Put the 12 by 12 logo on your website and join us on Facebook where hundreds of activists
Connect and share information and updates on the ’12 by 12’ campaign: http://www.facebook. com/groups/174009729373613/#!/groups/231305920281513/
Take actions and organise events with domestic workers, trade unions and supportive organisations as part of the ’12 by 12’ campaign. Invite the media, take pictures and post them on the web!
Promote the 12 by 12 campaign and raise the importance of ILO Convention No 189 at all fora, meetings and events in which you take part.
Write letters, articles, tweets on the 12 by 12 campaign.
Sign up to the ’12 by 12’ newsletter (equality@ituc-csi.org) .
Speak up in defence of domestic workers rights!
Much more
Join our campaign to support the rights of domestic workers in your country!
More information on: www.ituc-csi.org
The 12 by 12 Campaign is an initiative of the International Trade Union Confederation (ITUC) in partnership with the International Domestic Workers Network (IDWN), the European Trade Union Confederation (ETUC) , Public Service International (PSI), The International Union of Food, Agricultural, Hotel, Restaurant, Catering, Tobacco and Allied Workers’ Associations (IUF), Human Right Watch, Anti-Slavery International, Solidar, Migrant Forum Asia (MFA), World Solidarity and Caritas.
bron: http://www.ituc-csi.org/
Actie 12 12: ook in België?
Op 15 juni voerden ACV, ACV Voeding en Diensten, Wereldsolidariteit en de National Domestic Workers Movement (India) actie aan het kabinet van Minister van werk Monica De Coninck. Exact een jaar na de goedkeuring door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) van de conventie voor waardig werk voor huispersoneel drongen de actievoerders aan op een snelle Belgische ratificatie van deze conventie. De minister beloofde hier met bekwame spoed werk van te maken. Het Belgisch regeerakkoord voorziet trouwens in deze ratificatie. Op dit moment heeft enkel Urugay de conventie al geratificeerd. Pas als twee landen de conventie hebben geratificeerd wordt ze ook daadwerkelijk van kracht. Deze actie kadert in een mondiale actiedag van de wereldvakbond. (foto: Jurgen Doom)
Wereldwijd werken meer dan honderd miljoen mensen als huispersoneel. Deze mensen koken, maken schoon, zorgen voor kinderen en ouderen,… Het overgrote deel van hen zijn vrouwen (82%), vaak gaat het ook over migranten en kinderen. Als IAO conventie 189 van kracht gaat, zou dit voor deze enorme groep werknemers een zeer belangrijke sociale doorbraak zijn:
•het recht op een minimumloon (in landen waar dit bestaat);
•een maandelijkse betaling van dit loon;
•toegang tot sociale zekerheid (ook bij zwangerschap);
•een vrije dag per week;
•afspraken rond arbeidstijd;
•het recht voor huispersoneel om zicht te verenigen in een vakbond.
De actievoerders vroegen ook betere arbeidsvoorwaarden voor dienstbodes (huishoudsters, kinderoppas,…) in België. Zij vallen immers zowel inzake sociale zekerheid als arbeidsrecht onder een oude, aparte regeling. Hun statuut is op vele vlakken minderwaardig.
Tenslotte kaartte de delegatie ook de situatie aan van huispersoneel in diplomatieke missies aan. Zowel hier in België, als in Belgische diplomatieke posten in het buitenland.
Minister De Coninck onderschreef het belang van de conventie huisarbeid en beloofde met bekwame spoed werk te maken van de ratificatie. Ze wil graag dat België het tweede land wordt dat de conventie ratificeert. Ze bevestigde dat de ratificatie van het grootste belang is voor huispersoneel in heel wat landen in het zuiden, maar ook in meer welvarende gebieden.
Chetan Chandran, vertegenwoordiger van de National Domestic Workers Movement uit India die bij de actie aanwezig was, verheugde zich op een snelle ratificatie door België. Een ratificatie door ‘Brussel’, de hoofdstad van de EU, heeft volgens hem een grote symbolische waarde. Hij hoopt dat België niet enkel zelf ratificeert, maar andere landen ook aanspoort deze conventie te ratificeren.
bron: www.wereldsolidariteit.be
Wereldwijd werken meer dan honderd miljoen mensen als huispersoneel. Deze mensen koken, maken schoon, zorgen voor kinderen en ouderen,… Het overgrote deel van hen zijn vrouwen (82%), vaak gaat het ook over migranten en kinderen. Als IAO conventie 189 van kracht gaat, zou dit voor deze enorme groep werknemers een zeer belangrijke sociale doorbraak zijn:
•het recht op een minimumloon (in landen waar dit bestaat);
•een maandelijkse betaling van dit loon;
•toegang tot sociale zekerheid (ook bij zwangerschap);
•een vrije dag per week;
•afspraken rond arbeidstijd;
•het recht voor huispersoneel om zicht te verenigen in een vakbond.
De actievoerders vroegen ook betere arbeidsvoorwaarden voor dienstbodes (huishoudsters, kinderoppas,…) in België. Zij vallen immers zowel inzake sociale zekerheid als arbeidsrecht onder een oude, aparte regeling. Hun statuut is op vele vlakken minderwaardig.
Tenslotte kaartte de delegatie ook de situatie aan van huispersoneel in diplomatieke missies aan. Zowel hier in België, als in Belgische diplomatieke posten in het buitenland.
Minister De Coninck onderschreef het belang van de conventie huisarbeid en beloofde met bekwame spoed werk te maken van de ratificatie. Ze wil graag dat België het tweede land wordt dat de conventie ratificeert. Ze bevestigde dat de ratificatie van het grootste belang is voor huispersoneel in heel wat landen in het zuiden, maar ook in meer welvarende gebieden.
Chetan Chandran, vertegenwoordiger van de National Domestic Workers Movement uit India die bij de actie aanwezig was, verheugde zich op een snelle ratificatie door België. Een ratificatie door ‘Brussel’, de hoofdstad van de EU, heeft volgens hem een grote symbolische waarde. Hij hoopt dat België niet enkel zelf ratificeert, maar andere landen ook aanspoort deze conventie te ratificeren.
bron: www.wereldsolidariteit.be
Zwarte dag op IAO-conferentie: werkgevers blazen overleg over schendingen werknemersrechten op
4 juni gaat de geschiedenis in als een zwarte dag voor de IAO-conferentie én voor de wereld, want op die dag van de 101ste IAO-conferentie zette de werkgeversgroep de discussie over de schendingen werknemersrechten stop. Sinds 1926 waakt de Commissie Normen van de IAO, zeg maar de arbeidsrechtbank van de wereld, over de toepassing van diens internationale arbeidsregels (of "fundamentele arbeidsnormen"). Tot vóór 4 juni 2012 was het nog nooit gebeurd dat er geen akkoord werd gevonden (tussen de werkgeversgroep, werknemersgroep en overheden) over de lijst met schendingen van werknemersrechten wereldwijd. Dat is nu dus wel gebeurd. Een trieste primeur die de fundamentele rechten van werknemers wereldwijd op het spel zet.
Bron: www.wereldsolidariteit.be
Lees het volledige artikel op de MO*-blog.
Bron: www.wereldsolidariteit.be
Lees het volledige artikel op de MO*-blog.
Wereldsolidariteit ijverde samen met Jong ACW en ACV jongeren voor Schone Kleren op het Wereldfeest editie 2012
Bezoekers aan dit multiculturele festival in Leuven kregen de vraag of hun kledij die ze op dat moment droegen wel “schoon” was. Naargelang de ‘score’ van hun kledij, mochten ze op de foto met een groen (schone kleren), geel, oranje, rood of zwart (geen schone kleren) bord.
De schone kleren campagne heeft immers op basis van onafhankelijk onderzoek bij verschillende modeketens en merken een brochure gemaakt met een overzicht van in hoeverre deze kledingketens ‘schone kleren’ maken, of ze met andere woorden kledij maken in ‘schone’ omstandigheden. Er werd hierbij naar 4 criteria gekeken: gedragscode, toepassing, controle en transparantie.
De resultaten van dit onderzoek werden vervolgens samengevat in een handig pamflet in zakformaat samengevat: ketens en merken die goed scoorden kregen de code groen, diegene die slecht scoorden, de code zwart, met daartussen ruimte voor nuances via de kleuren geel, oranje en rood. Door zijn formaat, past dit pamflet perfect in ieders portefeuille en kan zo geraadpleegd worden door de consument bij het winkelen.
Aansluitend bij deze actie, werd er een petitie gestart. JBC, de leverancier van de officiële en vrijetijdskleding van de Belgische delegatie op de olympische spelen, is – zo blijkt uit bovenstaand onderzoek – allesbehalve transparant inzake de arbeidsomstandigheden waarin hun kledij is vervaardigd.
Er werd in deze petitie aan JBC gevraagd volgende stappen te zetten :
1. Een gedragscode aannemen die minstens de fundamentele arbeidsnormen bevat en die geldt voor alle werknemers in de hele toeleveringsketen. Het betalen van leefbare lonen is nota bene één van de belangrijkste eisen.
2. Onafhankelijke controle op de naleving van de gedragscode door een controle-initiatief waar de bedrijfswereld, vakbonden en NGO’s bij betrokken zijn. De voorkeur gaat naar lidmaatschap van Fair Wear Foundation, een onafhankelijke controle-organisatie.
3. Transparantie over de inspanningen die JBC doet voor goede arbeidsomstandigheden en over de controleresultaten.
Door Liesbeth Loddewykx
Meer informatie over de schone kleren campagne vind je op www.schonekleren.be.
De schone kleren campagne heeft immers op basis van onafhankelijk onderzoek bij verschillende modeketens en merken een brochure gemaakt met een overzicht van in hoeverre deze kledingketens ‘schone kleren’ maken, of ze met andere woorden kledij maken in ‘schone’ omstandigheden. Er werd hierbij naar 4 criteria gekeken: gedragscode, toepassing, controle en transparantie.
De resultaten van dit onderzoek werden vervolgens samengevat in een handig pamflet in zakformaat samengevat: ketens en merken die goed scoorden kregen de code groen, diegene die slecht scoorden, de code zwart, met daartussen ruimte voor nuances via de kleuren geel, oranje en rood. Door zijn formaat, past dit pamflet perfect in ieders portefeuille en kan zo geraadpleegd worden door de consument bij het winkelen.
Aansluitend bij deze actie, werd er een petitie gestart. JBC, de leverancier van de officiële en vrijetijdskleding van de Belgische delegatie op de olympische spelen, is – zo blijkt uit bovenstaand onderzoek – allesbehalve transparant inzake de arbeidsomstandigheden waarin hun kledij is vervaardigd.
Er werd in deze petitie aan JBC gevraagd volgende stappen te zetten :
1. Een gedragscode aannemen die minstens de fundamentele arbeidsnormen bevat en die geldt voor alle werknemers in de hele toeleveringsketen. Het betalen van leefbare lonen is nota bene één van de belangrijkste eisen.
2. Onafhankelijke controle op de naleving van de gedragscode door een controle-initiatief waar de bedrijfswereld, vakbonden en NGO’s bij betrokken zijn. De voorkeur gaat naar lidmaatschap van Fair Wear Foundation, een onafhankelijke controle-organisatie.
3. Transparantie over de inspanningen die JBC doet voor goede arbeidsomstandigheden en over de controleresultaten.
Door Liesbeth Loddewykx
Meer informatie over de schone kleren campagne vind je op www.schonekleren.be.
Cubanamiddag was een succes!
37 aanwezigen luisterden geboeid naar het verhaal van Marc Ingelbrecht die jaren in Cuba voor Oxfam werkte. Hij vertelde vanuit zijn ervaring en beleving hoe Cuba in een tijd van crisis de weg opgaat van hervormingen om zo de sociale verwezenlijkingen te handhaven. Het was een verhaal over mogelijkheden en moeilijkheden, van uitdagingen en risico’s geïllustreerd met concrete voorbeelden.
10 Vaststellingenom te onthouden:
Sociale verwezenlijkingen blijven behouden
1. De sociale verwezenlijkingen, zoals toegang tot onderwijs en tot de gezondheidszorg voor elke Cubaan, blijven een prioriteit en blijven behouden.
Grondige hervormingen
2. Om de sociale verwezenlijkingen te kunnen handhaven en te betalen moeten er grondige hervormingen komen.
3. Deze hervormingen gaan in de richting van
a. privatisering van sommige vormen van productie. Privatisering wil zeggen het bestaande systeem van coöperaties uitbreiden naar andere sectoren dan de landbouw. Privatisering wil ook zeggen werken voor eigen rekening mogelijk maken:
b. efficiënter en rationeler uitbouwen van de overheidssector; waaronder ook onderwijs en gezondheidszorg;
c. een koppeling van de lonen aan de prestatie;
d. van subsidiëring van goederen en diensten naar subsidiëring van mensen die het nodig hebben.
Betrokkenheid bevolking
4. Bij het opzetten en uitvoeren van de hervormingen worden de Cubanen op grote schaal betrokken. De voorgestelde maatregelen zijn besproken en geamendeerd op de vele samenkomsten in de fabrieken en de wijken.
Nu of nooit
5. Hervormingen zijn niet nieuw. Fidel onderlijnde reeds de noodzaak ervan. Raúl, de huidige leider, is de drijvende kracht. Hij stelt veel in vraag en zoekt steun bij de bevolking om zo de mogelijke weerstand binnen de partij te overwinnen. De generatie die vertrouwd is met ideeën van de revolutie verdwijnt. Er komt een jongere generatie die minder charisma heeft. Daarom zegt Raúl: “het moet nu gebeuren of het gebeurt nooit!”.
Perfectionering van het socialisme
6. Het resultaat van de hervormingen zal niet een kapitalisme zijn, zoals bv in Rusland, maar een perfectionering van het socialisme. De Cubaanse samenleving zal blijven steunen op de sterke herverdeling ook al zullen de hervormingen leiden tot grotere ongelijkheid. Zorgen dat niemand uit de boot valt, is een grote uitdaging.
Grote meerderheid van bevolking steunt de revolutie
7. De overgrote meerderheid van de Cubanen staat nog altijd achter de revolutie. Hoe de jongeren, die de verworvenheden vanzelfsprekend ervaren, voor de ideeën van de revolutie te winnen? De overgang van een economie volledig in handen van de staat naar een economie door de staat geregeld, vraagt van de Cubanen een hele ommezwaai in hun denken en handelen.
Moeilijke overgangssituatie
8. Het vernieuwingsproces verloopt behoedzaam. Maatregelen worden pas doorgevoerd als de noodzakelijke voorwaarden vervuld zijn, zo niet worden ze uitgesteld (bv de afbouw van de tewerkstelling in de overheidssector). Toch bevinden de Cubanen zich nu in een moeilijke overgangssituatie. Bijvoorbeeld subsidies verdwijnen zonder dat de nieuwe vormen van beloning al van kracht zijn.
VS en EU willen niet meer socialisme
9. De VS en de Europese Unie willen niet dat deze hervormingen uitmonden in een meer socialisme. De VS laten dit openlijk blijken terwijl de EU er minder duidelijk voor uit komt.
Inspiratie tot maatschappij-verandering
10. Er wordt in Cuba gezocht naar en stappen gezet in de richting meer socialisme. Het loont meer dan moeite om dit proces te blijven volgen om daarin inspiratie te vinden voor onze zoektocht naar een alternatief voor ons falend maatschappijmodel.
Een lekkere mojito op het welslagen van de hervormingen!
10 Vaststellingenom te onthouden:
Sociale verwezenlijkingen blijven behouden
1. De sociale verwezenlijkingen, zoals toegang tot onderwijs en tot de gezondheidszorg voor elke Cubaan, blijven een prioriteit en blijven behouden.
Grondige hervormingen
2. Om de sociale verwezenlijkingen te kunnen handhaven en te betalen moeten er grondige hervormingen komen.
3. Deze hervormingen gaan in de richting van
a. privatisering van sommige vormen van productie. Privatisering wil zeggen het bestaande systeem van coöperaties uitbreiden naar andere sectoren dan de landbouw. Privatisering wil ook zeggen werken voor eigen rekening mogelijk maken:
b. efficiënter en rationeler uitbouwen van de overheidssector; waaronder ook onderwijs en gezondheidszorg;
c. een koppeling van de lonen aan de prestatie;
d. van subsidiëring van goederen en diensten naar subsidiëring van mensen die het nodig hebben.
Betrokkenheid bevolking
4. Bij het opzetten en uitvoeren van de hervormingen worden de Cubanen op grote schaal betrokken. De voorgestelde maatregelen zijn besproken en geamendeerd op de vele samenkomsten in de fabrieken en de wijken.
Nu of nooit
5. Hervormingen zijn niet nieuw. Fidel onderlijnde reeds de noodzaak ervan. Raúl, de huidige leider, is de drijvende kracht. Hij stelt veel in vraag en zoekt steun bij de bevolking om zo de mogelijke weerstand binnen de partij te overwinnen. De generatie die vertrouwd is met ideeën van de revolutie verdwijnt. Er komt een jongere generatie die minder charisma heeft. Daarom zegt Raúl: “het moet nu gebeuren of het gebeurt nooit!”.
Perfectionering van het socialisme
6. Het resultaat van de hervormingen zal niet een kapitalisme zijn, zoals bv in Rusland, maar een perfectionering van het socialisme. De Cubaanse samenleving zal blijven steunen op de sterke herverdeling ook al zullen de hervormingen leiden tot grotere ongelijkheid. Zorgen dat niemand uit de boot valt, is een grote uitdaging.
Grote meerderheid van bevolking steunt de revolutie
7. De overgrote meerderheid van de Cubanen staat nog altijd achter de revolutie. Hoe de jongeren, die de verworvenheden vanzelfsprekend ervaren, voor de ideeën van de revolutie te winnen? De overgang van een economie volledig in handen van de staat naar een economie door de staat geregeld, vraagt van de Cubanen een hele ommezwaai in hun denken en handelen.
Moeilijke overgangssituatie
8. Het vernieuwingsproces verloopt behoedzaam. Maatregelen worden pas doorgevoerd als de noodzakelijke voorwaarden vervuld zijn, zo niet worden ze uitgesteld (bv de afbouw van de tewerkstelling in de overheidssector). Toch bevinden de Cubanen zich nu in een moeilijke overgangssituatie. Bijvoorbeeld subsidies verdwijnen zonder dat de nieuwe vormen van beloning al van kracht zijn.
VS en EU willen niet meer socialisme
9. De VS en de Europese Unie willen niet dat deze hervormingen uitmonden in een meer socialisme. De VS laten dit openlijk blijken terwijl de EU er minder duidelijk voor uit komt.
Inspiratie tot maatschappij-verandering
10. Er wordt in Cuba gezocht naar en stappen gezet in de richting meer socialisme. Het loont meer dan moeite om dit proces te blijven volgen om daarin inspiratie te vinden voor onze zoektocht naar een alternatief voor ons falend maatschappijmodel.
Een lekkere mojito op het welslagen van de hervormingen!
vrijdag, maart 09, 2012
Centraal-Amerika voelt veel voor legalisering drugs
GUATEMALA-STAD — In Centraal-Amerika en Colombia gaan steeds meer stemmen op om drugs te legaliseren. De huidige strijd tegen verdovende middelen kost veel mensenlevens en lijkt niets uit te halen.
De discussie over de legalisering of het strafvrij maken van drugs in de regio kwam in een stroomversnelling toen Otto Pérez Molina, de rechtste president van Guatemala, op 17 januari stelde dat er "zo snel mogelijk" en "ernstig" over dat alternatief moet worden nagedacht. Pérez Molina verklaarde ook dat het wenselijk is dat de hele regio het erover eens wordt, samen met de VS.
De Colombiaanse president, de conservatief Juan Manuel Santos, reageerde op 28 januari dat "die oplossing aanvaardbaar is voor Colombia als de hele wereld voor die optie kiest".
Tegenwind uit de VS
Uit de VS kwam wel tegenwind. "De president van de VS, Barack Obama, steunt de legaliserig niet als een weg om het drugsprobleem op te lossen”, verklaarde Wendy Sherman, de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, eind januari bij een bezoek aan Colombia. Volgens Sherman moet het drugsgebruik in rijke landen inderdaad aan banden worden gelegd, maar moet er evengoed een substantiële vermindering van de drugsproductie in Colombia komen.
Veel Latijs-Amerikanen begrijpen niet waarom de VS zo op de rem gaan staan, terwijl het toch duidelijk is dat de huidige aanpak veel leed veroorzaakt en weinig oplevert. "Het grote probleem is dat onze burgers de belangrijkste slachtoffers zijn, en dat de VS, waar de meeste consumenten leven, daar niet noodzakelijk een einde aan willen maken", zegt Carmen Rosa De León van het Opleidingsinstituut voor Duurzame Ontwikkeling, een Guatemalteekse burgerorganisatie.
22 miljoen gebruikers
In Centraal-Amerika leven 42 miljoen mensen. De VN schatten het aantal drugsgebruikers in de VS op 22,6 miljoen. Zelfs in de VS geven sommige politici toe dat de Amerikanen de problemen met de drugshandel in Centraal-Amerika mee veroorzaken. Het drugsgebruik in de VS "voedt het geweld in Centraal-Amerika en de rest van Latijns-Amerika en de Caraïben", schrijven de Amerikaanse senatoren Dianne Feinstein en Charles Grassley in een rapport dat vorig jaar verscheen.
Volgens het rapport werden in 2010 in Honduras 77 moorden per 100.000 inwoners gepleegd, in El Salvador 66 en in Guatemala 50. De Léon en veel andere experts achten het mogelijk dat de legalisering van verdovende middelen een uitweg biedt uit die slachtpartij.
Colombianisering
Ook belangrijke schrijvers in de regio breken een lans voor het uit de strafwet halen van drugs om het extreme geweld tegen te gaan. De Nicaraguaan Sergio Ramírez is zo iemand, net als de Mexicaan Carlos Fuentes. Volgens Fuentes is Centraal-Amerika zich aan het "Mexicaniseren", net zoals Mexico zich de voorbije jaren "gecolombianiseerd" heeft. Het drugsgeweld is in Mexico al enkele jaren nog moorddadiger dan in Colombia, dat traditioneel de hoogste moordcijfers kende.
Maar een eenvoudige oplossing is legalisering niet, waarschuwt criminoloog en kenner van de transnationale georganiseerde misdaad David Martínez-Amador. "Je kan marihuana, heroïne en cocaïne legaliseren, maar doe je dat ook met synthetische drugs die het centrale zenuwstelsel aantasten? En de bendes die de drugshandel in handen hebben, doen ook aan ontvoeringen, afpersingen, wapen- en orgaanhandel. Gaan we die ook legaliseren?"
Er zijn nog meer tegenstanders in de regio. "Ik geloof niet dat legalisering het geweld zou doen afnemen", zegt de Costa Ricaanse politicoloog Claudio Alpízar. "Alcohol is een verdovend middel dat toegelaten is, maar het blijft grote problemen veroorzaken in Midden-Amerika. Alleen het verbruik terugdringen kan een oplossing bieden", oordeelt Alpízar. Volgens hem moeten de landen van Centraal-Amerika veel meer investeren in een dialoog met de VS over dat thema, en zich achter een gezamenlijk en ernstig voorstel scharen."
- - - - - - - -
Auteur: Danilo Valladares
De discussie over de legalisering of het strafvrij maken van drugs in de regio kwam in een stroomversnelling toen Otto Pérez Molina, de rechtste president van Guatemala, op 17 januari stelde dat er "zo snel mogelijk" en "ernstig" over dat alternatief moet worden nagedacht. Pérez Molina verklaarde ook dat het wenselijk is dat de hele regio het erover eens wordt, samen met de VS.
De Colombiaanse president, de conservatief Juan Manuel Santos, reageerde op 28 januari dat "die oplossing aanvaardbaar is voor Colombia als de hele wereld voor die optie kiest".
Tegenwind uit de VS
Uit de VS kwam wel tegenwind. "De president van de VS, Barack Obama, steunt de legaliserig niet als een weg om het drugsprobleem op te lossen”, verklaarde Wendy Sherman, de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, eind januari bij een bezoek aan Colombia. Volgens Sherman moet het drugsgebruik in rijke landen inderdaad aan banden worden gelegd, maar moet er evengoed een substantiële vermindering van de drugsproductie in Colombia komen.
Veel Latijs-Amerikanen begrijpen niet waarom de VS zo op de rem gaan staan, terwijl het toch duidelijk is dat de huidige aanpak veel leed veroorzaakt en weinig oplevert. "Het grote probleem is dat onze burgers de belangrijkste slachtoffers zijn, en dat de VS, waar de meeste consumenten leven, daar niet noodzakelijk een einde aan willen maken", zegt Carmen Rosa De León van het Opleidingsinstituut voor Duurzame Ontwikkeling, een Guatemalteekse burgerorganisatie.
22 miljoen gebruikers
In Centraal-Amerika leven 42 miljoen mensen. De VN schatten het aantal drugsgebruikers in de VS op 22,6 miljoen. Zelfs in de VS geven sommige politici toe dat de Amerikanen de problemen met de drugshandel in Centraal-Amerika mee veroorzaken. Het drugsgebruik in de VS "voedt het geweld in Centraal-Amerika en de rest van Latijns-Amerika en de Caraïben", schrijven de Amerikaanse senatoren Dianne Feinstein en Charles Grassley in een rapport dat vorig jaar verscheen.
Volgens het rapport werden in 2010 in Honduras 77 moorden per 100.000 inwoners gepleegd, in El Salvador 66 en in Guatemala 50. De Léon en veel andere experts achten het mogelijk dat de legalisering van verdovende middelen een uitweg biedt uit die slachtpartij.
Colombianisering
Ook belangrijke schrijvers in de regio breken een lans voor het uit de strafwet halen van drugs om het extreme geweld tegen te gaan. De Nicaraguaan Sergio Ramírez is zo iemand, net als de Mexicaan Carlos Fuentes. Volgens Fuentes is Centraal-Amerika zich aan het "Mexicaniseren", net zoals Mexico zich de voorbije jaren "gecolombianiseerd" heeft. Het drugsgeweld is in Mexico al enkele jaren nog moorddadiger dan in Colombia, dat traditioneel de hoogste moordcijfers kende.
Maar een eenvoudige oplossing is legalisering niet, waarschuwt criminoloog en kenner van de transnationale georganiseerde misdaad David Martínez-Amador. "Je kan marihuana, heroïne en cocaïne legaliseren, maar doe je dat ook met synthetische drugs die het centrale zenuwstelsel aantasten? En de bendes die de drugshandel in handen hebben, doen ook aan ontvoeringen, afpersingen, wapen- en orgaanhandel. Gaan we die ook legaliseren?"
Er zijn nog meer tegenstanders in de regio. "Ik geloof niet dat legalisering het geweld zou doen afnemen", zegt de Costa Ricaanse politicoloog Claudio Alpízar. "Alcohol is een verdovend middel dat toegelaten is, maar het blijft grote problemen veroorzaken in Midden-Amerika. Alleen het verbruik terugdringen kan een oplossing bieden", oordeelt Alpízar. Volgens hem moeten de landen van Centraal-Amerika veel meer investeren in een dialoog met de VS over dat thema, en zich achter een gezamenlijk en ernstig voorstel scharen."
- - - - - - - -
Auteur: Danilo Valladares
"Antihongerplan Guatemala is niet duurzaam"
Het antihongerplan van de nieuwe Guatemalteekse president Otto Pérez Molina oogst weinig bijval. Het is niet duurzaam, zeggen activisten en experts. Guatemala is een van de armste landen ter wereld.
De voormalige generaal Otto Pérez Molina, die sinds vorige maand president is, wil met het plan Hambre Cero ("Honger op nul") de chronische ondervoeding bij kinderen tot vijf jaar fors terugdringen tegen het einde van zijn mandaat in 2016.
Hij kondigde het plan donderdag aan in de noordwestelijke gemeente San Juan Atitán, waar 91 procent van de bevolking chronisch ondervoed is.
Steun voor productie
"We willen geen herhaling van hulpprogramma's omdat die op lange termijn niet duurzaam zijn", zegt Rony Palacios van het Nationaal Netwerk voor de Verdediging van de Voedselsoevereiniteit in Guatemala.
Net zoals andere activisten en experts vraagt Palacios vooral steun voor voedselproductie. "We hebben sterke productiesystemen nodig met leningen en technologie voor kleine producenten, zodat hun rendement omhooggaat en ze niet alleen voldoende hebben voor hun eigen familie maar ook overschotten creëren", zegt Palacios.
Begeleiding vanaf zwangerschap
Het plan Hambre Cero neemt elementen over uit gelijkaardige programma's in Brazilië en Nicaragua. Zo worden moeders voortaan begeleid vanaf de zwangerschap totdat het kind twee jaar wordt; ze krijgen hulp en advies bij borstvoeding, hygiënemaatregelen en de consumptie van vitaminen en mineralen. Arme gezinnen krijgen maandelijks 28 euro op voorwaarde dat ze hun kinderen naar school sturen en regelmatig door een arts laten onderzoeken, een programma dat onder de vorige president, de sociaaldemocraat Álvaro Colom, in gang is gezet.
De regering schat dat het plan 260 miljoen euro gaat kosten. De financiering moeten van de besparingen en belastingen komen die het Congres donderdag heeft goedgekeurd. Die moeten dit jaar 117 miljoen euro opleveren, volgend jaar 418 miljoen euro en in 2014 438 miljoen euro.
Nadruk op exportmodel
De strijd tegen honger zou rekening moeten houden met de verliezen die het land lijdt door ondervoeding, zegt Jonathan Menkos van het Centraal-Amerikaans Instituut voor Fiscale Studies.
Een studie die het instituut samen met Unicef heeft gedaan, berekende dat Guatemala tien keer minder uitgeeft aan de ontwikkeling van elk kind dan andere Latijns-Amerikaanse landen. Beide instellingen pleiten voor een hogere investering in de strijd tegen ondervoeding, meer transparantie en een betere opvolging.
Maar een afdoend antwoord tegen armoede en ondervoeding heb je alleen als je de oorzaken aanpakt, zeggen sociale activisten. Oorzaken zijn onder meer het gebrek aan grond bij kleine boeren en de nadruk op een exportmodel, zegt Palacios.
Helft van kinderen is ondervoed
De helft van de kinderen in Guatemala is chronisch ondervoed, het hoogste percentage van Latijns-Amerika en een van de hoogste ter wereld, zegt Unicef. Bovendien leeft de helft van de bevolking in armoede en 17 procent in extreme armoede.
Pas in 2005 kreeg de strijd tegen ondervoeding vorm, onder de rechtse regering van Oscar Berger, die het Nationaal Systeem voor Voedselzekerheid opzette. Zijn opvolger, Álvaro Colom, lanceerde het Programma voor Sociale Cohesie, met de gezinssubsidies als grote uithangbord.
Bron: Dewereldmorgen.be
De voormalige generaal Otto Pérez Molina, die sinds vorige maand president is, wil met het plan Hambre Cero ("Honger op nul") de chronische ondervoeding bij kinderen tot vijf jaar fors terugdringen tegen het einde van zijn mandaat in 2016.
Hij kondigde het plan donderdag aan in de noordwestelijke gemeente San Juan Atitán, waar 91 procent van de bevolking chronisch ondervoed is.
Steun voor productie
"We willen geen herhaling van hulpprogramma's omdat die op lange termijn niet duurzaam zijn", zegt Rony Palacios van het Nationaal Netwerk voor de Verdediging van de Voedselsoevereiniteit in Guatemala.
Net zoals andere activisten en experts vraagt Palacios vooral steun voor voedselproductie. "We hebben sterke productiesystemen nodig met leningen en technologie voor kleine producenten, zodat hun rendement omhooggaat en ze niet alleen voldoende hebben voor hun eigen familie maar ook overschotten creëren", zegt Palacios.
Begeleiding vanaf zwangerschap
Het plan Hambre Cero neemt elementen over uit gelijkaardige programma's in Brazilië en Nicaragua. Zo worden moeders voortaan begeleid vanaf de zwangerschap totdat het kind twee jaar wordt; ze krijgen hulp en advies bij borstvoeding, hygiënemaatregelen en de consumptie van vitaminen en mineralen. Arme gezinnen krijgen maandelijks 28 euro op voorwaarde dat ze hun kinderen naar school sturen en regelmatig door een arts laten onderzoeken, een programma dat onder de vorige president, de sociaaldemocraat Álvaro Colom, in gang is gezet.
De regering schat dat het plan 260 miljoen euro gaat kosten. De financiering moeten van de besparingen en belastingen komen die het Congres donderdag heeft goedgekeurd. Die moeten dit jaar 117 miljoen euro opleveren, volgend jaar 418 miljoen euro en in 2014 438 miljoen euro.
Nadruk op exportmodel
De strijd tegen honger zou rekening moeten houden met de verliezen die het land lijdt door ondervoeding, zegt Jonathan Menkos van het Centraal-Amerikaans Instituut voor Fiscale Studies.
Een studie die het instituut samen met Unicef heeft gedaan, berekende dat Guatemala tien keer minder uitgeeft aan de ontwikkeling van elk kind dan andere Latijns-Amerikaanse landen. Beide instellingen pleiten voor een hogere investering in de strijd tegen ondervoeding, meer transparantie en een betere opvolging.
Maar een afdoend antwoord tegen armoede en ondervoeding heb je alleen als je de oorzaken aanpakt, zeggen sociale activisten. Oorzaken zijn onder meer het gebrek aan grond bij kleine boeren en de nadruk op een exportmodel, zegt Palacios.
Helft van kinderen is ondervoed
De helft van de kinderen in Guatemala is chronisch ondervoed, het hoogste percentage van Latijns-Amerika en een van de hoogste ter wereld, zegt Unicef. Bovendien leeft de helft van de bevolking in armoede en 17 procent in extreme armoede.
Pas in 2005 kreeg de strijd tegen ondervoeding vorm, onder de rechtse regering van Oscar Berger, die het Nationaal Systeem voor Voedselzekerheid opzette. Zijn opvolger, Álvaro Colom, lanceerde het Programma voor Sociale Cohesie, met de gezinssubsidies als grote uithangbord.
Bron: Dewereldmorgen.be
Orkaan MITCH
De orkaan MITCH betekende het startschot voor de CUBAANSE medische brigade in GUATEMALA , na de desastreuze doortocht bood Cuba onmiddellijk hulp aan; het stuurde een contingent van 21dokters , dat in de maanden daarna zou uitgroeien tot een 500 man tellend wit leger.
In tegenstelling tot sommige Westerse landen beperkte Cuba zich niet tot noodhulp. In de moeilijkst bereikbare dorpjes werden gezondheidsposten uitgebouwd. Tegelijkertijd kregen jonge Guatemalteken de kans om gratis doktersstudies te volgen aan de Latijns-Amerikaanse School voor Geneeskunde in Cuba , opdat deze op termijn de Cubaanse dokters in Guatemala zouden vervangen.
In Guatemala zelf doen de Cubaanse dokters meer dan alleen maar medische interventie . Ze nemen het preventief gezondheidsmodel- dat zeer dominant is in hun land van herkomst –mee en proberen oorzaken van ziektes weg te nemen . Dit is niet vanzelfsprekend in een land waar grote groepen van de bevolking lijden onder voedseltekort en de overheid de aanpak van de armoede niet als een prioriteit beschouwd.
Desondanks slaagden deze dokters erin de kindersterfte in twee jaar tijd te halveren in gebieden waar ze actief zijn .
Recente ontwikkelingen:
In 2005 startten Venezuela en Cuba Operación Milagro met als bedoeling om tegen 2016 aan 16 miljoen mensen hun zicht terug te geven door middel van een chirurgische ingreep . deze gratis oogoperaties zijn op de eerste plaats bedoeld voor de armen in latijns Amerika , maar bij uitbreiding ook in streken van Azië en Afrika, waar de mensen geen geld hebben om deze operatie te betalen.
In februari 2011 keerden 35 recent afgestudeerde Guatemalaanse artsen terug van Havana naar Guatemala om zich ten dienste te stellen van Operacion Milagro in hun moederland.
ZUID-ZUID SAMENWERKING.
Het verhaal toont aan dat de Zuid-Zuid samenwerking een verbetering kan brengen in het lot van duizenden armen in de derde wereld. In tegenstelling tot het noorden legt Havana geen voorwaarden op bij het verlenen van hulp aan de buurlanden.
Men werkt in een kader van wederzijds respect voor elkaars tradities cultuur, en economisch-politiek ontwikkelingsmodel.
Tegelijk toont de aanwezigheid van Cubaanse dokters in Guatemala aan dat een andere wereld mogelijk is. Dat deze weg nog lang en vol hindernissen is bewijst het resultaat van de recente presidentsverkiezingen in Guatemala.”
Bron: SOLIDAIR MET GUATEMALA
In tegenstelling tot sommige Westerse landen beperkte Cuba zich niet tot noodhulp. In de moeilijkst bereikbare dorpjes werden gezondheidsposten uitgebouwd. Tegelijkertijd kregen jonge Guatemalteken de kans om gratis doktersstudies te volgen aan de Latijns-Amerikaanse School voor Geneeskunde in Cuba , opdat deze op termijn de Cubaanse dokters in Guatemala zouden vervangen.
In Guatemala zelf doen de Cubaanse dokters meer dan alleen maar medische interventie . Ze nemen het preventief gezondheidsmodel- dat zeer dominant is in hun land van herkomst –mee en proberen oorzaken van ziektes weg te nemen . Dit is niet vanzelfsprekend in een land waar grote groepen van de bevolking lijden onder voedseltekort en de overheid de aanpak van de armoede niet als een prioriteit beschouwd.
Desondanks slaagden deze dokters erin de kindersterfte in twee jaar tijd te halveren in gebieden waar ze actief zijn .
Recente ontwikkelingen:
In 2005 startten Venezuela en Cuba Operación Milagro met als bedoeling om tegen 2016 aan 16 miljoen mensen hun zicht terug te geven door middel van een chirurgische ingreep . deze gratis oogoperaties zijn op de eerste plaats bedoeld voor de armen in latijns Amerika , maar bij uitbreiding ook in streken van Azië en Afrika, waar de mensen geen geld hebben om deze operatie te betalen.
In februari 2011 keerden 35 recent afgestudeerde Guatemalaanse artsen terug van Havana naar Guatemala om zich ten dienste te stellen van Operacion Milagro in hun moederland.
ZUID-ZUID SAMENWERKING.
Het verhaal toont aan dat de Zuid-Zuid samenwerking een verbetering kan brengen in het lot van duizenden armen in de derde wereld. In tegenstelling tot het noorden legt Havana geen voorwaarden op bij het verlenen van hulp aan de buurlanden.
Men werkt in een kader van wederzijds respect voor elkaars tradities cultuur, en economisch-politiek ontwikkelingsmodel.
Tegelijk toont de aanwezigheid van Cubaanse dokters in Guatemala aan dat een andere wereld mogelijk is. Dat deze weg nog lang en vol hindernissen is bewijst het resultaat van de recente presidentsverkiezingen in Guatemala.”
Bron: SOLIDAIR MET GUATEMALA
Straffeloosheid aangepakt?
José Efraín Ríos Montt is een Guatemalteeks militair, politicus en predikant. Hij was dictator van Guatemala van 1982 tot 1983. Ríos Montts regime viel samen met het hoogtepunt van de Guatemalteekse Burgeroorlog en het wordt verantwoordelijk gehouden voor 70.000 doden en vermissingen.
Advocaten Zonder Grenzen-Canada assisteert in de zittingen van het proces Ríos Montt. In samenwerking met Advocaten Zonder Grenzen in Brussel, ontwikkelt het team “monitoring” activiteiten in het kader van haar programma’s in de strijd tegen straffeloosheid en internationale gerechtigheid in Guatemala en Colombia.
Dat Rios Montt nu voor de rechter staat, kan in belangrijke mate op het conto worden geschreven van Claudia Paz y Paz, hoofd van het Guatemalteekse Openbaar Ministerie. Sinds haar benoeming in 2010 werden kopstukken van de drugsmaffia opgepakt, het OM arresteerde in no time de moordenaars van een beroemde Argentijnse zanger, en ook de gruwelijke lynchpartij van zevenentwintig landarbeiders leidde tot arrestaties. Daarnaast kwamen onder Paz y Paz verschillende kopstukken voor de rechter die verantwoordelijk zijn voor de bloedbaden in de jaren tachtig. En nu dus Rios Montt.
“Caludia Paz y Paz, en allen die in Guatemala hun kop durven uitsteken ter verdediging van de mensenrechten, werken soms met gevaar voor eigen leven aan een betere toekomst voor Guatemala. Zolang zij er zijn, ben ik optimistisch over de toekomst van het land” zei de voormalige Nederlandse ambassadeur Teunis Kamper bij zijn afscheidsrede in 2010.
Ze ontving een prestigieuze prijs van de International Crisis Group en wordt geroemd door de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Clinton. Het is dankzij haar machtige buitenlandse vrienden dat Paz y Paz haar positie kan handhaven. Perez Molina liet al tijdens zijn campagne doorschemeren van Paz y Paz af te willen, maar na grote internationale druk draaide hij bij. Paz y Paz mag blijven, “zolang ze goed haar best doet voor het land”.
Bron: Guategazette #142
Advocaten Zonder Grenzen-Canada assisteert in de zittingen van het proces Ríos Montt. In samenwerking met Advocaten Zonder Grenzen in Brussel, ontwikkelt het team “monitoring” activiteiten in het kader van haar programma’s in de strijd tegen straffeloosheid en internationale gerechtigheid in Guatemala en Colombia.
Dat Rios Montt nu voor de rechter staat, kan in belangrijke mate op het conto worden geschreven van Claudia Paz y Paz, hoofd van het Guatemalteekse Openbaar Ministerie. Sinds haar benoeming in 2010 werden kopstukken van de drugsmaffia opgepakt, het OM arresteerde in no time de moordenaars van een beroemde Argentijnse zanger, en ook de gruwelijke lynchpartij van zevenentwintig landarbeiders leidde tot arrestaties. Daarnaast kwamen onder Paz y Paz verschillende kopstukken voor de rechter die verantwoordelijk zijn voor de bloedbaden in de jaren tachtig. En nu dus Rios Montt.
“Caludia Paz y Paz, en allen die in Guatemala hun kop durven uitsteken ter verdediging van de mensenrechten, werken soms met gevaar voor eigen leven aan een betere toekomst voor Guatemala. Zolang zij er zijn, ben ik optimistisch over de toekomst van het land” zei de voormalige Nederlandse ambassadeur Teunis Kamper bij zijn afscheidsrede in 2010.
Ze ontving een prestigieuze prijs van de International Crisis Group en wordt geroemd door de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Clinton. Het is dankzij haar machtige buitenlandse vrienden dat Paz y Paz haar positie kan handhaven. Perez Molina liet al tijdens zijn campagne doorschemeren van Paz y Paz af te willen, maar na grote internationale druk draaide hij bij. Paz y Paz mag blijven, “zolang ze goed haar best doet voor het land”.
Bron: Guategazette #142
Hoe nu verder met de nieuwe president van Guatemala?
Otto Perez Molina heeft de verkiezingen in Guatemala dus gewonnen. Het werd aangekondigd, het werd verwacht, het werd gevreesd. Hij heeft er een slordige 26 miljoen dollar tegenaan gegooid; niemand weet waar dit geld vandaan komt, hierover bestaat geen enkele transparantie. Maar dat hij ‘zijn best’ heeft gedaan om op die presidentstroon te gaan zitten is overduidelijk. En hij gaat het geweld aanpakken, met nog meer militairen en agenten op straat. Indruk maken en de geweldenaar spelen zit hem blijkbaar in de genen, eerst als generaal, nu als politieke leider.
Begin januari was ik een week in Guatemala en wat direct opvalt als je rondreist is: ‘hij’ hangt overal te pronken! Om de tien kilometer zie je enorm grote reclameborden met zijn foto, soms alleen, soms met zijn vicepresidenta (zie voorbeeld) of samen met de plaatselijke burgemeester, tenminste als die ook van zijn partij is. Ook de Procurador de los Derechos Humanos mag meegenieten – het is nog steeds dezelfde als die we in 2005 op onze inleefreis ontmoetten.
Weerzinwekkend is echter de affiche met twee lachende Mayameisjes op zijn schoot. Ik voelde me er heel ongemakkelijk bij. Voorlopig kan de bevolking enkel reageren door een rood kruis over zijn ‘mano dura’ te kleven.
Tussen CGTG, CUSG en Unisitragua werd overeen gekomen om met de president een audiëntie aan te vragen en hem te herinneren aan verschillende punten waaronder:
• verantwoording betreffende de constante schending van de fundamentele overeenkomsten van de IAO, vooral art 87 en 98 (vrijheid van associatie)
• de ratificatie van overeenkomst 189 inzake huiswerkers.
• van zodra ze weten wie de minister van arbeid wordt zal ook daar een onderhoud aan worden gevraagd om hem te herinneren aan de verplichtingen van de overheid inzake syndicale vrijheden, collectieve onderhandelingen, recht op staking, waardig werk, kinderarbeid, sociale dialoog.
Bron: Guy Sprengers, stuurgroep WS Leuven
Begin januari was ik een week in Guatemala en wat direct opvalt als je rondreist is: ‘hij’ hangt overal te pronken! Om de tien kilometer zie je enorm grote reclameborden met zijn foto, soms alleen, soms met zijn vicepresidenta (zie voorbeeld) of samen met de plaatselijke burgemeester, tenminste als die ook van zijn partij is. Ook de Procurador de los Derechos Humanos mag meegenieten – het is nog steeds dezelfde als die we in 2005 op onze inleefreis ontmoetten.
Weerzinwekkend is echter de affiche met twee lachende Mayameisjes op zijn schoot. Ik voelde me er heel ongemakkelijk bij. Voorlopig kan de bevolking enkel reageren door een rood kruis over zijn ‘mano dura’ te kleven.
Tussen CGTG, CUSG en Unisitragua werd overeen gekomen om met de president een audiëntie aan te vragen en hem te herinneren aan verschillende punten waaronder:
• verantwoording betreffende de constante schending van de fundamentele overeenkomsten van de IAO, vooral art 87 en 98 (vrijheid van associatie)
• de ratificatie van overeenkomst 189 inzake huiswerkers.
• van zodra ze weten wie de minister van arbeid wordt zal ook daar een onderhoud aan worden gevraagd om hem te herinneren aan de verplichtingen van de overheid inzake syndicale vrijheden, collectieve onderhandelingen, recht op staking, waardig werk, kinderarbeid, sociale dialoog.
Bron: Guy Sprengers, stuurgroep WS Leuven
E-brief WS-stuurgroep Leuven, maart 2012
Beste Wereldburger,
Graag presenteren wij u de nieuwsbrief van Wereldsolidariteit Leuven, maart 2012. Heb je opmerkingen of wil je meer weten over Wereldsolidariteit kan je terecht bij Maarten Milloen(maarten.milloen@acw.be) of Liesbeth Loddewykx (lies_lod@hotmail.com).
Veel leesplezier!
In deze editie kom je meer te weten over:
- Hoe nu verder met de nieuwe president van Guatemala? (klik hier)
- Straffeloosheid aangepakt? (klik hier)
- Orkaan MITCH (klik hier)
- "Antihongerplan Guatemala is niet duurzaam" (klik hier)
- Centraal-Amerika voelt veel voor legalisering drugs (klik hier)
- Iedereen welkom op de Cubanamiddag (klik hier)
Stuur deze brief gerust naar andere geïnteresseerden. Wil je opgenomen worden in de mailinglijst of wil je de nieuwsbrief liever niet meer ontvangen, laat dit weten via maarten.milloen@acw.be.
Graag presenteren wij u de nieuwsbrief van Wereldsolidariteit Leuven, maart 2012. Heb je opmerkingen of wil je meer weten over Wereldsolidariteit kan je terecht bij Maarten Milloen(maarten.milloen@acw.be) of Liesbeth Loddewykx (lies_lod@hotmail.com).
Veel leesplezier!
In deze editie kom je meer te weten over:
- Hoe nu verder met de nieuwe president van Guatemala? (klik hier)
- Straffeloosheid aangepakt? (klik hier)
- Orkaan MITCH (klik hier)
- "Antihongerplan Guatemala is niet duurzaam" (klik hier)
- Centraal-Amerika voelt veel voor legalisering drugs (klik hier)
- Iedereen welkom op de Cubanamiddag (klik hier)
Stuur deze brief gerust naar andere geïnteresseerden. Wil je opgenomen worden in de mailinglijst of wil je de nieuwsbrief liever niet meer ontvangen, laat dit weten via maarten.milloen@acw.be.
vrijdag, december 09, 2011
Mijmeringen - gedicht
Congo
naveltuit van de globe long van de wereld slagader aan de evenaar schatkamer van hoop
onttrek je aan de cycloop die zich blindstaart op je rijkdom keer je rug toe aan de myoop die je ware kracht miskent
in de kringloop van geweld worden levens niet geteld wordt de toekomst uitgesteld voor de roes van bakken geld
maar
bloeit de erythrina niet in alle pracht nadat eerst alle bladeren zijn gevallen?
Uit:’ Rook vuur kringel taal’, Congogedichten door Ivan Paluku Godfroid, 2011, "sociaal-ecologische uitgeverij De Draak vzw, www.dedraak.org"
naveltuit van de globe long van de wereld slagader aan de evenaar schatkamer van hoop
onttrek je aan de cycloop die zich blindstaart op je rijkdom keer je rug toe aan de myoop die je ware kracht miskent
in de kringloop van geweld worden levens niet geteld wordt de toekomst uitgesteld voor de roes van bakken geld
maar
bloeit de erythrina niet in alle pracht nadat eerst alle bladeren zijn gevallen?
Uit:’ Rook vuur kringel taal’, Congogedichten door Ivan Paluku Godfroid, 2011, "sociaal-ecologische uitgeverij De Draak vzw, www.dedraak.org"
Actie voor een Jeanne Devosplein
Op het openingsfeest van het Benedenplein in Leuven op 24 september waren er honderden voorbijgangers, groot en klein, jong en oud, in alle kleuren, die graag op de foto wilden staan om hun steun te geven aan onze vraag om het Benedenplein te herdopen tot Jeanne Devosplein! Waarom? Jeanne Devos is ereburger van Leuven. Jeanne Devos is wereldburger van formaat door haar ongelooflijke inzet voor het lot van miljoenen huisarbeidsters in India en de rest van de wereld. Jeanne Devos is een brugfiguur tussen verschillende religies en culturen. Jeanne Devos is met andere woorden een ongelooflijke sterke en opmerkelijke vrouw, en Leuven heeft nauwelijks pleinen en straten die naar een vrouw vernoemd zijn.
De facebookpagina van de enthousiaste supporters vind je op deze link
De facebookpagina van de enthousiaste supporters vind je op deze link
Conferentie tegen straffeloosheid
Van 21 tot 23 juli 2011 ging de tweede conferentie tegen straffeloosheid in Guatemala door. Deze werd georganiseerd door drie grote vakbondsorganisaties waaronder CGTG, partner van Wereldsolidariteit, en boerenbeweging MTC, eveneens WS-partner, in samenwerking met de internationale vakbondskoepel IVV, Wereldsolidariteit en ACV. Medewerkster van Wereldsolidariteit Ellen Verryt was erbij en maakte een ooggetuigenverslag. Lees meer
Presidentsverkiezingen in Guatemala
Meestal is het een zegen in een land te wonen dat zelden of nooit de hoofdlijnen van het nieuws haalt.Maar terwijl ‘onze’ economische crisis om ons heen grijpt wordt het aantal vergeten landen angstwekkend hoog. Op 11 september vonden in Guatemala de presidentsverkiezingen plaats. Iets van gehoord? Er werden tegelijkertijd 158 volksvertegenwoordigers voor het congres, 20 voor het midden-amerikaanse parlement, en 333 burgemeesters en gemeentebesturen verkozen. De extreemrechtse kandidaat PérezMolina, die zes jaar geleden nipt verloor van huidig president Alvarez Colón, behaalde bij de eerste ronde 32,13% van de stemmen. Zijn overblijvende tegen-kandidaat Manuel Baldizón strandde op 21,16%. Gezien er geen absolute meerderheid werd behaald door een van de kandidaten volgde een tweede ronde op 6 november, die werd gewonnen door PérezMolina met 55% van de stemmen. PérezMolina was tijdens de 36-jarige burgeroorlog generaal met een verantwoordelijke functie binnen de contrarevolutionaire beweging en als dusdanig mede verantwoordelijk voor de schending van de mensenrechten. Met als symbool – de ijzeren vuist – wil hij komaf maken met de criminaliteit via een versterkte rol van het leger. De partij (PartidoPatriota) beschouwt de instabiliteit als het werk van gewone delinquenten, en niet zozeer als het gevolg van armoede en uitsluiting van de bredere en ook armere laag van de bevolking. Daarom stelt hij een beleid van repressie voor waarbij niet enkel de georganiseerde misdaad wordt aangepakt, MAAR OOK HET SOCIAAL PROTEST! De PartidoPatriota vindt aanhang bij alle lagen van de bevolking, zowel rijk als arm. Dit is des te opmerkelijk omdat vooral de inheemse bevolking het slachtoffer was en is van de jarenlange mensenrechtenschendingen. Het geweld, ook veroorzaakt door de drugskartels, heeft de mensen zo murw geslagen dat ze akkoord lijken met ieder voorstel.
RECHT OP VOEDING GENEGEERD
De familie Widmann, een van de grote landeigenaars van Guatemala, verdreef in het verleden lokale boerenfamilies van de grond. Zij lieten op dit gebied, genaamd ChabilUtzaj, een fabriek bouwen om suikerriet te verwerken. Wegens financiële problemen moest de familie het eigendom overlaten aan de interventie van een bank. De verdreven boerenfamilies keerden terug naar de verlaten terreinen. Ze vestigden zich er en bewerkten de grond om zich te voorzien van de noodzakelijke voeding. Half maart verdreven tweeduizend militairen en paramilitairen met geweld 640 families van twaalf gemeenschappen van de terreinen. Een boer werd doodgeschoten en verscheidene andere gewond door kogels. Alles wat was opgebouwd werd verwoest en in brand gestoken.
Hoewel dit de vierde verkiezing op rij is sinds het officiële einde van de burgeroorlog, is er nog lang geen sprake van democratie. Guatemala kent nog geen echte politieke cultuur en is nog niet vrij van mensenrechtenschendingen en straffeloosheid. Veel partijen fungeren enkel als persoonlijke instrumenten van bepaalde politici om aan de macht te komen. Maar liefst 27 partijen namen deel aan de verkiezingen. Na het oprichten van een partij verdwijnt ze bijna altijd na enkele jaren van het toneel. De deelname van vrouwen en inheemsen aan het politieke leven neemt stelselmatig toe, maar toch zijn deze bevolkingsgroepen ondervertegenwoordigd. Slechts 19 afgevaardigden van de 158 congresleden zijn vrouwen. In het kabinet is er geen enkele vrouw. Uit een verkiezingscampagne in Guatemala is het geweld gewoon niet weg te denken. Een groot deel van deze geweldplegingen is te wijten aan de relaties tussen kandidaten en criminele groeperingen. Drugkartels sponsoren geassocieerde politici voornamelijk burgemeesters. In ruil voor deze steun krijgen de ‘narcos’ op het betreffende territorium vrij spel bij het uitvoeren van hun illegale activiteiten. Kandidaten die zelf verwikkeld zijn in criminele activiteiten kunnen diezelfde netwerken ook gebruiken om hun politieke tegenstanders uit te schakelen.
En wat met madretierra? De mijnbouwbedrijven zijn de voorbije decennia aardig in de watten gelegd door de Guatemalteekse staat. Vooral in de provincie San Marcos hebben overwegend Canadese mijnbouwbedrijven naar believen de natuurlijke rijkdommen kunnen ontginnen. Otto Perez Molina sprak zich alvast uit ten voordele van de komst van deze multinationals. Nu hij op 6 november de presidentsverkiezingen gewonnen heeft, is de kans bijzonder groot dat de lakse milieuwetgeving er niet meer strikter op wordt. Dit gaat ten koste van de mensenrechten en de zuiverheid van waterbronnen, rivieren en natuurgebieden. Bisschop Ramazzini verwoordde het als volgt: in Guatemala acht men het recht op privébezit belangrijker dan het recht op leven en voedselvoorziening.
Op weg naar echte vrede? Na 36 jaar onderdrukking, 200.000 doden en 50.000 vluchtelingen zou Guatemala in 1996 eindelijk de richting van een volwaardige democratie inslaan. De drugkartels dreigen echter het gezag van de staat over te nemen, er bestaat geen echte politieke cultuur en straffeloosheid is dagelijkse kost. Kortom, voor vele Guatemalteken lijkt het alsof er nog steeds een oorlog is, weliswaar in een andere vorm.
Bronvermelding:
• Tijdschrift Gerechtigheid en Vrede, Solidair met Guatemala, maart-april 2011
• Website Broederlijk Delen: Patriottische partij wint verkiezingen in Guatemala.
RECHT OP VOEDING GENEGEERD
De familie Widmann, een van de grote landeigenaars van Guatemala, verdreef in het verleden lokale boerenfamilies van de grond. Zij lieten op dit gebied, genaamd ChabilUtzaj, een fabriek bouwen om suikerriet te verwerken. Wegens financiële problemen moest de familie het eigendom overlaten aan de interventie van een bank. De verdreven boerenfamilies keerden terug naar de verlaten terreinen. Ze vestigden zich er en bewerkten de grond om zich te voorzien van de noodzakelijke voeding. Half maart verdreven tweeduizend militairen en paramilitairen met geweld 640 families van twaalf gemeenschappen van de terreinen. Een boer werd doodgeschoten en verscheidene andere gewond door kogels. Alles wat was opgebouwd werd verwoest en in brand gestoken.
Hoewel dit de vierde verkiezing op rij is sinds het officiële einde van de burgeroorlog, is er nog lang geen sprake van democratie. Guatemala kent nog geen echte politieke cultuur en is nog niet vrij van mensenrechtenschendingen en straffeloosheid. Veel partijen fungeren enkel als persoonlijke instrumenten van bepaalde politici om aan de macht te komen. Maar liefst 27 partijen namen deel aan de verkiezingen. Na het oprichten van een partij verdwijnt ze bijna altijd na enkele jaren van het toneel. De deelname van vrouwen en inheemsen aan het politieke leven neemt stelselmatig toe, maar toch zijn deze bevolkingsgroepen ondervertegenwoordigd. Slechts 19 afgevaardigden van de 158 congresleden zijn vrouwen. In het kabinet is er geen enkele vrouw. Uit een verkiezingscampagne in Guatemala is het geweld gewoon niet weg te denken. Een groot deel van deze geweldplegingen is te wijten aan de relaties tussen kandidaten en criminele groeperingen. Drugkartels sponsoren geassocieerde politici voornamelijk burgemeesters. In ruil voor deze steun krijgen de ‘narcos’ op het betreffende territorium vrij spel bij het uitvoeren van hun illegale activiteiten. Kandidaten die zelf verwikkeld zijn in criminele activiteiten kunnen diezelfde netwerken ook gebruiken om hun politieke tegenstanders uit te schakelen.
En wat met madretierra? De mijnbouwbedrijven zijn de voorbije decennia aardig in de watten gelegd door de Guatemalteekse staat. Vooral in de provincie San Marcos hebben overwegend Canadese mijnbouwbedrijven naar believen de natuurlijke rijkdommen kunnen ontginnen. Otto Perez Molina sprak zich alvast uit ten voordele van de komst van deze multinationals. Nu hij op 6 november de presidentsverkiezingen gewonnen heeft, is de kans bijzonder groot dat de lakse milieuwetgeving er niet meer strikter op wordt. Dit gaat ten koste van de mensenrechten en de zuiverheid van waterbronnen, rivieren en natuurgebieden. Bisschop Ramazzini verwoordde het als volgt: in Guatemala acht men het recht op privébezit belangrijker dan het recht op leven en voedselvoorziening.
Op weg naar echte vrede? Na 36 jaar onderdrukking, 200.000 doden en 50.000 vluchtelingen zou Guatemala in 1996 eindelijk de richting van een volwaardige democratie inslaan. De drugkartels dreigen echter het gezag van de staat over te nemen, er bestaat geen echte politieke cultuur en straffeloosheid is dagelijkse kost. Kortom, voor vele Guatemalteken lijkt het alsof er nog steeds een oorlog is, weliswaar in een andere vorm.
Bronvermelding:
• Tijdschrift Gerechtigheid en Vrede, Solidair met Guatemala, maart-april 2011
• Website Broederlijk Delen: Patriottische partij wint verkiezingen in Guatemala.
E-brief WS-stuurgroep Leuven, december 2011
De nieuwsbrief van Wereldsolidariteit Leuven is terug van nooit helemaal weggeweest. Via deze nieuwsbrief blijft u op de hoogte van wat er reilt en zeilt binnen WS Leuven. U kan er over de laatste nieuwtjes van onze partners in Guatemala lezen, u komt er alles te weten over de activiteiten van WS Leuven en nog veel meer.
Misschien krijg je deze nieuwsbrief voor het eerst? Geen nood indien je de vorige nieuwsbrieven hebt gemist, alle informatie over Wereldsolidariteit vind je op www.wereldsolidariteit.be. Specifiek in het verbond Leuven bestaat er een partenariaat met CGTG en MTC, twee organisaties die opkomen voor betere arbeids- en leefomstandigheden in Guatemala. Ook hierover vind je meer informatie op de website van Wereldsolidariteit, in de wereldburgerkrant van mei 2011 (Klik hier) en op onze blog (klik hier). Wil je meer weten, je kan altijd contact opnemen met Maarten Milloen (maarten.milloen@acw.be) of Liesbeth Loddewykx (lies_lod@hotmail.com)
De WS-Leuven nieuwsbrief verschijnt voortaan elke twee maanden. In deze editie kom je meer te weten over
- de presidentsverkiezingen in Guatemala (klik hier)
- de conferentie tegen straffeloosheid die in juli doorging in Guatemala (klik hier)
- Facebookpagina van de actie voor een Jeanne Devosplein in Leuven (klik hier)
- Daarnaast zijn er twee gasten van onze partnerorganisatie MTC op bezoek geweest in Leuven. De jongeren van christelijke arbeidersbeweging hadden voor de gasten een heel programma in elkaar gestoken. Als je meer wilt weten over de jongeren van MTC die hier op bezoek zijn geweest (klik hier).
- Kom zeker een kijkje nemen op de Andere Kerstmarkt 2011 (klik hier)
Stuur deze brief gerust naar andere geïnteresseerden. Wil je opgenomen worden in de mailinglijst of wil je de nieuwsbrief liever niet meer ontvangen, laat dit weten via maarten.milloen@acw.be .
Misschien krijg je deze nieuwsbrief voor het eerst? Geen nood indien je de vorige nieuwsbrieven hebt gemist, alle informatie over Wereldsolidariteit vind je op www.wereldsolidariteit.be. Specifiek in het verbond Leuven bestaat er een partenariaat met CGTG en MTC, twee organisaties die opkomen voor betere arbeids- en leefomstandigheden in Guatemala. Ook hierover vind je meer informatie op de website van Wereldsolidariteit, in de wereldburgerkrant van mei 2011 (Klik hier) en op onze blog (klik hier). Wil je meer weten, je kan altijd contact opnemen met Maarten Milloen (maarten.milloen@acw.be) of Liesbeth Loddewykx (lies_lod@hotmail.com)
De WS-Leuven nieuwsbrief verschijnt voortaan elke twee maanden. In deze editie kom je meer te weten over
- de presidentsverkiezingen in Guatemala (klik hier)
- de conferentie tegen straffeloosheid die in juli doorging in Guatemala (klik hier)
- Facebookpagina van de actie voor een Jeanne Devosplein in Leuven (klik hier)
- Daarnaast zijn er twee gasten van onze partnerorganisatie MTC op bezoek geweest in Leuven. De jongeren van christelijke arbeidersbeweging hadden voor de gasten een heel programma in elkaar gestoken. Als je meer wilt weten over de jongeren van MTC die hier op bezoek zijn geweest (klik hier).
- Kom zeker een kijkje nemen op de Andere Kerstmarkt 2011 (klik hier)
Stuur deze brief gerust naar andere geïnteresseerden. Wil je opgenomen worden in de mailinglijst of wil je de nieuwsbrief liever niet meer ontvangen, laat dit weten via maarten.milloen@acw.be .
donderdag, oktober 28, 2010
CUBAN FIVE
Op 12 september 2010 zitten de Cuban Five al 12 jaar vast. Het gaat om vijf Cubanen die in Miami verbleven om de activiteiten van lokale terreurgroepen op te volgen en zo aanslagen tegen hun land te voorkomen. Na 12 jaar kennen deze vijf mensen nog steeds geen gerechtigheid.
Ze zijn het slachtoffer van de machtspolitiek van de VS tegenover het kleine Cuba. Het bezoek van hun familieleden wordt bemoeilijkt en in het geval van twee van de echtgenotes reeds 12 jaar niet toegestaan. Nochtans verklaarde de Werkgroep voor Arbitraire Detenties in 2005 dat de opsluiting van de Vijf een overtreding is van het internationaal recht.
Amnesty International heeft ernstige vragen bij de rechtsgang en ondernam stappen rond het bezoekrecht. Eind 2009 kregen drie van de vijf een strafvermindering. De openbare aanklager gaf daarbij toe dat hij die vroeg onder druk van de internationale opinie.
Om hun vrijlating te vragen voerde het comité ‘Free the Five” op zondag 12 september actie.
Van 11u tot 16 u lieten een aantal acteurs en politieke en syndicale personaliteiten zich opsluiten in solidariteit met de Cuban Five onder het motto: ‘zij zijn even onschuldig als wij’. Ze deden dat op het Poelaertplein, in de schaduw van het Brusselse Justitiepaleis. Op die manier wilden zij voorbijgangers en de pers sensibiliseren voor de zaak. Gedurende de actie kregen ze ondersteuning van een reeks artiesten.
Van 17 tot 18u was er een protestactie tegenover de VS-ambassade te Brussel.
Vele personen, organisaties en ngo’s, waaronder Welerldsolidariteit ondertekenden de petitie om hun vrijlating vragen.
Op 12 september 2010 zitten de Cuban Five al 12 jaar vast. Het gaat om vijf Cubanen die in Miami verbleven om de activiteiten van lokale terreurgroepen op te volgen en zo aanslagen tegen hun land te voorkomen. Na 12 jaar kennen deze vijf mensen nog steeds geen gerechtigheid.
Ze zijn het slachtoffer van de machtspolitiek van de VS tegenover het kleine Cuba. Het bezoek van hun familieleden wordt bemoeilijkt en in het geval van twee van de echtgenotes reeds 12 jaar niet toegestaan. Nochtans verklaarde de Werkgroep voor Arbitraire Detenties in 2005 dat de opsluiting van de Vijf een overtreding is van het internationaal recht.
Amnesty International heeft ernstige vragen bij de rechtsgang en ondernam stappen rond het bezoekrecht. Eind 2009 kregen drie van de vijf een strafvermindering. De openbare aanklager gaf daarbij toe dat hij die vroeg onder druk van de internationale opinie.
Om hun vrijlating te vragen voerde het comité ‘Free the Five” op zondag 12 september actie.
Van 11u tot 16 u lieten een aantal acteurs en politieke en syndicale personaliteiten zich opsluiten in solidariteit met de Cuban Five onder het motto: ‘zij zijn even onschuldig als wij’. Ze deden dat op het Poelaertplein, in de schaduw van het Brusselse Justitiepaleis. Op die manier wilden zij voorbijgangers en de pers sensibiliseren voor de zaak. Gedurende de actie kregen ze ondersteuning van een reeks artiesten.
Van 17 tot 18u was er een protestactie tegenover de VS-ambassade te Brussel.
Vele personen, organisaties en ngo’s, waaronder Welerldsolidariteit ondertekenden de petitie om hun vrijlating vragen.
Cuba vandaag
Op 29 mei was prof. F. Houtart te gast met een boeiend gesprek over CUBA. Hij geeft ronduit zijn visie op ontwikkelingen in de economie, de crisis, de politiek, de vakbonden en de kerk in Cuba. Een samenvatting vinden jullie hieronder. Voor wie de ontwikkelingen in Cuba wat wil volgen zeker de moeite om te lezen!
Verslag 29/5/2010
Cuba vandaag
Uiteenzetting van
Prof F. Houtart
Inleiding: anekdote Feria del libro in La Habana – en la catedral del helado.
“Ik was op de boekenbeurs van Havana voor de voorstelling van mijn boek over biodiversiteit. Een meisje vroeg naar mijn leeftijd. “Een beetje ouder dan jij”. “Hoeveel dan?” “85 jaar.” “Zo jong!” Ik betaalde haar meteen een ijsje.”
I. Uiteenzetting
A. Economisch
1. Speciale periode
a) val Sovjetrijk. Cuba kende een zeer moeilijke periode na de val van de SU. De inschakeling van het land in de Sovjeteconomie heeft de eenzijdige economische uitbouw van Cuba als producent van suiker verder versterkt.
De val van de SU leidde een pijnlijke periode in. Cuba moest nu op de internationale markt petroleum kopen tegen een hogere prijs en suiker verkopen tegen een lagere prijs.
b) de impact van de blokkade door de VS. Deze blokkade kost Cuba 93 miljard dollar.
Beide fenomenen zorgden voor een diepe economische inzinking en ernstige problemen inzake voedselvoorziening. Velen dachten dat dit het einde zou betekenen van Cuba. Bij het pausbezoek vond Johannes Paulus II het niet nodig een agressieve houding aan te nemen –in tegenstelling tot zijn opstelling bij zijn eerdere bezoek aan Nicaragua- omdat hij er van overtuigd was dat het Cubaanse politieke systeem toch op zijn laatste beentjes liep.
De ineenstorting gebeurde niet o.w.v. het gevoerde beleid dat gedragen werd door de bevolking met de inspraak van de bevolking. Beslissingen werden niet alleen aan de top genomen. Het was een heel moeilijke periode, maar de Cubanen leefden met de idee: “we kunnen er uit komen”.
Na 10 jaar, einde de jaren 90, was Cuba uit het dal gekropen en kende het al terug een jaarlijkse groei van 4%.
2. De belangrijkste maatregelen van het beleid
a) Bevorderen van toerisme. Het toerisme zorgde voor nieuwe inkomensbronnen en groeide tussen 90 en midden 2000 jaarlijks met 23%. Via deze weg kwam Cuba aan de nodige vreemde deviezen om hun noodzakelijke invoer te betalen.
Dit had echter een keerzijde:
(1) de economische impact: een deel van de economie kwam zo in handen van het buitenland.
(2) de sociaal en culturele impact: Bepaalde domeinen, zones en hotels, werden voorbehouden voor buitenlandse toeristen. Het door de toeristen getoond levenspatroon betekende een gevaar voor de revolutie. Deze “hotelapartheid” werd door Raúl afgeschaft.
b) De invoering van een dubbel muntsysteem: de Cubaanse peso tegenover de met deviezen betaalbare “CUC”. Zo kreeg de regering controle over de inkomsten die de bedrijven, de toeristische sector en gezinnen (overdrachten van familieleden) uit het buitenland ontvingen.
De keerzijde: er ontstond een nieuwe sociale tweedeling, nl. tussen Cubanen mét CUC’s en 1/3 van de Cubanen die geen toegang hebben tot CUC’s.
Men moest daarom maatregelen nemen die indruisen tegen de filosofie van de revolutie.
c) Het aantrekken van buitenlandse investeringen in de vorm van gemengde ondernemingen, waarbij de overheid steeds ½ van de aandelen in eigen handen houdt. Het toerisme is grotendeels in handen van Spaanse en Franse ondernemingen.
d) De economie evolueerde van een productie-economie (landbouw, kleine industrie) naar een. Voornamelijk in nieuwe sectoren, zoals farmaceutica en informatica, werd ingezet op het bevorderen van de efficiëntie.
Op vlak van onderzoek in de farmaceutica presteerde Cuba beter en efficiënter dan de Europese ondernemingen. Zeer veel research gebeurde in kleine ondernemingen, die elkaars concurrenten niet waren. Resultaten werden onderling uitgewisseld en op basis daarvan werd nagegaan welke onderneming het best geplaatst is om een bepaalde uivinding verder te ontwikkelen. In Europa overheerst de competitie en zal men snel een octrooi nemen.
Het ontwikkelen van de sofware in de informatica gebeurde in een speciaal daarvoor opgerichte universiteit.
Het land kende een groei van 3,4 % per jaar. In de industrie was Cuba de 4e producent van nikkel, wat haar een strategische positie opleverde, en ze produceren 10 % van het kobalt in de wereld. De economische groei kwam echter niet zozeer van de industrie maar van de diensten.
3. De moeilijkheden voor de groei:
a) De economische crisis laat diepe sporen na.
De prijs van nikkel kelderde met 70%.
De inkomsten uit toerisme dalen. Het aantal toeristen vermindert niet erg (nog 2.300.000 per jaar) maar ze geven minder uit. Cuba is een duur land voor buitenlandse toeristen.
De ontvangen inkomensoverdrachten van migranten (‘remesas’) naar de gezinnen krimpen.
Er komen minder buitenlandse investeringen.
De sociale gevolgen worden nog versterkt door werkloze Cubanen in de VS, terugkeren keren naar hun land om er van het Cubaanse sociale systeem te profiteren. Als ze in Cuba toekomen hebben ze meteen recht op sociale zekerheid.
b) Drie orkanen in anderhalf jaar tijd kostten Cuba 10 miljard $ voor huisvesting, voedselvoorziening, enz. Men mag verwachten dat het aantal orkanen in de toekomst omwille van de opwarming van het klimaat nog zal toenemen.
c) Het embargo van de VS: was nog versterkt onder Bush en Obama heeft buiten enkele kleine dingen (familiebezoek en het geld sturen) niets veranderd.
Dit alles heeft als gevolg dat Cuba nog moeilijk zijn buitenlandse schulden kan afbetalen.
4. Structurele problemen.
a) De eenzijdige, niet gedifferentieerde uitbouw van de productie is een gevolg van de koloniale periode met landbouw gebaseerd op slavernij.
Ché streefde naar economische differentiatie maar omwille van de exodus van vele wetenschappers is dat in zijn tijd niet gebeurd. De Comecon (Sovjeteconomie) stuurde aan op monocultuur.
b) De landbouw. Het land heeft een vruchtbare bodem,maar moet toch bijna 80% van zijn voedsel importeren. Met 4 miljoen hectare landbouwgrond is het niet in staat zijn bevolking van 10 miljoen mensen te voeden. Mogelijke verklaringen zijn:
(1) Het imago van de landbouw. De landbouw steunde in het verleden op suiker en verwijst naar slavernij.
(2) Cultureel. Hoger geschoolden zijn niet geneigd om in de landbouw te gaan werken, temeer omdat er op het platteland weinig te beleven valt op cultureel vlak.
(3) De rigiditeit van het economisch model: de nationalisering van de landbouw zorgde niet voor extra rendement voor de boeren zelf. In tegenstelling met bv Vietnam, waar de kleine boeren een klein stuk land in privaat bezit hebben en waar de landbouw zorgt voor 40% van het inkomen.
Dit is gewijzigd door de invoering van coöperatieven en de boeren die hun producten vrij op de markten kunnen verkopen, maar deze hervormingen gaven niet het verhoopte resultaat.
c) Lage productiviteit en lage motivatie in industrie en diensten. Er is geen band tussen arbeid, loon en koopkracht.
De lonen zijn laag (30 euro per maand) en hebben geen verband met de prestatie. Het loon is maar een deel van het inkomen. Naast het loon is er het collectief inkomen
Er is een spanning tussen de individuele motivatie en het collectief doel. Dit is een structureel probleem geweest in alle socialistische landen. Deze spanning probeerde men te overbruggen met morele en culturele prikkels. Met het toekennen van medailles voor de laureaten van de arbeid alleen los je dit niet op.
5. Hoe los je dit op? Hierover wordt veel gediscussieerd.
a) Er is niet “een model”. De discussie wordt vooral gevoerd in intellectuele middens zonder een massale betrokkenheid van de bevolking, en dit is gevaarlijk. Artikels hierover verschijnen in tijdschriften, maar niet in de officiële pers.
De ingenomen posities gaan van ultra neoliberaal (von Hayek, Friedman) tot terug naar het oude Sovjetmodel waar de staat alles domineert. Daar tussenin staan de sociaal democraten waarvan sommigen kiezen voor een markteconomie gecorrigeerd door staatsregulering en anderen voor een model tussenin, zonder de hegemonie van de markt maar ook niet die van de staat.
b) De Cubanen kijken ook naar andere landen
Terug naar de tijd van de Sovjet-Unie willen ze niet. Wel kijken ze naar China en Vietnam: opening voor de markt maar met controle van de staat en met de hegemonie van de communistische partij over de staat.
Uit mijn contacten met het centraal comité van Vietnam bleek dat men dezelfde maatstaven van groei hanteert als het kapitalisme: de groei van het BBP, van de export en import zonder rekening te houden met de externaliteiten (sociale en ecologische gevolgen). Marx zei het al: “het kapitalisme is de meest efficiënte manier om de productie te organiseren, maar houdt geen rekening met de externaliteiten.”
Meerderen in Cuba zeggen dat ze die weg niet willen volgen.
Om China te volgen hebben ze niet de middelen.
Het goed opgeleide Cubaanse leger speelt meer en meer een belangrijke economische rol en het beklemtonen van discipline en vertikaal denken in het leger heeft een invloed op het economisch denken. Het leger lijkt iets meer geneigd om in de richting van Vietnam of China te gaan.
B. Politiek
1. De overgang na Fidel
De ziekte van Fidel en de transitie heeft geen politieke crisis of problemen meegebracht. Velen dachten dat Cuba stond of viel met Fidel. Dit toont aan dat het systeem niet gebaseerd is op één man en dat er continuïteit is in het beleid.
In Cuba dacht men dat het Westen van deze toestand zou profiteren om in te grijpen. Hiervoor zijn er redenen. Er zijn honderden pogingen opgezet vanuit de VS om Fidel te vermoorden en er zijn contacten vanuit de VS met de dissidenten.
2. Dissidenten:
a) politiek probleem
De dissidenten zijn tot nu toe marginaal en bestaan uit twee groepen: degenen die mét en degenen die zonder de steun van VS werken.
Vele Cubanen zijn nooit tevreden en uiten altijd kritiek op de regering. Een deel van die kritiek steunt op objectieve gronden.
De oppositie in Cuba bestaat en de meeste dissidenten zitten niet in de gevangenis.
Drie jaar geleden werden 75 dissidenten gevangen gezet en drie jongeren die een boot kaapten werden ter dood veroordeeld en effectief geëxecuteerd. Dit heeft veel reactie uitgelokt in Europa en in de hele wereld. Europa blokkeerde de ontwikkelingssamenwerking en dissidenten werden uitgenodigd op de ambassades. De Belgische ambassade deed hier niet aan mee.
b) mijn mening
Cuba heeft slecht gereageerd vanuit hun eilandmentaliteit.
“Ik was op bezoek in Cuba n.a.v. de 80° verjaardag van Fidel. Men heeft me gevraagd om mee na te denken hoe ze zo veel mogelijk intellectuelen over de hele wereld konden bereiken en hen te vragen om solidair te zijn met Cuba. We hebben een week gewerkt aan de tekst en het opzoeken van adressen. De voorliggende tekst was opgesteld vanuit hun woordenschat. De vraag was voor wie de tekst bedoeld was, voor binnenlands of voor buitenlands gebruik? Wie wil men overtuigen? We hebben voorgesteld om alle adjectieven, passages als ‘het heroïsche volk’ en alle bombastisch taalgebruik te schrappen.
De 75, waarvan er nu nog 53 opgesloten zijn, hadden hulp vanuit VS ontvangen en dat is fout. Toch moeten we toegeven dat sommige vonnissen weinig gemotiveerd waren en vaak in een ideologische taal opgesteld.
Ook de uitvoering van de doodstraffen had men beter vermeden. Het gevolg is dat bepaalde milieus deze situatie exploiteren en dat er agressiviteit is in het buitenland ten opzichte van Cuba.
3. Raúl Castro
Hij was in het begin heel discreet maar kreeg nadien meer en meer autoriteit.
Raúl heeft vroeger een bevraging gelanceerd waarop 1 tot 2 miljoen mensen reageerden, maar de bevolking heeft de indruk dat er weinig of niets mee gebeurd is, terwijl dit wel zo was tijdens de speciale periode.
Er zijn onlangs verkiezingen geweest en hij is opnieuw verkozen als president. De gekozen vicepresident Machado is iemand van de oude garde, waardoor men een terugkeer vreest naar de tijd van de Sovjetbureaucratie, met staatseconomie en een striktere politieke controle incluis.
Intellectuelen en een deel van de bevolking reageerden hiertegen.
De bevolking heeft schrik voor de conservatieve houding op vlak van economie en politiek. Daar bovenop komt de economische crisis. De bevolking reageert passief.
De jongeren hebben de tijd vóór de revolutie en de revolutie niet gekend. Voor hen zijn de sociale verworvenheden vanzelfsprekend. Ze hebben andere aspiraties o.m. de wereld leren kennen en meer kunnen consumeren. Ze kijken naar de VS en vergelijken.
Er is kritiek en vermoeidheid. De mensen zien geen vooruitgang door de economische crisis en ze aanvaarden de situatie niet langer. De crisis heeft een weerslag op het sociaal vlak.
Scholen hebben een probleem om voldoende leerkrachten te vinden. In de gezondheidssector zijn er te weinig dokters beschikbaar; veel dokters werken in het buitenland in het kader van de internationale solidariteit.
Een meerderheid wil niet naar het kapitalisme, wel een ander soort socialisme met meer inspraak en minder rigiditeit. Cuba moet een weg vinden om de fundamentele waarden van de revolutie te behouden en toch meer politieke en economische democratie te realiseren.
C. Internationale solidariteit
1. Internationale hulpverlening
Na de aardbeving in Haïti waren de Cubanen de eersten om hulp te verlenen. Dit gebeurt ook elders in wereld en dit niettegenstaande de economische crisis.
2. Opleiding.
In de Latijns Amerikaanse school in Havana worden gratis duizenden buitenlandse studenten tot dokters opgeleid.
3. Evoluties in andere landen.
Wat gebeurde in Venezuela, Ecuador en Nicaragua was zonder Cuba niet mogelijk geweest.
4. ALBA (Bolivariaanse Alliantie voor de Volkeren van Ons Amerika).
In dit samenwerkingsakkoord tussen Latijns Amerikaanse landen speelt Cuba een belangrijke rol. Dit samenwerkingsakkoord is niet gebaseerd op competitie maar wel op solidariteit, zowel economisch, sociaal als cultureel.
5. Wereld Sociaal Forum.
Hierin speelt Cuba een belangrijke rol.
D. Positie van de katholieke kerk.
1. Vóór de revolutie
Als proost van de KAJ in Brussel bezocht ik in 1953 samen met Cardijn het Cuba van vóór de revolutie om de arbeidscondities van de arbeid(st)ers te leren kennen. Politieke manifestaties waren verboden. Na een bezoek aan het aartsbisschoppelijk paleis met een eigen kapperssalon voor de kardinaal was Cardijn geschandaliseerd en zei hij: “ze weten niet wat er zal gebeuren”.
De kerk was verbonden met de begoede sociale klasse en de pastoraal beperkte zich in hoofdzaak tot de middenklasse in de steden. Er waren toen in Havana slechts 32 priesters in 16 parochies actief, terwijl er 200 priesters in de scholen voor de rijken werkten. Dat was een klassenoptie.
Uit de kleine basisgroepen van de KAJ kwamen meer roepingen voort dan uit de colleges.
2. na de revolutie
Na de revolutie volgt een exodus van priesters en middenklasse waardoor ook de sociale basis van de kerk voor een groot deel verdween.
De revolutie was antiklerikaal en naarmate de Sovjetinvloed doordrong ook antireligieus.
De protestantse kerk was Amerikaans van oorsprong en sterk gebonden aan de VS. Dit leidde tot conflict. Maar sommige protestantse kerken hebben zich na de revolutie sneller aangepast dan de katholieke kerk.
3. Raúl en de kerk nu.
Naar aanleiding van de ziekte van Fidel schreven de bisschoppen een brief waarin ze de gelovigen vroegen te bidden voor Fidel en de nieuwe leiders en waarin ze zich kantten tegen een VS-inmenging.
Dit werd sterk gewaardeerd door de regering.
Onlangs is er, op vraag van de Duitse ambassade, een contact geweest tussen de kardinaal en Raúl in verband met de 75 gevangenen (waarvan er nog 53 in de gevangenis zitten). De kardinaal vroeg waarom de Europeanen enkel bekommerd zijn om de 75 en niet om de 10 miljoen Cubanen?
Raúl heeft de bemiddeling voor ‘de dames in het wit’ (de familie van de 75) van de kardinaal aanvaard. Hij stelde voor om de 53 die nu nog gevangen zitten vrij te laten in ruil voor de 5 Cubanen die in de VS zonder eerlijk proces opgesloten zijn. Daarop gaan de VS niet in.
E. Reflectie
Ik spreek niet over een “model” maar over een “ervaring”. Deze ervaring is fundamenteel. Cuba is het enige land dat nog zo ver gaat. En de nieuwe wind in Latijns-Amerika zou zonder Cuba onmogelijk geweest zijn. Daarom is solidariteit met Cuba zo belangrijk, zeker in het licht van het nieuw offensief tegen het land, meer bepaald in de Europese Unie.
Wees kritisch maar fundamenteel solidair!
II. Vragen
1. kost van het embargo is 93 mld $. Hoe is dat berekend?
Deze kost verwijst naar:
a) meerkost voor de invoer
b) duurder krediet en dus hogere rente
c) mislopen van investeringen
d) duurdere internet verkeer
Deze kosten worden wereldwijd niet betwist.
2. Men zegt dat de rijkdom van Fidel miljarden bedraagt.
Op deze beschuldiging antwoordt Fidel als volgt:”als iemand kan bewijzen dat ik 1 $ bezit dan treed ik af”.
De redenering verwijst misschien naar de rijkdom van de staat. Die rijkdom is niet aan Fidel toe te wijzen.
Een ander redenering verwijst naar de woning van Fidel. Omwille van de veiligheid, al 600 aanslagen op Fidel, slaapt hij voortdurend in een andere woning. De Cubanen weten niet waar Fidel woont.
3. Hoe worden de lonen berekend en hoe zit de loonstructuur in elkaar?
Het gemiddeld loon is laag, zeker voor de intellectuelen. Om het inkomen van de Cubanen te beoordelen moet je niet enkel kijken naar het loon maar ook naar het inkomen in de vorm van goedkope gesubsidieerde producten en de collectieve voorzieningen.
Vanuit het publiek werd ingebracht dat het voedsel dat de Cubanen kunnen bekomen met het rantsoenboekje toch nog de helft van hun loon opslorpt.
Voor deze thematiek zie: tekst van M. Vandepitte in MO paper
4. Corruptie in Cuba
Deze bestaat, maar is niet zo groot als in de andere landen van Latijns Amerika.
Naast de eigenlijke corruptie zijn er de privileges die bestaan in de ambtenarij (gemakkelijker toegang tot bepaalde diensten), maar die zijn minder groot dan in andere landen.
Een aanwezige persoon die zes maanden in Cuba verbleef gaf enkele voorbeelden:
Voor busreizen moet je maanden vooraf boeken, toch kan je er mits het geven van een fooi nog altijd later bij.
In de gezondheidssector verwacht de dokter bij een doktersbezoek een cadeautje.
Jongeren willen in het toerisme gaan werken voor het hoger loon en de fooien.
5. Cuba en ecologie
In een rapport van het WWF van 2006 staat dat Cuba het enige land is met duurzame economie d.w.z. een hoog niveau van sociale ontwikkeling en toch niet meer verbruiken dan wat de aarde kan reproduceren.
Mogelijke verklaringen
a) Cuba heeft niet veel industrie
b) Ecologisch bewustzijn
c) Het gevoerde beleid: bio-landbouw, energiebesparing bv vervangen van ijskasten.
Vanuit het publiek werd gewezen op de oude grote voertuigen die veel verbruiken en de lucht verpesten.
Maar nieuwe auto’s kunnen de Cubanen zich niet veroorloven. Als men deze wagens zou verbieden er is voor hen geen alternatief.
Door oude voertuigen te gebruiken wordt er minder grondstoffen verbruikt.
De autobussen worden nu vervangen door nieuwe die komen van China en Latijns Amerika.
Wie kan over het gebruik van die oude voertuigen daarover beslissen? Cuba lijkt een geblokkeerde samenleving, zo werd gesteld door een toehoorder.
6. Vrije Vakbonden in Cuba
Er bestaat een christelijke vakbond CUTC. Ik weet niet of de leiders oud kajotters zijn of contact hebben met oud kajotters.
De christenen konden zich moeilijk inpassen in de revolutie om twee redenen
a) sociale leer van de kerk
b) de revolutie was antiklerikaal en antireligieus. Dit was zo historisch bekeken. Dit historisch perspectief konden de oud kajotters niet innemen.
De CUTC is een marginaal verschijnsel. Ze is gericht tegen het regime en gaat alliantie aan met de dissidenten.
Volgens de regering is alles wat buiten het regime staat ook tegen het regime.
7. Is voor toeristen moeilijk om contact te nemen?
Neen, misschien zijn de aangesproken personen terughoudend om bepaalde dingen te vertellen. De Cubanen zijn zeer kritisch.
Er is een bepaalde vorm van interne controle, zeker voor studenten. Dit kan verklaard worden vanuit de agressie tegen het regime die altijd aanwezig is.
Het is goed om contact op te nemen maar doe geen zaken waardoor je mensen in moeilijkheden brengt.
8. De nieuwe Europese initiatieven.
Onder het Spaans voorzitterschap veranderde de houding van Europa t.o.v. Cuba. De laatste tijd zien we een nieuw offensief n.a.v. de acties van de Dames in het wit en de zelfmoord van een gevangene (Zapata). (nvdr: Zapata is gestorven nadat hij een longontsteking kreeg na een lange hongerstaking. Men heeft hem nog proberen te redden, maar dat is niet gelukt.) De media voeren een campagne op basis van de schending van de mensenrechten.
Op dat vlak worden de mensenrechten in Cuba niet volledig gerespecteerd. Maar in welke maatschappij worden de mensenrechten volledig gerespecteerd? En waarom wordt Cuba op dat vlak aangepakt. Kijk naar de houding van Europa i.v.m. Palestina..
Als Europa zijn houding wijzigt t.o.v. Cuba komt er dadelijk een tegenstroom in beweging.
De reactie van Cuba is ontkennen en terugplooien.
België heeft altijd geweigerd de door Europa opgelegde maatregelen toe te passen. De enige Europese ambassade waar Cubanen kwamen was de Belgische. Er was een goede Belgische ambassadrice. Voor de houding van België was er respect in Cuba.
Veranderingen in Cuba zullen niet gebeuren door deze van buiten uit op te leggen, maar door kritiek in respect.
9. Met Obama: een wijziging?
Obama heeft enkele zaken veranderd zoals het bezoekrecht en geld sturen naar Cuba. Maar fundamenteel verandert er niets.
Toen Obama verkozen werd, spraken de Cubanen van de “zwarte keizer”.
10. Wat denken van de laatste pastorale brief waar in de Standaard (21 april 2010: Hoofd katholieke kerk in Cuba haalt zwaar uit naar het regime) naar verwezen werd?
Het is geen brief maar een artikel dat verschijnt in een tijdschrift. Ik had die tekst nog niet gezien.
Het is een reactie op de actie van de Witte dames omwille van de 53 die nog gevangen zitten en de zelfmoord.
De kardinaal ziet de kerk als institutie. Hij geeft aan de kerk een dominante rol in de maatschappij. De kerk moet aanwezig zijn door bv katholiek onderwijs. In het verleden waren de scholen antiklerikaal. Dit is voorbij.
Het is een bepaalde visie op evangelisatie.
In een voorgaande brief van de bisschoppen zien ze de kerk als bemiddeling in de transitie.
De kardinaal streeft naar normale relaties. De toestand van nu is niet correct
a) terugkeer van de conservatieven in de regering
b) de gevangenen = een politiek probleem
c) ethische problemen.
De vraag is: is de tekst van het artikel een aanval is op het regime of een normale correctie.
De kardinaal is kort na zijn aanstelling op uitnodiging naar Miami gegaan. Hij wilde er echter niet door de anti-Cubaanse lobby misbruikt worden. Hij werd door de Cubanen in Miami uitgejouwd en kreeg hiervoor respect in Cuba.
11. Hoeveel katholieken zijn er in Cuba?
Het aanwezig zijn in de kerken werd beschouwd als een vorm van protest tegen het regime. Maar dit verandert nu.
De nieuwe generatie heeft geen weet van de christelijke woordenschat.
Er zijn katholieken die zich inschakelen in de revolutie.
Ik stond een interview toe voor het maandblad van de communistische jeugd. Na het interview vertelde de interviewer me dat hij in de parochie waar hij woont verantwoordelijk is voor het pastoraal werk bij de jongeren.
De protestanten staan verder in de inschakeling in het revolutionair proces, cfr. Raúl Suárez die hier op bezoek kwam en waarmee de Cubawerkgroep contact heeft. Hij is dominee in een protestantse kerk, directeur van een vormingsinstituut dat onafhankelijk is van de overheid en volksvertegenwoordiger. De kardinaal en Suárez werden in het begin van de revolutie bij groep van de criminelen geteld, dit is nu helemaal niet meer zo.
De kerkgebouwen in Cuba zijn open, er worden missen opgedragen.
Verslag 29/5/2010
Cuba vandaag
Uiteenzetting van
Prof F. Houtart
Inleiding: anekdote Feria del libro in La Habana – en la catedral del helado.
“Ik was op de boekenbeurs van Havana voor de voorstelling van mijn boek over biodiversiteit. Een meisje vroeg naar mijn leeftijd. “Een beetje ouder dan jij”. “Hoeveel dan?” “85 jaar.” “Zo jong!” Ik betaalde haar meteen een ijsje.”
I. Uiteenzetting
A. Economisch
1. Speciale periode
a) val Sovjetrijk. Cuba kende een zeer moeilijke periode na de val van de SU. De inschakeling van het land in de Sovjeteconomie heeft de eenzijdige economische uitbouw van Cuba als producent van suiker verder versterkt.
De val van de SU leidde een pijnlijke periode in. Cuba moest nu op de internationale markt petroleum kopen tegen een hogere prijs en suiker verkopen tegen een lagere prijs.
b) de impact van de blokkade door de VS. Deze blokkade kost Cuba 93 miljard dollar.
Beide fenomenen zorgden voor een diepe economische inzinking en ernstige problemen inzake voedselvoorziening. Velen dachten dat dit het einde zou betekenen van Cuba. Bij het pausbezoek vond Johannes Paulus II het niet nodig een agressieve houding aan te nemen –in tegenstelling tot zijn opstelling bij zijn eerdere bezoek aan Nicaragua- omdat hij er van overtuigd was dat het Cubaanse politieke systeem toch op zijn laatste beentjes liep.
De ineenstorting gebeurde niet o.w.v. het gevoerde beleid dat gedragen werd door de bevolking met de inspraak van de bevolking. Beslissingen werden niet alleen aan de top genomen. Het was een heel moeilijke periode, maar de Cubanen leefden met de idee: “we kunnen er uit komen”.
Na 10 jaar, einde de jaren 90, was Cuba uit het dal gekropen en kende het al terug een jaarlijkse groei van 4%.
2. De belangrijkste maatregelen van het beleid
a) Bevorderen van toerisme. Het toerisme zorgde voor nieuwe inkomensbronnen en groeide tussen 90 en midden 2000 jaarlijks met 23%. Via deze weg kwam Cuba aan de nodige vreemde deviezen om hun noodzakelijke invoer te betalen.
Dit had echter een keerzijde:
(1) de economische impact: een deel van de economie kwam zo in handen van het buitenland.
(2) de sociaal en culturele impact: Bepaalde domeinen, zones en hotels, werden voorbehouden voor buitenlandse toeristen. Het door de toeristen getoond levenspatroon betekende een gevaar voor de revolutie. Deze “hotelapartheid” werd door Raúl afgeschaft.
b) De invoering van een dubbel muntsysteem: de Cubaanse peso tegenover de met deviezen betaalbare “CUC”. Zo kreeg de regering controle over de inkomsten die de bedrijven, de toeristische sector en gezinnen (overdrachten van familieleden) uit het buitenland ontvingen.
De keerzijde: er ontstond een nieuwe sociale tweedeling, nl. tussen Cubanen mét CUC’s en 1/3 van de Cubanen die geen toegang hebben tot CUC’s.
Men moest daarom maatregelen nemen die indruisen tegen de filosofie van de revolutie.
c) Het aantrekken van buitenlandse investeringen in de vorm van gemengde ondernemingen, waarbij de overheid steeds ½ van de aandelen in eigen handen houdt. Het toerisme is grotendeels in handen van Spaanse en Franse ondernemingen.
d) De economie evolueerde van een productie-economie (landbouw, kleine industrie) naar een. Voornamelijk in nieuwe sectoren, zoals farmaceutica en informatica, werd ingezet op het bevorderen van de efficiëntie.
Op vlak van onderzoek in de farmaceutica presteerde Cuba beter en efficiënter dan de Europese ondernemingen. Zeer veel research gebeurde in kleine ondernemingen, die elkaars concurrenten niet waren. Resultaten werden onderling uitgewisseld en op basis daarvan werd nagegaan welke onderneming het best geplaatst is om een bepaalde uivinding verder te ontwikkelen. In Europa overheerst de competitie en zal men snel een octrooi nemen.
Het ontwikkelen van de sofware in de informatica gebeurde in een speciaal daarvoor opgerichte universiteit.
Het land kende een groei van 3,4 % per jaar. In de industrie was Cuba de 4e producent van nikkel, wat haar een strategische positie opleverde, en ze produceren 10 % van het kobalt in de wereld. De economische groei kwam echter niet zozeer van de industrie maar van de diensten.
3. De moeilijkheden voor de groei:
a) De economische crisis laat diepe sporen na.
De prijs van nikkel kelderde met 70%.
De inkomsten uit toerisme dalen. Het aantal toeristen vermindert niet erg (nog 2.300.000 per jaar) maar ze geven minder uit. Cuba is een duur land voor buitenlandse toeristen.
De ontvangen inkomensoverdrachten van migranten (‘remesas’) naar de gezinnen krimpen.
Er komen minder buitenlandse investeringen.
De sociale gevolgen worden nog versterkt door werkloze Cubanen in de VS, terugkeren keren naar hun land om er van het Cubaanse sociale systeem te profiteren. Als ze in Cuba toekomen hebben ze meteen recht op sociale zekerheid.
b) Drie orkanen in anderhalf jaar tijd kostten Cuba 10 miljard $ voor huisvesting, voedselvoorziening, enz. Men mag verwachten dat het aantal orkanen in de toekomst omwille van de opwarming van het klimaat nog zal toenemen.
c) Het embargo van de VS: was nog versterkt onder Bush en Obama heeft buiten enkele kleine dingen (familiebezoek en het geld sturen) niets veranderd.
Dit alles heeft als gevolg dat Cuba nog moeilijk zijn buitenlandse schulden kan afbetalen.
4. Structurele problemen.
a) De eenzijdige, niet gedifferentieerde uitbouw van de productie is een gevolg van de koloniale periode met landbouw gebaseerd op slavernij.
Ché streefde naar economische differentiatie maar omwille van de exodus van vele wetenschappers is dat in zijn tijd niet gebeurd. De Comecon (Sovjeteconomie) stuurde aan op monocultuur.
b) De landbouw. Het land heeft een vruchtbare bodem,maar moet toch bijna 80% van zijn voedsel importeren. Met 4 miljoen hectare landbouwgrond is het niet in staat zijn bevolking van 10 miljoen mensen te voeden. Mogelijke verklaringen zijn:
(1) Het imago van de landbouw. De landbouw steunde in het verleden op suiker en verwijst naar slavernij.
(2) Cultureel. Hoger geschoolden zijn niet geneigd om in de landbouw te gaan werken, temeer omdat er op het platteland weinig te beleven valt op cultureel vlak.
(3) De rigiditeit van het economisch model: de nationalisering van de landbouw zorgde niet voor extra rendement voor de boeren zelf. In tegenstelling met bv Vietnam, waar de kleine boeren een klein stuk land in privaat bezit hebben en waar de landbouw zorgt voor 40% van het inkomen.
Dit is gewijzigd door de invoering van coöperatieven en de boeren die hun producten vrij op de markten kunnen verkopen, maar deze hervormingen gaven niet het verhoopte resultaat.
c) Lage productiviteit en lage motivatie in industrie en diensten. Er is geen band tussen arbeid, loon en koopkracht.
De lonen zijn laag (30 euro per maand) en hebben geen verband met de prestatie. Het loon is maar een deel van het inkomen. Naast het loon is er het collectief inkomen
Er is een spanning tussen de individuele motivatie en het collectief doel. Dit is een structureel probleem geweest in alle socialistische landen. Deze spanning probeerde men te overbruggen met morele en culturele prikkels. Met het toekennen van medailles voor de laureaten van de arbeid alleen los je dit niet op.
5. Hoe los je dit op? Hierover wordt veel gediscussieerd.
a) Er is niet “een model”. De discussie wordt vooral gevoerd in intellectuele middens zonder een massale betrokkenheid van de bevolking, en dit is gevaarlijk. Artikels hierover verschijnen in tijdschriften, maar niet in de officiële pers.
De ingenomen posities gaan van ultra neoliberaal (von Hayek, Friedman) tot terug naar het oude Sovjetmodel waar de staat alles domineert. Daar tussenin staan de sociaal democraten waarvan sommigen kiezen voor een markteconomie gecorrigeerd door staatsregulering en anderen voor een model tussenin, zonder de hegemonie van de markt maar ook niet die van de staat.
b) De Cubanen kijken ook naar andere landen
Terug naar de tijd van de Sovjet-Unie willen ze niet. Wel kijken ze naar China en Vietnam: opening voor de markt maar met controle van de staat en met de hegemonie van de communistische partij over de staat.
Uit mijn contacten met het centraal comité van Vietnam bleek dat men dezelfde maatstaven van groei hanteert als het kapitalisme: de groei van het BBP, van de export en import zonder rekening te houden met de externaliteiten (sociale en ecologische gevolgen). Marx zei het al: “het kapitalisme is de meest efficiënte manier om de productie te organiseren, maar houdt geen rekening met de externaliteiten.”
Meerderen in Cuba zeggen dat ze die weg niet willen volgen.
Om China te volgen hebben ze niet de middelen.
Het goed opgeleide Cubaanse leger speelt meer en meer een belangrijke economische rol en het beklemtonen van discipline en vertikaal denken in het leger heeft een invloed op het economisch denken. Het leger lijkt iets meer geneigd om in de richting van Vietnam of China te gaan.
B. Politiek
1. De overgang na Fidel
De ziekte van Fidel en de transitie heeft geen politieke crisis of problemen meegebracht. Velen dachten dat Cuba stond of viel met Fidel. Dit toont aan dat het systeem niet gebaseerd is op één man en dat er continuïteit is in het beleid.
In Cuba dacht men dat het Westen van deze toestand zou profiteren om in te grijpen. Hiervoor zijn er redenen. Er zijn honderden pogingen opgezet vanuit de VS om Fidel te vermoorden en er zijn contacten vanuit de VS met de dissidenten.
2. Dissidenten:
a) politiek probleem
De dissidenten zijn tot nu toe marginaal en bestaan uit twee groepen: degenen die mét en degenen die zonder de steun van VS werken.
Vele Cubanen zijn nooit tevreden en uiten altijd kritiek op de regering. Een deel van die kritiek steunt op objectieve gronden.
De oppositie in Cuba bestaat en de meeste dissidenten zitten niet in de gevangenis.
Drie jaar geleden werden 75 dissidenten gevangen gezet en drie jongeren die een boot kaapten werden ter dood veroordeeld en effectief geëxecuteerd. Dit heeft veel reactie uitgelokt in Europa en in de hele wereld. Europa blokkeerde de ontwikkelingssamenwerking en dissidenten werden uitgenodigd op de ambassades. De Belgische ambassade deed hier niet aan mee.
b) mijn mening
Cuba heeft slecht gereageerd vanuit hun eilandmentaliteit.
“Ik was op bezoek in Cuba n.a.v. de 80° verjaardag van Fidel. Men heeft me gevraagd om mee na te denken hoe ze zo veel mogelijk intellectuelen over de hele wereld konden bereiken en hen te vragen om solidair te zijn met Cuba. We hebben een week gewerkt aan de tekst en het opzoeken van adressen. De voorliggende tekst was opgesteld vanuit hun woordenschat. De vraag was voor wie de tekst bedoeld was, voor binnenlands of voor buitenlands gebruik? Wie wil men overtuigen? We hebben voorgesteld om alle adjectieven, passages als ‘het heroïsche volk’ en alle bombastisch taalgebruik te schrappen.
De 75, waarvan er nu nog 53 opgesloten zijn, hadden hulp vanuit VS ontvangen en dat is fout. Toch moeten we toegeven dat sommige vonnissen weinig gemotiveerd waren en vaak in een ideologische taal opgesteld.
Ook de uitvoering van de doodstraffen had men beter vermeden. Het gevolg is dat bepaalde milieus deze situatie exploiteren en dat er agressiviteit is in het buitenland ten opzichte van Cuba.
3. Raúl Castro
Hij was in het begin heel discreet maar kreeg nadien meer en meer autoriteit.
Raúl heeft vroeger een bevraging gelanceerd waarop 1 tot 2 miljoen mensen reageerden, maar de bevolking heeft de indruk dat er weinig of niets mee gebeurd is, terwijl dit wel zo was tijdens de speciale periode.
Er zijn onlangs verkiezingen geweest en hij is opnieuw verkozen als president. De gekozen vicepresident Machado is iemand van de oude garde, waardoor men een terugkeer vreest naar de tijd van de Sovjetbureaucratie, met staatseconomie en een striktere politieke controle incluis.
Intellectuelen en een deel van de bevolking reageerden hiertegen.
De bevolking heeft schrik voor de conservatieve houding op vlak van economie en politiek. Daar bovenop komt de economische crisis. De bevolking reageert passief.
De jongeren hebben de tijd vóór de revolutie en de revolutie niet gekend. Voor hen zijn de sociale verworvenheden vanzelfsprekend. Ze hebben andere aspiraties o.m. de wereld leren kennen en meer kunnen consumeren. Ze kijken naar de VS en vergelijken.
Er is kritiek en vermoeidheid. De mensen zien geen vooruitgang door de economische crisis en ze aanvaarden de situatie niet langer. De crisis heeft een weerslag op het sociaal vlak.
Scholen hebben een probleem om voldoende leerkrachten te vinden. In de gezondheidssector zijn er te weinig dokters beschikbaar; veel dokters werken in het buitenland in het kader van de internationale solidariteit.
Een meerderheid wil niet naar het kapitalisme, wel een ander soort socialisme met meer inspraak en minder rigiditeit. Cuba moet een weg vinden om de fundamentele waarden van de revolutie te behouden en toch meer politieke en economische democratie te realiseren.
C. Internationale solidariteit
1. Internationale hulpverlening
Na de aardbeving in Haïti waren de Cubanen de eersten om hulp te verlenen. Dit gebeurt ook elders in wereld en dit niettegenstaande de economische crisis.
2. Opleiding.
In de Latijns Amerikaanse school in Havana worden gratis duizenden buitenlandse studenten tot dokters opgeleid.
3. Evoluties in andere landen.
Wat gebeurde in Venezuela, Ecuador en Nicaragua was zonder Cuba niet mogelijk geweest.
4. ALBA (Bolivariaanse Alliantie voor de Volkeren van Ons Amerika).
In dit samenwerkingsakkoord tussen Latijns Amerikaanse landen speelt Cuba een belangrijke rol. Dit samenwerkingsakkoord is niet gebaseerd op competitie maar wel op solidariteit, zowel economisch, sociaal als cultureel.
5. Wereld Sociaal Forum.
Hierin speelt Cuba een belangrijke rol.
D. Positie van de katholieke kerk.
1. Vóór de revolutie
Als proost van de KAJ in Brussel bezocht ik in 1953 samen met Cardijn het Cuba van vóór de revolutie om de arbeidscondities van de arbeid(st)ers te leren kennen. Politieke manifestaties waren verboden. Na een bezoek aan het aartsbisschoppelijk paleis met een eigen kapperssalon voor de kardinaal was Cardijn geschandaliseerd en zei hij: “ze weten niet wat er zal gebeuren”.
De kerk was verbonden met de begoede sociale klasse en de pastoraal beperkte zich in hoofdzaak tot de middenklasse in de steden. Er waren toen in Havana slechts 32 priesters in 16 parochies actief, terwijl er 200 priesters in de scholen voor de rijken werkten. Dat was een klassenoptie.
Uit de kleine basisgroepen van de KAJ kwamen meer roepingen voort dan uit de colleges.
2. na de revolutie
Na de revolutie volgt een exodus van priesters en middenklasse waardoor ook de sociale basis van de kerk voor een groot deel verdween.
De revolutie was antiklerikaal en naarmate de Sovjetinvloed doordrong ook antireligieus.
De protestantse kerk was Amerikaans van oorsprong en sterk gebonden aan de VS. Dit leidde tot conflict. Maar sommige protestantse kerken hebben zich na de revolutie sneller aangepast dan de katholieke kerk.
3. Raúl en de kerk nu.
Naar aanleiding van de ziekte van Fidel schreven de bisschoppen een brief waarin ze de gelovigen vroegen te bidden voor Fidel en de nieuwe leiders en waarin ze zich kantten tegen een VS-inmenging.
Dit werd sterk gewaardeerd door de regering.
Onlangs is er, op vraag van de Duitse ambassade, een contact geweest tussen de kardinaal en Raúl in verband met de 75 gevangenen (waarvan er nog 53 in de gevangenis zitten). De kardinaal vroeg waarom de Europeanen enkel bekommerd zijn om de 75 en niet om de 10 miljoen Cubanen?
Raúl heeft de bemiddeling voor ‘de dames in het wit’ (de familie van de 75) van de kardinaal aanvaard. Hij stelde voor om de 53 die nu nog gevangen zitten vrij te laten in ruil voor de 5 Cubanen die in de VS zonder eerlijk proces opgesloten zijn. Daarop gaan de VS niet in.
E. Reflectie
Ik spreek niet over een “model” maar over een “ervaring”. Deze ervaring is fundamenteel. Cuba is het enige land dat nog zo ver gaat. En de nieuwe wind in Latijns-Amerika zou zonder Cuba onmogelijk geweest zijn. Daarom is solidariteit met Cuba zo belangrijk, zeker in het licht van het nieuw offensief tegen het land, meer bepaald in de Europese Unie.
Wees kritisch maar fundamenteel solidair!
II. Vragen
1. kost van het embargo is 93 mld $. Hoe is dat berekend?
Deze kost verwijst naar:
a) meerkost voor de invoer
b) duurder krediet en dus hogere rente
c) mislopen van investeringen
d) duurdere internet verkeer
Deze kosten worden wereldwijd niet betwist.
2. Men zegt dat de rijkdom van Fidel miljarden bedraagt.
Op deze beschuldiging antwoordt Fidel als volgt:”als iemand kan bewijzen dat ik 1 $ bezit dan treed ik af”.
De redenering verwijst misschien naar de rijkdom van de staat. Die rijkdom is niet aan Fidel toe te wijzen.
Een ander redenering verwijst naar de woning van Fidel. Omwille van de veiligheid, al 600 aanslagen op Fidel, slaapt hij voortdurend in een andere woning. De Cubanen weten niet waar Fidel woont.
3. Hoe worden de lonen berekend en hoe zit de loonstructuur in elkaar?
Het gemiddeld loon is laag, zeker voor de intellectuelen. Om het inkomen van de Cubanen te beoordelen moet je niet enkel kijken naar het loon maar ook naar het inkomen in de vorm van goedkope gesubsidieerde producten en de collectieve voorzieningen.
Vanuit het publiek werd ingebracht dat het voedsel dat de Cubanen kunnen bekomen met het rantsoenboekje toch nog de helft van hun loon opslorpt.
Voor deze thematiek zie: tekst van M. Vandepitte in MO paper
4. Corruptie in Cuba
Deze bestaat, maar is niet zo groot als in de andere landen van Latijns Amerika.
Naast de eigenlijke corruptie zijn er de privileges die bestaan in de ambtenarij (gemakkelijker toegang tot bepaalde diensten), maar die zijn minder groot dan in andere landen.
Een aanwezige persoon die zes maanden in Cuba verbleef gaf enkele voorbeelden:
Voor busreizen moet je maanden vooraf boeken, toch kan je er mits het geven van een fooi nog altijd later bij.
In de gezondheidssector verwacht de dokter bij een doktersbezoek een cadeautje.
Jongeren willen in het toerisme gaan werken voor het hoger loon en de fooien.
5. Cuba en ecologie
In een rapport van het WWF van 2006 staat dat Cuba het enige land is met duurzame economie d.w.z. een hoog niveau van sociale ontwikkeling en toch niet meer verbruiken dan wat de aarde kan reproduceren.
Mogelijke verklaringen
a) Cuba heeft niet veel industrie
b) Ecologisch bewustzijn
c) Het gevoerde beleid: bio-landbouw, energiebesparing bv vervangen van ijskasten.
Vanuit het publiek werd gewezen op de oude grote voertuigen die veel verbruiken en de lucht verpesten.
Maar nieuwe auto’s kunnen de Cubanen zich niet veroorloven. Als men deze wagens zou verbieden er is voor hen geen alternatief.
Door oude voertuigen te gebruiken wordt er minder grondstoffen verbruikt.
De autobussen worden nu vervangen door nieuwe die komen van China en Latijns Amerika.
Wie kan over het gebruik van die oude voertuigen daarover beslissen? Cuba lijkt een geblokkeerde samenleving, zo werd gesteld door een toehoorder.
6. Vrije Vakbonden in Cuba
Er bestaat een christelijke vakbond CUTC. Ik weet niet of de leiders oud kajotters zijn of contact hebben met oud kajotters.
De christenen konden zich moeilijk inpassen in de revolutie om twee redenen
a) sociale leer van de kerk
b) de revolutie was antiklerikaal en antireligieus. Dit was zo historisch bekeken. Dit historisch perspectief konden de oud kajotters niet innemen.
De CUTC is een marginaal verschijnsel. Ze is gericht tegen het regime en gaat alliantie aan met de dissidenten.
Volgens de regering is alles wat buiten het regime staat ook tegen het regime.
7. Is voor toeristen moeilijk om contact te nemen?
Neen, misschien zijn de aangesproken personen terughoudend om bepaalde dingen te vertellen. De Cubanen zijn zeer kritisch.
Er is een bepaalde vorm van interne controle, zeker voor studenten. Dit kan verklaard worden vanuit de agressie tegen het regime die altijd aanwezig is.
Het is goed om contact op te nemen maar doe geen zaken waardoor je mensen in moeilijkheden brengt.
8. De nieuwe Europese initiatieven.
Onder het Spaans voorzitterschap veranderde de houding van Europa t.o.v. Cuba. De laatste tijd zien we een nieuw offensief n.a.v. de acties van de Dames in het wit en de zelfmoord van een gevangene (Zapata). (nvdr: Zapata is gestorven nadat hij een longontsteking kreeg na een lange hongerstaking. Men heeft hem nog proberen te redden, maar dat is niet gelukt.) De media voeren een campagne op basis van de schending van de mensenrechten.
Op dat vlak worden de mensenrechten in Cuba niet volledig gerespecteerd. Maar in welke maatschappij worden de mensenrechten volledig gerespecteerd? En waarom wordt Cuba op dat vlak aangepakt. Kijk naar de houding van Europa i.v.m. Palestina..
Als Europa zijn houding wijzigt t.o.v. Cuba komt er dadelijk een tegenstroom in beweging.
De reactie van Cuba is ontkennen en terugplooien.
België heeft altijd geweigerd de door Europa opgelegde maatregelen toe te passen. De enige Europese ambassade waar Cubanen kwamen was de Belgische. Er was een goede Belgische ambassadrice. Voor de houding van België was er respect in Cuba.
Veranderingen in Cuba zullen niet gebeuren door deze van buiten uit op te leggen, maar door kritiek in respect.
9. Met Obama: een wijziging?
Obama heeft enkele zaken veranderd zoals het bezoekrecht en geld sturen naar Cuba. Maar fundamenteel verandert er niets.
Toen Obama verkozen werd, spraken de Cubanen van de “zwarte keizer”.
10. Wat denken van de laatste pastorale brief waar in de Standaard (21 april 2010: Hoofd katholieke kerk in Cuba haalt zwaar uit naar het regime) naar verwezen werd?
Het is geen brief maar een artikel dat verschijnt in een tijdschrift. Ik had die tekst nog niet gezien.
Het is een reactie op de actie van de Witte dames omwille van de 53 die nog gevangen zitten en de zelfmoord.
De kardinaal ziet de kerk als institutie. Hij geeft aan de kerk een dominante rol in de maatschappij. De kerk moet aanwezig zijn door bv katholiek onderwijs. In het verleden waren de scholen antiklerikaal. Dit is voorbij.
Het is een bepaalde visie op evangelisatie.
In een voorgaande brief van de bisschoppen zien ze de kerk als bemiddeling in de transitie.
De kardinaal streeft naar normale relaties. De toestand van nu is niet correct
a) terugkeer van de conservatieven in de regering
b) de gevangenen = een politiek probleem
c) ethische problemen.
De vraag is: is de tekst van het artikel een aanval is op het regime of een normale correctie.
De kardinaal is kort na zijn aanstelling op uitnodiging naar Miami gegaan. Hij wilde er echter niet door de anti-Cubaanse lobby misbruikt worden. Hij werd door de Cubanen in Miami uitgejouwd en kreeg hiervoor respect in Cuba.
11. Hoeveel katholieken zijn er in Cuba?
Het aanwezig zijn in de kerken werd beschouwd als een vorm van protest tegen het regime. Maar dit verandert nu.
De nieuwe generatie heeft geen weet van de christelijke woordenschat.
Er zijn katholieken die zich inschakelen in de revolutie.
Ik stond een interview toe voor het maandblad van de communistische jeugd. Na het interview vertelde de interviewer me dat hij in de parochie waar hij woont verantwoordelijk is voor het pastoraal werk bij de jongeren.
De protestanten staan verder in de inschakeling in het revolutionair proces, cfr. Raúl Suárez die hier op bezoek kwam en waarmee de Cubawerkgroep contact heeft. Hij is dominee in een protestantse kerk, directeur van een vormingsinstituut dat onafhankelijk is van de overheid en volksvertegenwoordiger. De kardinaal en Suárez werden in het begin van de revolutie bij groep van de criminelen geteld, dit is nu helemaal niet meer zo.
De kerkgebouwen in Cuba zijn open, er worden missen opgedragen.
Derechos en Acción
Derechos en Acción
ENSAYO FOTOGRÁFICO
DAÑOS A LA SALUD EN SAN MIGUEL IXTAHUACAN DONDE
GOLDCORP Inc. OPERA SU MINA DE EXTRACCiÓN DE ORO POR
LIXIVIACiÓN CON CIANURO, A TAJO ABIERTO
Durante una serie de 20 entrevistas hechas entre diciembre 2008 y enero 2009 por Francois Guindon y Karen Spring, Derechos en Acción pudo documentar que muchos habitantes de los pueblos de San Miguel Ixtahuacan sufren de sarpullido, perdida de pelo, y otros problemas de salud que no fueron presentes antes de que Goldcorp empezara sus operaciones mineras en 2004.
De las personas que participaron en las entrevistas, más de 60% reportaron que alguien en su familia inmediata sufría de un tipo de problema de salud que nunca habla tenido anterior al año 2007.
Debido a su trabajo en las comunidades afectadas por la minería de oro de Goldcorp Ine. en Honduras, Derechos en Acción tiene conocimiento que las infecciones cutáneas similares, la perdida de pelo, y los problemas de salud fueron documentados después del año 2000 cuando Goldcorp iniciara sus actividades mineras en Honduras.
(Mas infonmación sobre Goldcorp Inc. en Honduras están disponibles con Derechos en Acción cuando se le solicite. Podremos ponerlos en contacto directo con el Comité de Defensa del Medio-Ambiente de la Valle de Siria, donde Goldcorp opera su mina "San Martin".)
ABAJO: Las fotos e historias son ejemplos de los impactos que la minería aparentemente tiene en las comunídades cercanas a la mina "Marlin" de Goldcorp Inc. Todas las personas en las fotos son de la etnia indígena Maya Mam.
Como en Honduras, Goldcorp niega que sus actividades provoquen danos ambientales y de salud.
Favor de reenviar estos artículos y entrevistas a donde le sea posible, particularmente a los/las profesionales de salud (médicos/as, enfermeros/as, expertos/as en salud) y otras personas interesadas a realizar otras investigaciones de estos problemas.
Marída, indígena Maya Mam, es madre de esta recién nacida (6 meses de edad):
Ella vive en la comunidad San José Ixcaniché, a la fecha una de las comunidades más afectadas por la mina Marlin de Goldcorp. Esta foto fue tomada en diciembre 2008. Marra explicó que su bebé habra empezado a tener este sarpullido, concentrado en sus brazos y torso, y después empezó a perder su pelo. Julia y su familia se barian y se lavan en un río cercano a su casa en proximidad a la mina.
Juana, una niña pequeña, matriculada en una escuela in San José Ixcaniché ...
... tiene heridas en su brazo derecho que pican y son costrosas .
Julia, la madre de un bebé que se llama Femando (1.4 años) dice:
"Tengo miedo que voy a perder a mi hijo por la cantidad de sarpullido en su cuerpo. Por tres meses, no podía dormir porque él siempre se estaba rascando y el sarpullido se abriera y sangre y pus saldrían de las heridas ... 101 ha tenido este sarpullido por más de 11 meses." Julia, la madre de Fernando, ha utilizado al menos 10 tipos distintos de cremas y lociones para intentar curar el sarpullido que tiene su hijo en los pies, piemas, torso, brazos, y cuello. Nada ha ayudado a curar sus problemas de piel.
Un adolescente de 13 años ...
... que sufre de piel seca que se agrieta, pica y sangra. Este tipo de problema de piel no es único. Muchos niños y niñas sufren de lo que nos llaman "piel de iguana
otro recién nacido ...
... afectado por sarpullido .
Goldoorp Inc. explica que los problemas de salud son causados por mala calidad de higiene, la escasez del agua (la empresa utiliza 250,000 IitrosJ hora del agua local, aún cuando se secan los riachuelos y pozos), y piquetes de pulgas.
Las y los habitantes de la región nos indicaron que saben distinguir entre la varicela, los piquetes de pulgas, y el sarpullido actual que empezó durante el último año .
Este bebé de I ano y 1 mes falleció.
Este bebé tenía una familia de dos hermanas (5 y 12 anos), una mamá y un papá. El bebé falleció en Julio 2008 por razones desconocidas a la familia y a la comunidad. Estas fotos, tomadas poco anlas de su fallecimiento, muestran los problemas de piel el sarpullido y las heridas abiertas. Esta misma familia sigue sufriendo de problemas de piel desconocidos, similares a aquellos vistos en sus vecinos y otros miembros de la comunidad. Abajo se encuentra algunas fotos de la mamá y de la hermana del bebé fallecido. Viven en San José Ixcaniché.
Derechos en Acción se enteró que el padre ha abandonado a su familia, dejando a la madre a asumir el cuidado de sus hijos y llevar luto por su bebé fallecido. La madre, sin una fuente de ingresos, no tiene la posibilidad de buscar atención médica para ella o sus hijos/as que sufren de este sarpullido .
Dos niños pequeños ...
... de una escuela en las comunidades de San Miguel Ixtahuacan. Durante una entrevista nos contaron que muchos/as niños /as, particularmente en la escuela, tienen temor que los demás verán sus problemas de piel. Una profesora comentó que muchos estudiantes se niegan a quitar sus suéteres Oerseys) por el temor y la vergüenza que los otros estudiantes podrran burlarse de su sarpullido.
Recientemente la COMISION INTERAMERICANA DE DERECHOS
HUMANOS, ordenó al ESTADO GUATEMALTECO que SUSPENDIERA
LAS LABORES DE LA MINA, nosotros debemos exigir al GOBIERNO
DEL SEÑOR ALVARO COLOM que SUSPENDA INMEDIATAMENTE
dichas actividades.
Por favor pasa este correo a tus conocidos, para que no sigamos siendo engañados por la gente de Gold Carpo
Ellos solo han venido a aprovecharse de nuestros recursos y nos nos dejan nada, obtienen cientos de millones de dólares USA y a la comunidad ni a nuestro pars le entregan nada un dinero que valga la
pena ....
Por favor divulga esta información para qua crezca la consciencia porque la minería solo mata y no desarrolla.
Comunidades afectadas - Righls Action
ENSAYO FOTOGRÁFICO
DAÑOS A LA SALUD EN SAN MIGUEL IXTAHUACAN DONDE
GOLDCORP Inc. OPERA SU MINA DE EXTRACCiÓN DE ORO POR
LIXIVIACiÓN CON CIANURO, A TAJO ABIERTO
Durante una serie de 20 entrevistas hechas entre diciembre 2008 y enero 2009 por Francois Guindon y Karen Spring, Derechos en Acción pudo documentar que muchos habitantes de los pueblos de San Miguel Ixtahuacan sufren de sarpullido, perdida de pelo, y otros problemas de salud que no fueron presentes antes de que Goldcorp empezara sus operaciones mineras en 2004.
De las personas que participaron en las entrevistas, más de 60% reportaron que alguien en su familia inmediata sufría de un tipo de problema de salud que nunca habla tenido anterior al año 2007.
Debido a su trabajo en las comunidades afectadas por la minería de oro de Goldcorp Ine. en Honduras, Derechos en Acción tiene conocimiento que las infecciones cutáneas similares, la perdida de pelo, y los problemas de salud fueron documentados después del año 2000 cuando Goldcorp iniciara sus actividades mineras en Honduras.
(Mas infonmación sobre Goldcorp Inc. en Honduras están disponibles con Derechos en Acción cuando se le solicite. Podremos ponerlos en contacto directo con el Comité de Defensa del Medio-Ambiente de la Valle de Siria, donde Goldcorp opera su mina "San Martin".)
ABAJO: Las fotos e historias son ejemplos de los impactos que la minería aparentemente tiene en las comunídades cercanas a la mina "Marlin" de Goldcorp Inc. Todas las personas en las fotos son de la etnia indígena Maya Mam.
Como en Honduras, Goldcorp niega que sus actividades provoquen danos ambientales y de salud.
Favor de reenviar estos artículos y entrevistas a donde le sea posible, particularmente a los/las profesionales de salud (médicos/as, enfermeros/as, expertos/as en salud) y otras personas interesadas a realizar otras investigaciones de estos problemas.
Marída, indígena Maya Mam, es madre de esta recién nacida (6 meses de edad):
Ella vive en la comunidad San José Ixcaniché, a la fecha una de las comunidades más afectadas por la mina Marlin de Goldcorp. Esta foto fue tomada en diciembre 2008. Marra explicó que su bebé habra empezado a tener este sarpullido, concentrado en sus brazos y torso, y después empezó a perder su pelo. Julia y su familia se barian y se lavan en un río cercano a su casa en proximidad a la mina.
Juana, una niña pequeña, matriculada en una escuela in San José Ixcaniché ...
... tiene heridas en su brazo derecho que pican y son costrosas .
Julia, la madre de un bebé que se llama Femando (1.4 años) dice:
"Tengo miedo que voy a perder a mi hijo por la cantidad de sarpullido en su cuerpo. Por tres meses, no podía dormir porque él siempre se estaba rascando y el sarpullido se abriera y sangre y pus saldrían de las heridas ... 101 ha tenido este sarpullido por más de 11 meses." Julia, la madre de Fernando, ha utilizado al menos 10 tipos distintos de cremas y lociones para intentar curar el sarpullido que tiene su hijo en los pies, piemas, torso, brazos, y cuello. Nada ha ayudado a curar sus problemas de piel.
Un adolescente de 13 años ...
... que sufre de piel seca que se agrieta, pica y sangra. Este tipo de problema de piel no es único. Muchos niños y niñas sufren de lo que nos llaman "piel de iguana
otro recién nacido ...
... afectado por sarpullido .
Goldoorp Inc. explica que los problemas de salud son causados por mala calidad de higiene, la escasez del agua (la empresa utiliza 250,000 IitrosJ hora del agua local, aún cuando se secan los riachuelos y pozos), y piquetes de pulgas.
Las y los habitantes de la región nos indicaron que saben distinguir entre la varicela, los piquetes de pulgas, y el sarpullido actual que empezó durante el último año .
Este bebé de I ano y 1 mes falleció.
Este bebé tenía una familia de dos hermanas (5 y 12 anos), una mamá y un papá. El bebé falleció en Julio 2008 por razones desconocidas a la familia y a la comunidad. Estas fotos, tomadas poco anlas de su fallecimiento, muestran los problemas de piel el sarpullido y las heridas abiertas. Esta misma familia sigue sufriendo de problemas de piel desconocidos, similares a aquellos vistos en sus vecinos y otros miembros de la comunidad. Abajo se encuentra algunas fotos de la mamá y de la hermana del bebé fallecido. Viven en San José Ixcaniché.
Derechos en Acción se enteró que el padre ha abandonado a su familia, dejando a la madre a asumir el cuidado de sus hijos y llevar luto por su bebé fallecido. La madre, sin una fuente de ingresos, no tiene la posibilidad de buscar atención médica para ella o sus hijos/as que sufren de este sarpullido .
Dos niños pequeños ...
... de una escuela en las comunidades de San Miguel Ixtahuacan. Durante una entrevista nos contaron que muchos/as niños /as, particularmente en la escuela, tienen temor que los demás verán sus problemas de piel. Una profesora comentó que muchos estudiantes se niegan a quitar sus suéteres Oerseys) por el temor y la vergüenza que los otros estudiantes podrran burlarse de su sarpullido.
Recientemente la COMISION INTERAMERICANA DE DERECHOS
HUMANOS, ordenó al ESTADO GUATEMALTECO que SUSPENDIERA
LAS LABORES DE LA MINA, nosotros debemos exigir al GOBIERNO
DEL SEÑOR ALVARO COLOM que SUSPENDA INMEDIATAMENTE
dichas actividades.
Por favor pasa este correo a tus conocidos, para que no sigamos siendo engañados por la gente de Gold Carpo
Ellos solo han venido a aprovecharse de nuestros recursos y nos nos dejan nada, obtienen cientos de millones de dólares USA y a la comunidad ni a nuestro pars le entregan nada un dinero que valga la
pena ....
Por favor divulga esta información para qua crezca la consciencia porque la minería solo mata y no desarrolla.
Comunidades afectadas - Righls Action
De kerk heeft angst voor de verontreinigingen in de mijnen en dringt aan op meer studies
De Commissie Ecologie en vrede van het bisdom San Marcos heeft op woensdag de resultaten bekendgemaakt van een studie over watergerelateerde problemen in de Marlin mijn, Men stelt de aanwezigheid vast van schadelijke metalen op een boven normaal niveau.
De enquête, die betrekking heeft op de periode van april 2009 tot april 2010, bepaalt dat de waterbronnen naast de mijn Marlin niveaus van mangaan, arseen en koper, boven de parameters liggen die door de Wereldbank aanvaard worden.
Het zorgt er ook voor dat de aanwezigheid van metalen meer stroomafwaarts van de mijn optreedt in de hooglanden.
Ana Gonzalez, die de studie uitvoerde, zei in een persconferentie dat het rapport uitging van resultaten die werden gevonden door gecertificeerde laboratoria en deze niet overtuigend waren, maar het doel is om meer onderzoek te doen om de resultaten te laten bevestigen dat er risico's voor de gezondheid zijn bij de mijnbouwactiviteit.
De studies uitgevoerd door de regering, hebben uitgesloten dat er aanwezigheid van verontreiniging in het water in San Marcos bestaat.
Van Alberto Ramírez
De Commissie Ecologie en vrede van het bisdom San Marcos heeft op woensdag de resultaten bekendgemaakt van een studie over watergerelateerde problemen in de Marlin mijn, Men stelt de aanwezigheid vast van schadelijke metalen op een boven normaal niveau.
De enquête, die betrekking heeft op de periode van april 2009 tot april 2010, bepaalt dat de waterbronnen naast de mijn Marlin niveaus van mangaan, arseen en koper, boven de parameters liggen die door de Wereldbank aanvaard worden.
Het zorgt er ook voor dat de aanwezigheid van metalen meer stroomafwaarts van de mijn optreedt in de hooglanden.
Ana Gonzalez, die de studie uitvoerde, zei in een persconferentie dat het rapport uitging van resultaten die werden gevonden door gecertificeerde laboratoria en deze niet overtuigend waren, maar het doel is om meer onderzoek te doen om de resultaten te laten bevestigen dat er risico's voor de gezondheid zijn bij de mijnbouwactiviteit.
De studies uitgevoerd door de regering, hebben uitgesloten dat er aanwezigheid van verontreiniging in het water in San Marcos bestaat.
Van Alberto Ramírez
Trias aan wieg van ruraal microkrediet in Guatemala
In ontwikkelingslanden kunnen microkredieten de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven stimuleren. De Belgische ngo Trias stond in Guatemala aan de wieg van het ruraal microkrediet door in 1992 de coöperatie Fundea op te richten. Fundea verstrekt momenteel microkredieten aan 18.000 kleine ondernemers, voornamelijk boeren. Daarmee is de onderneming de op één na grootste microfinancieringsinstelling in Guatemala.
“We hebben Fundea twee jaar geleden losgelaten, maar het blijft een succesverhaal waar we met trots mogen op terugblikken”, zegt regionaal adviseur Marc Vogelaers van Trias. Fundea werd 18 jaar gelegen opgericht, toen de burgeroorlog in Guatemala nog in volle hevigheid woedde. “Dat was in die dagen niet evident, omdat coöperatief werk op dat ogenblik taboe was. Pas enkele jaren later werd het kredietprogramma ingebed in een wettelijke structuur.”
In het begin van de jaren ’90 waren rurale microkredieten voor bestaansonzekere landbouwers en ondernemers niet of nauwelijks verkrijgbaar in Guatemala. “Met de oprichting van Fundea hebben we eigenlijk pionierswerk geleverd”, vertelt Vogelaers. Sindsdien is de sector van de microkredieten in Guatemala sterk gegroeid. “Toch zijn we op dit ogenblik nog altijd de instelling die het sterkst focust op landbouw. Wat microkredieten voor landbouwers betreft, zijn wij dé referentie in Guatemala”, maakt voorzitter Hugo Villavicencio zich sterk.
Vroeger waren de kredieten uitsluitend bestemd voor de teelt van maïs en bonen, met het oog op zelfvoorziening. Nu vloeien steeds meer leningen naar de productie van groenten en fruit. “Dat laat sommige kleine boeren toe om te exporteren, waardoor ze hun inkomen zien toenemen”, merkt directeur Julio Castellanos op. Ondanks de natuurrampen van vorig jaar blijven de familiale boeren veruit het belangrijkste segment voor Fundea, vóór de woningbouw en de micro-ondernemingen. “Al onze kredietnemers wonen nog altijd op het platteland”, zegt Villavicencio. “Daar zijn we fier op. En 40 procent van ons klantenbestand bestaat uit vrouwen.”
In 2008 besliste Trias dat het voor Fundea tijd was om op eigen benen te staan. “Dat ze hun werking intussen verder hebben kunnen uitbouwen, bewijst dat we destijds voor stevige fundamenten gezorgd hebben”, klinkt het bij Trias. De komende jaren wil Fundea blijven groeien. Tegen 2014 mikt de instelling op 30.000 klanten, bijna een verdubbeling van het huidige aantal. Bovendien wil Fundea zich omvormen van een stichting naar een onderneming met institutionele aandeelhouders. “We hopen dat Trias ons bij dat proces wil begeleiden, want we zijn nog niet vergeten welke cruciale rol het gespeeld heeft bij de oprichting en uitbouw van onze organisatie”, aldus Villavicencio.
Trias is de ontwikkelingsorganisatie van Landelijke Gilden, KVLV, KLJ, UNIZO, markant en Neos. In totaal steunt Trias 580.000 familiale boeren en kleine ondernemers in twaalf landen, verspreid over Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Binnen het internationale netwerk van AgriCord is Trias het erkende agri-agentschap van Boerenbond.
bronVilt | beeld Trias
In ontwikkelingslanden kunnen microkredieten de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven stimuleren. De Belgische ngo Trias stond in Guatemala aan de wieg van het ruraal microkrediet door in 1992 de coöperatie Fundea op te richten. Fundea verstrekt momenteel microkredieten aan 18.000 kleine ondernemers, voornamelijk boeren. Daarmee is de onderneming de op één na grootste microfinancieringsinstelling in Guatemala.
“We hebben Fundea twee jaar geleden losgelaten, maar het blijft een succesverhaal waar we met trots mogen op terugblikken”, zegt regionaal adviseur Marc Vogelaers van Trias. Fundea werd 18 jaar gelegen opgericht, toen de burgeroorlog in Guatemala nog in volle hevigheid woedde. “Dat was in die dagen niet evident, omdat coöperatief werk op dat ogenblik taboe was. Pas enkele jaren later werd het kredietprogramma ingebed in een wettelijke structuur.”
In het begin van de jaren ’90 waren rurale microkredieten voor bestaansonzekere landbouwers en ondernemers niet of nauwelijks verkrijgbaar in Guatemala. “Met de oprichting van Fundea hebben we eigenlijk pionierswerk geleverd”, vertelt Vogelaers. Sindsdien is de sector van de microkredieten in Guatemala sterk gegroeid. “Toch zijn we op dit ogenblik nog altijd de instelling die het sterkst focust op landbouw. Wat microkredieten voor landbouwers betreft, zijn wij dé referentie in Guatemala”, maakt voorzitter Hugo Villavicencio zich sterk.
Vroeger waren de kredieten uitsluitend bestemd voor de teelt van maïs en bonen, met het oog op zelfvoorziening. Nu vloeien steeds meer leningen naar de productie van groenten en fruit. “Dat laat sommige kleine boeren toe om te exporteren, waardoor ze hun inkomen zien toenemen”, merkt directeur Julio Castellanos op. Ondanks de natuurrampen van vorig jaar blijven de familiale boeren veruit het belangrijkste segment voor Fundea, vóór de woningbouw en de micro-ondernemingen. “Al onze kredietnemers wonen nog altijd op het platteland”, zegt Villavicencio. “Daar zijn we fier op. En 40 procent van ons klantenbestand bestaat uit vrouwen.”
In 2008 besliste Trias dat het voor Fundea tijd was om op eigen benen te staan. “Dat ze hun werking intussen verder hebben kunnen uitbouwen, bewijst dat we destijds voor stevige fundamenten gezorgd hebben”, klinkt het bij Trias. De komende jaren wil Fundea blijven groeien. Tegen 2014 mikt de instelling op 30.000 klanten, bijna een verdubbeling van het huidige aantal. Bovendien wil Fundea zich omvormen van een stichting naar een onderneming met institutionele aandeelhouders. “We hopen dat Trias ons bij dat proces wil begeleiden, want we zijn nog niet vergeten welke cruciale rol het gespeeld heeft bij de oprichting en uitbouw van onze organisatie”, aldus Villavicencio.
Trias is de ontwikkelingsorganisatie van Landelijke Gilden, KVLV, KLJ, UNIZO, markant en Neos. In totaal steunt Trias 580.000 familiale boeren en kleine ondernemers in twaalf landen, verspreid over Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Binnen het internationale netwerk van AgriCord is Trias het erkende agri-agentschap van Boerenbond.
bronVilt | beeld Trias
Guatemala: Health Workers Pay High Price for Trade Union Involvement
INTERNATIONAL TRADE UNION CONFEDERATION (ITUC)
ITUC OnLine
150/111010
Guatemala: Health Workers Pay High Price for Trade Union Involvement
Brussels, 11 October 2010 (ITUC OnLine): The ITUC has joined with its Guatemalan affiliates in denouncing the violence unleashed against health sector employees and that has cost the lives of four workers during August and September of this year.
In August, Bruno Ernesto Figueroa, finance secretary of a branch of the SNTSG national health workers' union, was attacked by a group of heavily armed unknown assailants, who opened fire indiscriminately. Figueroa was seriously injured and died on 10 August.
During the month of September, three other health workers were murdered: on 27 September, Fredy Geovani Lopez Caal, disputes secretary of the SNTSG, was shot dead; on 29 September, David Pineda Barahona, branch secretary of organising and minutes for the San Benito Vector-Borne Diseases Programme in Petén was murdered, and on 30 September, Carlos Enrique Méndez Ramírez, a member of the National Mental Health Hospital branch was shot to death by unknown assailants who fired numerous rounds at him from a vehicle with smoked-glass windows.
In a letter to the President of Guatemala (http://www.ituc-csi.org/IMG/pdf/Cuatro_trabajadores_de_la_salud_asesinados_en_Guatemala_en_2020.pdf), the ITUC deplored the rise in violence and the total lack of respect for workers' fundamental rights. "The ITUC is highly concern by this wave of violence and the unabated impunity, and is urging Guatemala to respect the core ILO Conventions it has ratified," said ITUC General Secretary Sharan Burrow.
The ITUC represents 176 million workers in 151 countries and territories and has 301 national affiliates.
http://www.ituc-csi.org and http://www.youtube.com/ITUCCSI
For more information, please contact the ITUC Press Department on: +32 2 224 02 04 or +32 476 62 10 18.
ITUC OnLine
150/111010
Guatemala: Health Workers Pay High Price for Trade Union Involvement
Brussels, 11 October 2010 (ITUC OnLine): The ITUC has joined with its Guatemalan affiliates in denouncing the violence unleashed against health sector employees and that has cost the lives of four workers during August and September of this year.
In August, Bruno Ernesto Figueroa, finance secretary of a branch of the SNTSG national health workers' union, was attacked by a group of heavily armed unknown assailants, who opened fire indiscriminately. Figueroa was seriously injured and died on 10 August.
During the month of September, three other health workers were murdered: on 27 September, Fredy Geovani Lopez Caal, disputes secretary of the SNTSG, was shot dead; on 29 September, David Pineda Barahona, branch secretary of organising and minutes for the San Benito Vector-Borne Diseases Programme in Petén was murdered, and on 30 September, Carlos Enrique Méndez Ramírez, a member of the National Mental Health Hospital branch was shot to death by unknown assailants who fired numerous rounds at him from a vehicle with smoked-glass windows.
In a letter to the President of Guatemala (http://www.ituc-csi.org/IMG/pdf/Cuatro_trabajadores_de_la_salud_asesinados_en_Guatemala_en_2020.pdf), the ITUC deplored the rise in violence and the total lack of respect for workers' fundamental rights. "The ITUC is highly concern by this wave of violence and the unabated impunity, and is urging Guatemala to respect the core ILO Conventions it has ratified," said ITUC General Secretary Sharan Burrow.
The ITUC represents 176 million workers in 151 countries and territories and has 301 national affiliates.
http://www.ituc-csi.org and http://www.youtube.com/ITUCCSI
For more information, please contact the ITUC Press Department on: +32 2 224 02 04 or +32 476 62 10 18.
Guatemala: Another Trade Unionist Murdered
Guatemala: Another Trade Unionist Murdered
Brussels, 30 September 2010 (ITUC OnLine): The ITUC, together with its Guatemalan affiliates, the CGTG, CUSG and UNSITRAGUA, has firmly condemned the murder of Fredy Geovani López Caal, disputes secretary of the hospital workers' union Sindicato Nacional de Trabajadores de Salud de Guatemala del Hospital Nacional de Melchor de Mencos Peten.
According to the information received by the ITUC, Fredy López was murdered on the night of 27 September, on leaving the farewell held for a doctor who had resigned from the hospital in Melchor de Mencos. He was shot to death by unknown assailants.
In a letter http://www.ituc-csi.org/otro-sindicalista-asesinado-en.html?lang=es to the Guatemalan authorities, the ITUC joined with its affiliates in calling for urgent steps to ensure a full and prompt investigation into this terrible crime.
"This is yet another demonstration of the risks involved in being a trade unionist in Guatemala," said ITUC General Secretary Sharan Burrow. "It is vital that the authorities commit to fully respecting the core ILO Conventions ratified by Guatemala, so that trade unionists can freely exercise their trade union activities without risking their lives."
The ITUC represents 176 million workers in 151 countries and territories and has 301 national affiliates. http://www.ituc-csi.org and http://www.youtube.com/ITUCCSI
For more information, please contact the ITUC Press Department on: +32 2 224 0204 or +32 476 621 018
Brussels, 30 September 2010 (ITUC OnLine): The ITUC, together with its Guatemalan affiliates, the CGTG, CUSG and UNSITRAGUA, has firmly condemned the murder of Fredy Geovani López Caal, disputes secretary of the hospital workers' union Sindicato Nacional de Trabajadores de Salud de Guatemala del Hospital Nacional de Melchor de Mencos Peten.
According to the information received by the ITUC, Fredy López was murdered on the night of 27 September, on leaving the farewell held for a doctor who had resigned from the hospital in Melchor de Mencos. He was shot to death by unknown assailants.
In a letter http://www.ituc-csi.org/otro-sindicalista-asesinado-en.html?lang=es to the Guatemalan authorities, the ITUC joined with its affiliates in calling for urgent steps to ensure a full and prompt investigation into this terrible crime.
"This is yet another demonstration of the risks involved in being a trade unionist in Guatemala," said ITUC General Secretary Sharan Burrow. "It is vital that the authorities commit to fully respecting the core ILO Conventions ratified by Guatemala, so that trade unionists can freely exercise their trade union activities without risking their lives."
The ITUC represents 176 million workers in 151 countries and territories and has 301 national affiliates. http://www.ituc-csi.org and http://www.youtube.com/ITUCCSI
For more information, please contact the ITUC Press Department on: +32 2 224 0204 or +32 476 621 018
CATAPA bezorgd over toenemend geweld in Guatemala
Guatemalteekse regering verantwoordelijk voor toename van geweld tegen lokale bevolking
CATAPA vraagt met hoogste aandrang om over te gaan tot de schorsing van Marlin-mijn en het toepassen van andere ‘bewarende maatregelen’ die de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten heeft gevraagd aan de Guatemalteekse regering.
Op 20 mei riep de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten de Guatemalteekse regering op om de Marlin-goudmijn in San Miguel Ixtahuacán, in het westelijke departement San Marcos, te schorsen, om verdere milieu– en gezondheidsproblemen te voorkomen. Ze vroeg deze en andere ‘bewarende maatregelen’ te treffen zolang het onderzoek naar de klacht van 18 lokale gemeenschappen loopt. De Commissie gaf de Guatemalteekse regering 20 dagen om op deze oproep te reageren. Na lang aarzelen besliste de regering te voldoen aan de aanbevelingen, maar ze ondernam tot op heden geen concrete stappen om de maatregelen ook daadwerkelijk uit te voeren.
De Interamerikaanse Commissie verwachtte dat haar beslissing om de mijn te schorsen tot meer onveiligheid zou zorgen. Daarom vroeg ze naast de schorsing ook maatregelen ter bescherming van de inwoners. De Guatemalteekse regering heeft ook hier nagelaten om actie te ondernemen, met ernstige mensenrechtenschendingen tot gevolg.
Op 7 juli 2010 werd Theodora Antonia Hernandez Cinto om 7 uur ’s ochtends voor haar deur in San Miguel Ixtahuacán neergeschoten. Twee onbekende mannen klopten bij haar aan om een kop koffie. Toen Doña Teodora hen een kopje bracht, kreeg ze een geweerschot ter hoogte van haar rechteroog.
Het bleef daar echter niet bij: in de nacht van 14 juli, werd een andere lokale leider, bekend om zijn protest tegen de mijnbouw, het slachtoffer van een gewapende aanval in het dorp Siete Platos, San Miguel Ixtahuacán. Om veiligheidsredenen kunnen we hier niet de naam van het slachtoffer vermelden. Ook hier slaagden de aanvallers er gelukkig niet in het slachtoffer te doden.
Het toenemende geweld is de directe verantwoordelijkheid van de Guatemalteekse regering, die de waarschuwingen van de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten naast zich neerlegde, en niets ondernam om de lokale bevolking te beschermen wetende dat in de regio intimidaties en onveiligheid schering en inslag zijn.
CATAPA vraagt de Guatemalteekse regering tot de onmiddellijke schorsing van de activiteiten van de Marlin-mijn. Er zijn immers sterke aanwijzingen dat deze zowel de huisvesting, het milieu en de gezondheid van de lokale bevolking rondom de mijn in gevaar brengt, naast de conflicten die het nog doet toenemen in de regio. De regering moet adequate en effectieve maatregelen ter bescherming van de lokale bevolking nemen. Ten slotte, eist CATAPA een grondig onderzoek en de volledige opheldering van de bedreigingen en aanslagen gepleegd tegenover Theodora Antonia Hernandez Cinto en andere lokale leiders uit San Miguel Ixtahuacán.
CATAPA vraagt internationale mensenrechtenorganisaties de recente aanslagen en bedreigingen aan het adres van lokale bewoners te veroordelen, waakzaam te zijn omtrent de gebeurtenissen in San Marcos en mogelijke toekomstige schendingen van de mensenrechten.
Aan internationale instanties en regeringen vraagt CATAPA om hun invloed te gebruiken zodat de Guatemalteekse regering haar verplichtingen op vlak van mensenrechten en internationaal recht nakomt.
Meer info bij
Daan Janssens
Coördinator CATAPA vzw
daan.janssens@catapa.be
0473-36 73 18
Guatemalteekse regering verantwoordelijk voor toename van geweld tegen lokale bevolking
CATAPA vraagt met hoogste aandrang om over te gaan tot de schorsing van Marlin-mijn en het toepassen van andere ‘bewarende maatregelen’ die de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten heeft gevraagd aan de Guatemalteekse regering.
Op 20 mei riep de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten de Guatemalteekse regering op om de Marlin-goudmijn in San Miguel Ixtahuacán, in het westelijke departement San Marcos, te schorsen, om verdere milieu– en gezondheidsproblemen te voorkomen. Ze vroeg deze en andere ‘bewarende maatregelen’ te treffen zolang het onderzoek naar de klacht van 18 lokale gemeenschappen loopt. De Commissie gaf de Guatemalteekse regering 20 dagen om op deze oproep te reageren. Na lang aarzelen besliste de regering te voldoen aan de aanbevelingen, maar ze ondernam tot op heden geen concrete stappen om de maatregelen ook daadwerkelijk uit te voeren.
De Interamerikaanse Commissie verwachtte dat haar beslissing om de mijn te schorsen tot meer onveiligheid zou zorgen. Daarom vroeg ze naast de schorsing ook maatregelen ter bescherming van de inwoners. De Guatemalteekse regering heeft ook hier nagelaten om actie te ondernemen, met ernstige mensenrechtenschendingen tot gevolg.
Op 7 juli 2010 werd Theodora Antonia Hernandez Cinto om 7 uur ’s ochtends voor haar deur in San Miguel Ixtahuacán neergeschoten. Twee onbekende mannen klopten bij haar aan om een kop koffie. Toen Doña Teodora hen een kopje bracht, kreeg ze een geweerschot ter hoogte van haar rechteroog.
Het bleef daar echter niet bij: in de nacht van 14 juli, werd een andere lokale leider, bekend om zijn protest tegen de mijnbouw, het slachtoffer van een gewapende aanval in het dorp Siete Platos, San Miguel Ixtahuacán. Om veiligheidsredenen kunnen we hier niet de naam van het slachtoffer vermelden. Ook hier slaagden de aanvallers er gelukkig niet in het slachtoffer te doden.
Het toenemende geweld is de directe verantwoordelijkheid van de Guatemalteekse regering, die de waarschuwingen van de Interamerikaanse Commissie voor Mensenrechten naast zich neerlegde, en niets ondernam om de lokale bevolking te beschermen wetende dat in de regio intimidaties en onveiligheid schering en inslag zijn.
CATAPA vraagt de Guatemalteekse regering tot de onmiddellijke schorsing van de activiteiten van de Marlin-mijn. Er zijn immers sterke aanwijzingen dat deze zowel de huisvesting, het milieu en de gezondheid van de lokale bevolking rondom de mijn in gevaar brengt, naast de conflicten die het nog doet toenemen in de regio. De regering moet adequate en effectieve maatregelen ter bescherming van de lokale bevolking nemen. Ten slotte, eist CATAPA een grondig onderzoek en de volledige opheldering van de bedreigingen en aanslagen gepleegd tegenover Theodora Antonia Hernandez Cinto en andere lokale leiders uit San Miguel Ixtahuacán.
CATAPA vraagt internationale mensenrechtenorganisaties de recente aanslagen en bedreigingen aan het adres van lokale bewoners te veroordelen, waakzaam te zijn omtrent de gebeurtenissen in San Marcos en mogelijke toekomstige schendingen van de mensenrechten.
Aan internationale instanties en regeringen vraagt CATAPA om hun invloed te gebruiken zodat de Guatemalteekse regering haar verplichtingen op vlak van mensenrechten en internationaal recht nakomt.
Meer info bij
Daan Janssens
Coördinator CATAPA vzw
daan.janssens@catapa.be
0473-36 73 18
Abonneren op:
Posts (Atom)